Samenvatting van de verplichte theorie (H4, H5, H6, H8 en PCA) in combinatie met de college's. Appendix staat niet in de samenvatting. Blackboardoefentoetsen inclusief antwoorden staan op het eind.
,Hoofdstuk 2. Definitie, kenmerken en toepassingen van de test
Onderdelen van een test
- Testmateriaal → Varieert sterk met de soort van de test. Bij de een is het een testboekje met
opgaven, bij de ander bestaat het uit bouwstenen, legpuzzels of tekenpapier.
- Testformulieren → Hierop kunnen de antwoorden, reacties of gedragsgegevens worden
verzameld, die vervolgens het materiaal vormen waaruit de psychologische interpretatie of
conclusies worden afgeleid.
- Testhandleiding → Varieert van uitvoerig boekwerk tot beknopte richtlijnen. Van een goede
handleiding mag men verwachten dat daarin de volgende vier onderwerpen aan bod komen:
o Een exacte testinstructie die betrekking heeft op de gang van zaken tijdens het
testonderzoek. Hierbij kan gedacht worden aan wat de proefleider mag zeggen, de
volgorde van de opgaven en de toegestane responstijden.
o De verwerkingsprocedure die voornamelijk bestaat uit de richtlijnen voor de
toekenning van numerieke scores aan de antwoorden of de reacties op de opgaven.
o De normtabellen die het mogelijk maken om de score te vergelijken met de
prestaties van meer of minder representatieve normgroepen.
o De wetenschappelijke kwaliteiten waarbij het gaat om gegevens die een indicatie
geven van de betrouwbaarheid van de test, een bespreking van de testbetekenis en
de vraag voor welke voorspellingen de test gebruikt kan worden.
De bedoeling van het testonderzoek is het doen van een uitspraak die een voorspelling, classificatie
of beschrijving met betrekking tot het onderzochte individu behelst. Waarbij het vrijwel altijd gaat
om een vergelijking met andere mensen. Een uitspraak over iemands intelligentie, agressiviteit of
neuroticisme heeft alleen zin als de onderzochte ten aanzien van die eigenschap wordt vergeleken
met anderen. Bij een test denken we aan een systematisch onderzoek van apart voor het testdoel
geselecteerde gedragingen.
Kenmerken van een test
- Efficiëntie → Door middel van een test kan er gelijk gekeken worden naar het onderzochte
probleem
- Standaardisatie → De gelijkschakeling van procedures van afneming van het testmateriaal,
instructie, oefenvoorbeelden, tijdslimieten en verwerkingsregels staat borg voor een zo goed
mogelijke vergelijkbaarheid van testprestaties.
- Normering → De afstand tussen A en B exact vast kunnen stellen. Hiervoor is bij
normeringsonderzoek een rangorde nodig van zeer goede tot zeer slechte prestaties. Door
deze rangorde kan iemands plaatsbepaling worden beoordeeld.
o Het vaststellen van rangorde (bijvoorbeeld van laag naar hoog) is de eenvoudigste
vorm van normering.
- Objectiviteit → De onafhankelijkheid van storende invloeden vanuit de persoon van de
waarnemer, de beoordelaar of de interpretator. Het resultaat van het onderzoek is
onafhankelijk van de persoon die de gegevens verzamelt of uitwerkt. Ook is er sprake van
openheid en reproduceerbaarheid.
- Betrouwbaarheid → Iemands testprestatie moet niet in belangrijke mate bepaald worden
door het toevallige moment waarop hij getest wordt en de meetresultaten moeten dus in
beginsel herhaalbaar zijn.
- Validiteit → Betreft de kwestie in hoeverre de test het construct meet wat hij zou moeten
meten.
, Meetniveaus en toegestane operaties
Verschil Ordening Gelijke intervallen Vast nulpunt
nominaal X
ordinaal X X
interval X X X
Ratio X X X X
Nominaal
Als we personen en objecten volgens een bepaald principe verdelen in groepen en we kennen aan
die groepen een getal ter identiteit toe, dan is er sprake van een nominale niveau. Voorbeelden zijn
rugnummers van voetballers, het onderscheiden van mannen en vrouwen met de getallen 0 en 1. De
gewone rekenkundige operaties mogen niet op deze schaal worden uitgevoerd. Wel kan er met de
Cohens kappa vastgesteld worden in hoeverre verschillende beoordelaars het eens zijn over een
diagnose van kinderen in diverse categorieën. Aangezien getallen hier alleen dienen om categorieën
of objecten te onderscheiden, maakt het in principe niet uit welke getallen met kiest, zolang ze de
categorieën of de objecten kunnen onderscheiden.
Ordinaal
Een ordinale schaal bevat meer informatie dan een nominale. Het wordt gekenmerkt door het begrip
rangorde. Daarbij is er sprake van meer of minder. Bijvoorbeeld meer of minder warm, meer of
minder intelligent. Weliswaar mag men ook bij de rangordeschaal niet alle rekenkundige
bewerkingen uitvoeren, maar wel is het mogelijk verschillende rangordes te vergelijken en de
overeenstemming van de rangordes uit te drukken in rangcorrelaties. Getallen worden hier gebruikt
om categorieën of objecten te ordenen.
Interval
Op de intervalschaal zijn niet alleen de verschillende posities geordend van minder naar meer, maar
hebben bovendien de afstanden tussen de verschillende posities betekenis. Dit houdt in dat op de
intervalschaal eenheden worden aangegeven. Een intervalschaal heeft geen absoluut, maar een
willekeurig nulpunt. Bekende voorbeelden zijn temperatuurschalen.
Verhoudingsschaal / ratio
Niet alleen heeft deze schaal eenheden waarmee afstanden kunnen worden aangegeven, maar
bovendien is het nulpunt ook absoluut. Hierdoor zijn alle rekenkundige bewerkingen toegestaan.
Voorbeelden van de verschillende meetniveaus
- Nominaal: Jan heeft onderwijs gehad volgens methode A en Piet volgens methode B.
- Ordinaal: Linda heeft een grotere taalvaardigheid dan Kees
- Interval: Het verschil in intelligentie tussen Freek en Evert is 2x zo groot als dat tussen Freek
en Karel
- Ratio: De drempelwaarde voor de waarneming van geluid is bij Martha anderhalf keer zo
hoog als bij Jeanette
Hoofdstuk 3. Indelingen, onderscheidingen en begrippen
Test voor prestatieniveau
Bij tests voor prestatieniveau wordt van de onderzochte persoon een maximale prestatie gevraagd.
Testvragen worden goed of fout beantwoord en er is een duidelijke norm voor wat ‘goed’ en wat
‘fout’ is. Door verwerking van de goede en foute opgaven wordt een score berekend die een
bepaalde afstand van een ondubbelzinnig vast te stellen maximum ligt verwijderd. Tests die in deze
categorie vallen zijn tests voor intelligentie, cognitieve capaciteiten, kennis en inzicht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evonk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.09. You're not tied to anything after your purchase.