Samenvatting van hoofdstuk 7 uit het boek Fysiologie en Anatomie van Jüngen en is bedoeld voor HBO-V studenten. De samenvatting bevat een aantal leerdoelen die helpen bij het leren van het hoofdstuk over de hormonen, hypofyse en schildklier. Zo kun je nog beter leren voor je tentamen!
LEERDOELEN
Zes organen (hypofyse, schildklier, geslachtsorganen, bijschildklieren, nieren en pancreas)
benoemen die een of meer hormonen produceren, geeft hierbij de werking aan en vervolgens
het verband beschrijven met andere orgaanstelsels waarop het hormoon invloed uitoefent om
homeostase te bereiken of te behouden.
De mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen omschrijven en de relatie met het
hormoonstelsel beschrijven
7.1 – HORMONEN
Beschrijving
Hormonen Stoffen die vooral worden geproduceerd in endocriene klieren
Endocriene klieren Klier met inwendige secretie – hormonen worden rechtstreeks via het
celmembraan aan het bloed afgegeven waar de hormonen in zeer kleine
hoeveelheden worden vervoerd naar de targetorganen waar ze hun
regulerende invloed uitoefenen.
Exocriene klieren Klier met uitwendige secretie – producten (o.a. hormonen) worden via een
afvoerbuis aan het milieu exterieur (maag-darmstelsel) afgegeven
Weefselhormonen Hormonen die in bepaalde weefsels worden gemaakt zoals het
spijsverteringsstelsel
,RECEPTOREN (7.1.1)
Receptor:
Bindingsplaats voor hormonen
Liggen op het gelmembraan, in het cytoplasma of in de nucleus
Een hormoon kan 1 orgaan (vb. TSH voor de schildklier) beïnvloeden of meerdere organen
(adrenaline en insuline)
Zolang het hormoon aan de receptor gebonden is, blijft het hormoon effectief
Halfwaardetijd:
Tijd waarin de concentratie van een hormoon tot de helft is gedaald
Hangt af van de stabiliteit van de moleculen en van de snelheid waarmee het hormoon
wordt afgebroken/ uitgescheiden
ADH heeft slechts een halfwaardetijd van enkele minuten; TSH heeft een halfwaardetijd
van enkele dagen
W ATEROPLOSBARE EN NIET-W ATEROPLOSBARE HORMONEN (7.1.2)
Al dan niet oplosbaar in water heeft invloed op:
Het transport in het bloed
Het al of niet kunnen passeren van het celmembraan van de cel waarin het hormoon
werkt
De werking van het hormoon binnen de cel
WATEROPLOSBARE HORMONEN
Altijd eiwithormonen (lange ketens) of peptidehormonen (korte ketens)
Zijn altijd opgebouwd uit ketens van aminozuren
Eiwithormonen: insuline, glucagon, alle hormonen uit de adenohypofyse
Peptidehormonen: neurohypofysehormonen, ADH, oxytocine
Ook adrenaline en noradrenaline
Kunnen zelfstandig met de bloedstroom mee naar de target organs.
Zijn niet in staat het celmembraan te passeren door de vetachtige barrière van het membraan
Receptoren voor deze hormonen liggen aan de buitenzijde van de cel
First messenger: extracellulair hormoon dat de productie van de second messenger
stimuleert waarna de second messenger een aantal reacties op elkaar volgende reacties
op gang brengt waarbij telkens een geactiveerd enzymmolecuul de activering van een
aantal moleculen van een volgend enzym katalyseert Vergroot het effect van hormoon
NIET-WATEROPLOSBARE HORMONEN
Ook wel steroïdhormonen; gemaakt uit cholesterol
Hormonen uit de bijnierschors, geslachtsklieren en schildklier
Carrier:
Plasma-eiwitten die hormonen aan zich binden omdat hormonen zich alleen in deze vorm
aan een receptor van de targetcel kunnen hechten en vervolgens het celmembraan
kunnen passeren.
Receptor-hormooncomplex
Het hechten van hormonen, die het celmembraan zijn gepasseerd, aan specifieke
receptoren in het cytoplasma of nucleus
Hechtere binding dat leidt tot stimulering van de transcriptie van genen waarna de
translatieprocessen leiden tot vorming van de beoogde functionele eiwitten
REGULATIE VAN DE HORMOONPRODUCTIE (7.1.3)
Negatieve feedback
Hormoon oefent invloed uit op een targetorgan waarbij een functie van dit orgaan meer
en meer wordt gestimuleerd. Producten van dit orgaan komen in steeds grotere
concentraties in het bloed en remmen in steeds grotere mate de productie van het
hormoon. Deze producten kunne ook weer hormonen zijn metabolieten (tussen- of
eindproducten die ontstaan na verwerking van een gegeven stof)
7.2 – HYPOFYSE
Hormoonklier ter grootte van een boon die onder de hypothalamus in de sella tercica ligt
Bestaat uit neurohypofyse (hypofyseachterkwab) en adenohypofyse (hypofysevoorkwab)
NEUROHYPOFYSE (7.2.1)
Staat met de hypothalamus in verbinding via de hypofysesteel (bestaat vnl. uit axonen)
De hypofysesteel heeft een sterk ontwikkeld veneus poortadersysteem die beginnen in
de hypothalamus waar de RH en IH worden afgegeven. De venen eindigen in de
adenohypofyse waar de RH en IH de bloedbaan verlaten.
Pagina 2 van 8
, RH en IH stimuleren of remmen de afgifte van de adenohypofysehormonen
Geeft 2 hormonen af:
Worden geproduceerd in de cellichamen van zenuwcellen in de hypothalamus
Worden ook wel neurohormonen
Hormoon Beschrijving
Antidiuretisch hormoon Peptidehormoon
(ADH)
Effect:
- Stimulering van de resportie van water uit de voorurine en daarmee
afname van de mictie
- Bij daling van de arteriële bloeddruk zorgt ADH voor vasoconstrictie
in de perifere vaten Vasopressine
Prikkels voor afgifte:
- Verhoging van KOD in het bloedplasma
- Daling van de arteriële bloeddruk
Oxytocine Peptidehormoon
Effect:
- Contractie van glas spierweefsel met name van de wand van de
uterus tegen het einde van de zwangerschap
- Stimuleert de contractie van myo-epitheliale cellen rondom de
ductuli en alveoli (melkgangen) – Toeschietreflex
Deze reflex laat de relatie tussen limbische systeem en het
hormoonstelsel goed zien
Tijdens de zwangerschap is de uterus ongevoelig voor oxytocine
door progesteron en is er toename van oxytocinase dat oxytocine
afbreekt. Ook is er wel toename van oxytocinereceptoren in het
myometrium. Aan het einde van de zwangerschap neemt de
progesteronconcentratie af wat waarschijnlijk de gevoeligheid van de
uterus voor oxytocine weer verhoogd.
Prikkels voor afgifte:
- Prikkeling van mechanoreceptoren in vagina, cervix, uterus, tepels
Remming:
- Catecholaminen verhinderen de afgifte en remmen de werking van
al vrijgekomen oxytocine
ADENOHYPOFYSE (7.2.2)
Produceert een aantal hormonen met een eiwitstructuur en worden in 2 groepen verdeeld:
1) Direct werkende hormonen – GH en MSH
2) Glandotrope (glandulotrope) hormonen – oefenen hun werking uit op andere klieren
DIRECT WERKENDE HORMONEN
Hormoon Beschrijving
Groeihormoon – GH Stimulering van afgifte door GH-RH uit de hypothalamus en
(somatotroop hormoon – STH) het schildklierhormoon
Remming van afgifte door GH-IH (somatostatine) uit de
hypothalamus
Door stimulering en remming van de afgifte vertoont de
plasmaspiegel een aantal pieken per dag met tussenpozen van
ong. 4 uur.
Effect:
- Stimulering van het vrijmaken van IGF-I (insuline-achtige
groeifactor) uit de lever dat een stimulerend effect heeft op
de eiwitsynthese en daarmee op de groei van kraakbeen,
spierweefsel en bot alsmede epifysairschijven in de
pijpbeenderen
- Regulatie van de vetverbranding, opbouw van spierweefsel
en glucosestofwisseling
- Stimulering van diktegroei van het bot vanuit het periost
Melanocyten-stimulerend Zorgt bij een foetus voor de normale pigmentatie van de huid en
hormoon (MSH = MCSH, de slijmvliezen
Melanotropine)
Is verhoogd tijdens de zwangerschap wat mogelijk samen met
oestrogeen en progesteron hyperpigmentatie veroorzaakt.
Kan zorgen voor chloasma (zwangerschapsmasker)
Pagina 3 van 8
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Anne37. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.