100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Taak 6 - Instrumental conditioning & addiction $3.74
Add to cart

Summary

Samenvatting Taak 6 - Instrumental conditioning & addiction

 67 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting is uitgebreid geschreven met extra voorbeelden en plaatjes uit het boek / artikels. In iedere taak dek ik een hoofdstuk uit het basisboek met bijhorende artikels.

Preview 4 out of 16  pages

  • June 1, 2017
  • 16
  • 2015/2016
  • Summary
avatar-seller
TAAK 6

LEERDOEL 1: HOE WERKT INSTRUMENTELE CONDITIONERING

LEERDOEL 2: HOE STERK BEINVLOED DE BELONING JE ECHTE WIL

LEERDOEL 3: WELKE BELONINGEN ZIJN EFFECTIEF

LEERDOEL 4: WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN WANTING EN LIKING

LEERDOEL 5: WELKE HERSENDELEN ZIJN HIERBIJ BETROKKEN

LEERDOEL 6: KAN INSTRUMENTELE CONDITIONERING LEIDEN TOT VERSLAVING ?

, BOEK: CHAPTER 8 INSTRUMENTAL CONDITIONING



BEHAVIORAL PROCESSES
DE ONTDEKKING VAN INSTRUMENTELE CONDITIONERING
Thorndike  puzzle box, katten werden in de puzzel box gezet
en moesten dan eruit zien te komen. Thorndike concludeerden
dat wanneer een dier zijn respons opgevolgd werd door een
bevredigende consequentie (zoals ontsnappen uit de box of
eten), de waarschijnlijkheid van dit respons zou verhogen.
Wanneer een respons gevolgd werd door onplezierige
consequentie (schok) dan werd deze waarschijnlijkheid minder.
Thorndike zag bij de katten dat de tijd die ze nodig hadden om
te ontsnappen steeds minder werd naarmate de trials. Van
hieruit formuleerde hij de ‘’law of effect’’: Stimulus S  Respons R  Consequentie C



Klassieke conditionering versus instrumentele conditionering
Skinner  las werk van Pavlov en Thorndike, concludeerden dat deze twee types van leren
fundamenteel verschillend waren.
- Klassieke conditionering: ontvangen dieren een consequentie of ze nu wel of niet de
geconditioneerde respons geleerd hebben. Bijvoorbeeld eyeblink conditioning, op
het konijn nu wel of niet de associatie leert tussen de toon en de airpuf, en daardoor
knippert met het oog, de airpuf zal toch komen (respons).
- Instrumentele conditionering: de consequentie komt alleen voor als het dier de
respons uitvoert. Dus bijvoorbeeld bij de puzzel box, als het dier de respons niet
uitvoert zal er ook geen consequentie zijn.
Instrumentele en klassieke conditionering delen wel veel karakteristieken waaronder een
negatieve accelererende leer curven (tijd voor leren verminderd na iedere trial). Ook delen
ze het feit dat geleerde responses de neiging hebben te vervagen wanneer ze niet meer
gepaard worden met een consequentie.



Vrije operante leren
Thorndike  zijn procedure had betrekking tot discrete trials. Dit betekend dat de
onderzoeker het begin en einde bepaalde van iedere trial. De kat word door de onderzoeker
in de box geplaats, dan record die hoelang het duurt voor die eruit is, pakt de kat op en
plaats hem opnieuw in de box. Iedere trial is gescheiden of discreet, en de onderzoeker
bepaald wanneer en hoe vaak een nieuwe trial gedaan word

,Skinner  ontwikkelden een ander paradigma, waarin het dier in het
apparaat gelaten kon worden en kon reageren zo vaak als het dier wilt.
Hij maakte een kooi – Skinner box – met een muur waardoor eten
automatisch geleverd werd. De box bevatte ook een mechanisme als
een hefboom die het leveren van eten controleerden. Wanneer dier hier
tegenaan duwden kwam er eten tevoorschijn. Naarmate de tijd zouden
ze dit gedrag vaker herhalen (tegen dat ding duwen) waardoor ze eten
krijgen (consequentie) ze snappen de relatie tussen deze. Hij noemden zijn systeem de ‘’
vrije operante paradigma ‘’ wat betekend dat het dier het apparaat zelf en vrij kon bedienen
wanneer hij het koos om te doen. Later werd dit operante conditionering genoemd.
 Belangrijk om te onthouden dat operante conditionering een subklasse is van
instrumentele conditionering: discrete trial paradigma zoals Thorndike zijn puzzel box
is ook een type van instrumentele conditionering  Instrumentele conditionering =
hoofdterm.
Deze Skinner box werd wat complexer gemaakt door een stimulus toe te voegen zoals een
lichtje aan de muur die signaleert of de respons bekrachtigd zal worden of niet (lichtje
brand, tegen ding duwen = eten, lichtje uit, tegen ding duwen = geen eten).
 Bekrachtiging: proces van het voorzien van consequenties voor een gedrag die dat
gedrag laten doen toenemen (vb. eten)
 Straffen: proces van het voorzien van consequenties voor een gedrag die dat gedrag
laat afnemen (vb. schok)
Daarna ontwierp Skinner ook nog een apparaat die automatisch de respons
deed opnemen. Een rol papier ontrolt en een pen zit erboven tegen het papier
aan. Telkens als er een respons is van het dier schuift de pen iets naar boven,
zo kan geteld worden hoe vaak de respons is voorgekomen. = Cumulatieve
recorder



COMPONENTEN VAN DE GELEERDE ASSOCIATIE
Stimuli
Discriminerende stimuli  zijn stimuli die signaleren of een bepaalde respons zal leiden tot
een bepaalde uitkomst.
 Zwemmers: startsignaal is een discriminerende stimuli die signaleert dat een
duikrespons nu zal resulteren in een gunstige uitkomst
S (start signaal)  R (duik)  C (voorsprong in de race)
 Skinner box: een lichtje zou gebruikt kunnen worden als discriminerende stimulus:
duwen tegen apparaat wanneer licht aan is resulteert in eten. als licht uit is niet
S (lichtje)  R ( duwen tegen apparaat)  C ( verkrijgen van eten)

, Stimuli eerste gedeelte van de ketting die de respons triggert en leid naar de consequentie.
Soms is de stimuli zo belangrijk dat deze geleerde responsen automatisch lijken op te
wekken.
 Goed getrainde ratten in een bekende doolhof, rende meteen naar het eten
onderweg naar de goal-box. De discriminerende stimuli van de doolhof zijn omgeving
produceerden zo een sterke associatie met de gekende respons (rennen) en
consequentie (eten in de goal-box) dat onverwacht eten in het doolhof deze
associatie niet kon verstoren.= Habit slip  pakt telefoon en toetst bekend nummer
in, in plaats van het nummer die je in moet typen.
 Protestant ethic effect  het dier kiest er eerder voor om te werken voor zijn eten
dan dat die het krijgt van een vrije bron waar die niks voor hoeft te doen. Vb. duiven
leerden dat als ze tegen een disc tikten, ze eten kregen. Maar ze kregen ook eten in
een ander bakje zonder iets te doen. Je zou dan denken dat dat tikken zou afnemen
aangezien die toch eten krijgt. Niet dus. (kinderen vertonen dit ook in een studie). De
associatie zorgt ervoor dat je liever werkt voor de consequentie dan dat je niets doet.



Respons
Bij instrumentele conditionering leert een organisme om een bepaalde respons te geven om
een beloning te krijgen of straf te vermijden (consequentie). Een respons is gedefinieerd
door zijn effect op de omgeving. Bijvoorbeeld: Rat krijgt toegang tot eten wanneer het duwt
tegen de hefboom. S (hefboom in de box)  R (duwen tegen hefboom)  C (eten)
Het duwen tegen de hefboom (respons) word bekrachtigd door eten.
Hoe leren dieren dat hun respons leid tot consequentie?
 door een proces genaamd shaping, waarin succesvolle benaderingen naar de
verlangde respons bekrachtigd worden. vb. rat in Skinner box gaat niet meteen naar
het voedselbakje. Hij zal eerst niks doen beetje rond snuffelen. Als die naar
voedselbakje gaat per toeval krijgt die wat eten en zo steeds zodat die leert dat er
een associatie is tussen het voedsel bakje en het krijgen van eten. daarna is bij het
voedsel bakje zijn niet meer genoeg om eten te krijgen maar nu moet die ook tegen
dat ding tikken om eten te krijgen. Dit is ook iets dat gebeurt bij kinderen  toilet
training.
 Een gerelateerde techniek is chaining, waarin een organisme langzamerhand
getraind word om gecompliceerde volgordes van discrete responsen uit te voeren.
Skinner leerden een rat om aan een touw te trekken, dan een steen op te rapen,
deze over de tunnel dragen, en deze er dan ingooien. Chaining betekend voor het
organisme dat het de linken een voor een moet leren. (eerst trainen dat rat aan
touwtje trekt, dan het volgende etc.). een effectievere manier = backward chaining.
Begint met laatste stap te leren en zo steeds een stap erbij ervoor. Dit gebeurt ook bij
mensen  piano spelen eerst met 2 vingers dan met 1 hand dan met 2 handen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ginahofman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.74
  • (0)
Add to cart
Added