Hoofdstuk 4 pedagogisch-didactisch handelen in de leeromgeving
§4.1 leren en ontwikkelen
Leren: we verwijzen ermee naar zowel het proces (ik ben aan het leren) als naar het
resultaat (ik heb iets geleerd).
Leren impliceert altijd het selecteren, opnemen, verwerken, integreren, vastleggen en
gebruiken van en het betekenis geven aan informatie waar de lerende mee wordt
geconfronteerd.
We spreken van leren wanneer iemand meer kennis heeft verworven, iets vanbuiten
heeft geleerd, een regel heeft toegepast, een andere houding heeft aangenomen.
Er kunnen verschillende vormen van leren binnen een school worden onderscheiden:
Formeel leren: leren vindt doelbewust en op een systematische wijze plaats.
Dit leren wordt vormgegeven door de leraar in de les, cursus, opleiding of
opdracht.
Zelfgestuurd leren: de leerling bepaalt wat en hoe hij gaat leren. Hierbij kiest
hij voor zijn eigen leerdoelen en strategieën om zijn competenties te
verwerven. Dit leren vindt bijv. plaats binnen een stage of project.
Ervaringsleren: leren is meer een bijzaak dan een hoofddoel van de
activiteiten. Het leren is in sterke mate participerend, deelnemend aan een
activiteit of praktijk.
Het wordt niet als leren gepland, de lerende is zich er vaak niet van bewust
dat hij bezig is met leren.
In het onderwijs gebeurt leren vooral georganiseerd en gestructureerd, al wordt ook
daar participerend geleerd via het verborgen leerplan: de dagelijkse gang van zaken,
de manier waarop mensen met elkaar omgaan, de sfeer en cultuur op school.
§4.1.1 Cognitivisme
Cognitivisme Mikt op andere leerprocessen en (pedagogische doelen).
Een belangrijk uitgangspunt voor de cognitieve visie op ‘leren’ is dat de mens wordt
opgevat als een complex, informatie verwerkend systeem.
Een groot deel van de binnenkomende informatie wordt geselecteerd en gecodeerd
in het kortetermijngeheugen en verankerd in het langetermijngeheugen.
Duizenden stimuli komen binnen bij het kort-sensorisch geheugen.
In het kortetermijngeheugen kunnen deze stimuli worden doorgestuurd naar het
langetermijngeheugen of het werkgeheugen.
Als het naar het werkgeheugen wordt verplaatst, wordt er al aanwezige kennis uit het
langetermijngeheugen gehaald en wordt de nieuwe kennis hiermee geconfronteerd,
Er kunnen drie dingen gebeuren:
Er gebeurt niets.
De nieuwe kennis wordt toegevoegd aan de al bestaande kennis in het
langetermijngeheugen (assimilatie).
, De nieuwe kennis brengt een wijziging aan in de al bestaande kennis
(accommodatie), de gewijzigde kennis wordt opgeslagen in het
langetermijngeheugen (adaptatie).
Het cognitivisme houdt zich niet of nauwelijks bezig met de sociale of emotionele
dimensie van leren.
§4.1.3 (Sociaal) constructivisme
(Sociaal) constructivisme: leren impliceert niet alleen verwerking van gegeven
informatie, maar ook het ‘eigen’ maken van kennis door actieve constructie.
Het constructivisme gaat uit van de veronderstelling dat een lerende de informatie
die van buitenaf wordt aangeboden, niet rechtstreeks opneemt. De informatie wordt
altijd geïnterpreteerd, bewerkt en geassimileerd.
Kortom: geconstrueerd – in samenhang met aanwezige voorkennis, vaardigheden,
verwachtingen en behoeften.
§4.1.4 Brein en leren
Vanuit de breinstudies is er meer aandacht voor gedragssturing.
Executieve functies: hogere cognitieve processen die nodig zijn om activiteiten te
plannen en te sturen. Alle executieve functies hebben een controlerende en een
aansturende functie.
Executieve functies: bevinden zich in de prefrontale cortex van de hersenen. Ze
helpen bij alle soorten taken, maar ze vertellen niet hoe intelligent, charmant of
verbaal vaardig iemand is.
De executieve functies horen bij het denkvermogen. Zonder deze functies is goed
georganiseerd gedrag niet mogelijk.
De executieve functies worden ook wel de uitvoerende macht genoemd. Er zijn
grofweg vier soorten:
Impulsbeheersing
Concentratie
Flexibiliteit
Prioriteiten stellen
Om te kunnen presteren op school zijn daarnaast nog vele elementaire en complexe
neurocognitieve functies nodig:
Perceptie (auditief, visueel, haptisch, ruimtelijk).
Visuele constructie
Bewerken van mentale beelden
Taalfuncties
Geheugenfuncties
Aandachtsfuncties
Conceptvorming
Planmatig werken
§4.2 onderwijsvernieuwing: de pedagogische dimensie centraal
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller athinachimezie123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.