uitlegging/interpretatie de activiteit die een interpretans koppelt aan een interpretandum
Interpretandum Brandstof voor interpretatie, interpretatievoorwerp, brongeheel
interpretans Interpretatie die je geeft aan een interpretandum, doelgeheel
referent De entiteit die opgeroepen wordt door de betekenis, de buitentalige entiteit
waar het teken voor staat
Semantische interpretatie de letterlijke betekenis van woorden en zinnen
interpretans wordt beperkt tot cognitieve handelingen
niet contextafhankelijk
deductief redeneren: redenering waarbij je ondubbelzinnig tot de juiste
conclusie komt
veri eerbare uitspraken: apodictisch, zijn noodzakelijkerwijs en
onvoorwaardelijk juist
sophia: theoretische wijsheid, wijsheid dat inhoudt dat iemand de set aan
argumenten heeft die veri eerbare uitspraken rechtvaardigen
volledig heteronome rechtsvinding
Pragmatische interpretatie de uitingsbetekenis, betekenis van uitdrukkingen (woorden en zinnen) in een
concrete context
interpretans: cognitieve en volitieve handelingen
contextafhankelijk
abductief redeneren: redenering waarbij inhoud van belang is en waarbij
conclusie enkel overtuigend kan zijn als inhoudelijke info klopt
waarderingsuitspraken: uitspraken die in bepaalde mate overtuigend zijn
phronesis: praktische wijsheid, wijsheid die inhoud dat iemand kennis heeft
van set aan argumenten die nodig zijn om waarderingsuitspraken te
rechtvaardigen
deel autonome rechtsvinding
3 vormen pragmatische - explicatuur: semantische betekenis, focus op wat expliciet gezegd is,
interpretatie verhelpt meerduidigheid
- implicatuur: zenderbedoeling, focus op wat impliciet bedoeld is, verhelpt
vaagheid
- rechtsgevolgeninterpretatie: rechtsgevolgen, focus op gevolgen die recht
hecht aan interpretandum, verhelpt vaagheid
juridische uitlegging Activiteit waarbij uitlegger inhoud/betekenis van een rechtsregel in concreet
geval bepaalt
1
 fi fi
, Rule skepticism Overtuiging dat er niet zoiets bestaat als een objectieve rechtsregel of een
objectieve inhoud van recht
standpunt Inhoud die uitlegger, rekening houdend met speci eke doelstelling,
toeschrijft aan geheel van relevante interpretanda in een concreet geval
Authentieke interpretatie Uitlegger is bevoegd om relevante interpretanda uit te vaardigen, af te
scha en of op een of andere manier te beïnvloeden
andersoortige interpretatie Uitlegger is niet bevoegd om relevante interpretanda uit te vaardigen, af te
scha en of op een of andere manier te beïnvloeden
Dura lex sed lex hoe streng/onrechtvaardig een regel ook is, die regel dient toegepast te
worden
kan leiden tot wijziging in recht, maar niet veelkomend
Erg moeilijk door: juridisering, instrumentalisering, fragmentarisering
Ideale wereld versus ideaal: volledig heteronome rechtsvinding, enkel recht bepaalt hoe besluit
werkelijkheid uitlegger moet luiden
werkelijkheid: autonome rechtsvinding, persoon uitlegger speelt rol,
uitleggers zijn mensen en geen perfect rationele wezens: psychologische
aspecten, professionele motivatie, persoonlijke eigenschappen,
institutionele context en technologische aspecten spelen een rol
paradigma loso sche aannames of kern van elementaire overtuigingen die
handelingen uitlegger sturen en diens wereldbeeld bepalen
wereldbeeld manier van denken over complexiteit reële/sociale/juridische wereld om er
vat op te krijgen
ontologisch uitgangspunt Aannames over de aard van de werkelijkheid
epistemologisch aannames over hoe we die werkelijkheid kunnen kennen
uitgangspunt
Axiologische uitgangspunt aannames over de rol van waarden en morele overtuigingen bij de uitlegging
Methodologisch Aannames over beste manier van uitlegging
uitgangspunt
Staatskundig uitgangspunt aannames over meest gepaste verhouding tussen 3 staatsmachten
Positivistisch paradigma Heteronome rechtsvinding, uitlegging = activiteit waarbij uitlegger slecht
beschrijving geeft van bepaald interpretanda
ontologisch: geloof in 1 realiteit/werkelijkheid (realisme)
epistemologisch: realiteit kennen door verstandelijk vermogen en empirische
waarnemingen
axiologisch: uitlegger als neutrale archeoloog
methodologisch: deductief redeneren
staatskundig: monopolie wetgever, groot wantrouwen RM, democratie ten
grondslag van recht
verhouding uitlegger-interpretandum: subjectief (beiden bestaan als obj
realiteiten) en dualistisch (beiden bestaan volledig los van elkaar)
Correspondentietheorie ware kennis correspondeert met de onafhankelijke werkelijkheid
formeel rechtspositivisme regelgeoriënteerde benadering, recht = geheel van handelingen waarmee
bepaalde autoriteit zegt wat recht is en dus gedrag voorschrijft
descriptief gedragsgeoriënteerde benadering, recht = geheel van regelmatige
rechtspositivisme gedragingen die mensen stellen wanneer ze bepaalde problemen
aanpakken en waar ze betekenis aan hechten
2
fi
fffi fi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KLBG. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.68. You're not tied to anything after your purchase.