100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting verzekeringsrecht (powerpoints + notities + aangevuld met de cursus) $7.32   Add to cart

Summary

Samenvatting verzekeringsrecht (powerpoints + notities + aangevuld met de cursus)

 19 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van het vak verzekeringsrecht gedoceerd in het tweede jaar van rechtspraktijk aan de HoGent. De samenvatting omvat zowel de powerpoints als notities van de lessen. Ook heb ik waar nodig de cursus betrokken.

Preview 4 out of 39  pages

  • Yes
  • August 27, 2023
  • 39
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
VERZEKERINGSRECHT
DEEL 1: De verzekeringswereld
Waarom verzekeren?
 Beschermen tegen gevaren en risico’s
 Werd op verscheidene manieren al gedaan
o Via preventieve maatregelen
 Nadeel  soms ondoelmatig/onmogelijk of ondoeltreffend
o Sparen
 Nadeel  schade te groot of schade komt vroeger dan verwacht
o Kostenspreiding over verschillende personen
 Nadeel  slechts betrekking op bepaalde risico’s
o OPLOSSING  de verzekering
 Dit is een techniek die berust op interpersonele en intertemporele
spreiding van één of meer risico’s tussen de dragers van een
gelijksoortig risico
De oorsprong van verzekeren
1. VOOR Christus
a. Kleine gemeenschappen die zoenoffers gaven aan de goden  eerste
verzekeringspremies
b. Hammoerabi  eerste verzekeringswetgever
c. Grieken en Romeinen
i. Lenen op bodemerij, bestaat nog in art. 1984 oud BW (lastgeving)
ii.  geldschieter betaalde aan een reder geld om het schip reisklaar te
maken, wanneer het schip goed terugkeerde werd een rente betaalde
boven op het uitgekeerde kapitaal
2. NA Christus
a. Middeleeuwen
i. Eerste gilden  vereniging tegen gevaar van volksverhuizingen en
terreurbendes
b. 12de eeuw
i. Lijfrentemodel  steden inden kapitaal in ruil voor levenslange rente
de
c. 13 eeuw
i. Paus Gregorius  verbod voor christenen om tegen interesten geld te
lenen
de
d. 15 eeuw
i. Ontstaan van moderne verzekeringscontracten
e. Eerste levensverkeringen
i. Was eerder een gokspel
ii. Lorenzo Tonti  tontinebeding (twee of meer personen samen in
onverdeeldheid een onroerend goed verwerven met het beding dat
het deel van de eerst-stervende door aanwas zal toekomen aan de
langstlevende onder hen) Niet per se te kennen
f. Eerste schadeverzekeringen
i. Lombardische zeeverzekering

1

, ii. 17de eeuw Lloyds of London (zij kunnen ook gewone zeer vermogende
particulieren zijn die andere personen gaan verzekeren)
iii. 19de eeuw Industriële revolutie  ontstaan van
ongevallenverzekeringen
iv. 20ste eeuw, opkomst van de auto  aansprakelijkheidsverzekeringen
3. TOEKOMST
a. Problemen omtrent laster via internet
b. Drones etc.
Soorten verzekeringen
1. Algemeen
a. Wet op verzekeringen hanteert twee classificaties
i. Schade VS persoonsverzekering
ii. Verzekering tot vergoeding van schade VS tot uitkering van een vast
bedrag
2. Verschillende classificaties
a. Schadeverzekering (art. 105 en 106 Verzekeringswet steeds na te leven)
i. art. 5, 15° Verzekeringswet
ii. bijvoorbeeld: brandverzekering – rechtsbijstandsverzekering –
aansprakelijkheidsverzekering
b. Persoonsverzekering (art. 158 en 159 steeds na te leven)
i. art. 5, 15° Verzekeringswet
ii. bijvoorbeeld: levensverzekering, ziekteverzekering,
hospitalisatieverzekering
c. Verzekering tot vergoeding van schade/ Indemnitaire verzekeringen
i. art. 55, 3° Verzekeringswet
ii. zowel eigen schade, als schade aan derden
iii. art. 91-101 verzekeringswet
iv. elke schadeverzekering is verzekering tot vergoeding van schade
d. Verzekering tot uitkering van een vast bedrag/ Forfaitaire verzekering
i. art. 55, 4° Verzekeringswet
ii. levensverzekering is steeds een verzekering tot uitkering van een vast
bedrag
e. Wettelijk verplichte verzekering
i. BA auto, 10-jarige aansprakelijkheid architect
ii. Arbeidsongevallenverzekering
f. Contractueel verplichte verzekering
i. bij aangaan van hypotheek  verplicht tot nemen van
brandverzekering, schuldsaldoverzekering (een levensverzekering die
wordt aangegaan als waarborg van een lening)
g. Vrij te onderschrijven verzekering
i. omniumverzekering
h. Verzekering tot bescherming van patrimonium
i. Bv brandverzekering – diefstalverzekering
i. Verzekering bescherming van de personen
i. Arbeidsongevallenverzekering – levensverzekering
j. Verzekering tot bescherming van aansprakelijkheid
i. BA privé leven

2

,De verzekeringsovereenkomst
1. Definitie
a. Art. 5,14° Wet betreffende verzekeringen (WV):
2. De verzekeraar
a. art. 5,1° WV
b. meestal de verzekeringsmaatschappij
c. draagt het risico waarbij hij zich verbindt tot het leveren van een bepaalde
prestatie
3. De verzekeringsnemer
a. Heeft GEEN wettelijke definitie
b. Is de persoon die de verzekeringsovereenkomst onderschrijft
c. Kan zelf de verzekerde zijn
4. De verzekerde
a. art. 5,17° WV
b. schadeverzekering  degene die door de verzekering is gedekt tegen
vermogensschade
c. persoonsverzekering  degene in wiens persoon het risico van het zich
voordoen van het verzekerde voorval, gelegen is
d. Bv: Jan sluit een levensverzekering af en betaalt ook de premie. Hij wil zijn
echtgenote verzekeren tegen de financiële gevolgen van zijn overlijden.
Jan = verzekeringsnemer Jan = verzekerde
5. De begunstigde en/of rechthebbende
a. Art. 5,18° WV
b. Is degene aan wie de overeengekomen schadevergoeding moet uitgekeerd
worden
c. Bv: Jan sluit een BA-verzekering af voor zijn wagen en betaalt ook de premie.
Jan leent zijn auto uit aan Piet.
Piet veroorzaakt een ongeval en is aansprakelijk voor de schadelijke gevolgen.
An is gewond.
An = rechthebbende
6. Risico
a. Een potentieel gevaar
b. Uitz bij de levensverzekering  overlijden is zeker, MAAR het tijdstip waarop
is onzeker
7. Verzekerbaar belang
a. Belang hebben dat het risico zich niet voordoet of belang hebben bij het
voortbestaan van de zaak
b. Persoonsverzekering  moreel belang volstaat hier
c. Schadeverzekering  moreel belang volstaat NIET, materieel belang is vereist
8. Premie
a. Art. 5, 19° WV
b. Kan zowel vast als veranderlijk zijn
9. Verzekeringsprestatie
a. Art. 55, 2° WV
b. Ten laste van de verzekeraar
i. Schadevergoeding uitkeren
ii. Dienstverlening garanderen

3

, Oefeningen
1. Pg 25 in handboek

DEEL 2: Risk management
Risico of risk
 Essentieel voor een verzekeringsovereenkomst
o Zonder risico geen verzekering
 Risico  onzekere, toekomstige gebeurtenis waarvan het zich voordoen buiten de wil
van de verzekeringsnemer/verzekerde/begunstigde val t
 Risico in 4 verschillende betekenissen
1. Verzekerde voorwerp
 Autoverzekering  AS ten aanzien van een derde
 Levensverzekering  het overlijden van de verzekerde
2. In de verzekeringsovereenkomst gedekte gebeurtenis
3. Kans dat het gedekte gevaar zicht voordoet
4. Intensiteit van de mogelijke gevolgen van het zich voordoen van een gedekte
gebeurtenis
Management
1. Identificatie van het risico
 Checklist/ inspectie ter plaatse
2. Beoordeling van het risico
 Meestal op basis van statistieken
i. Naar behoren inschatten hoe groot schadegevallen zullen zijn
ii. In functie daarvan een premie berekenen
iii. Inversie van productiecyclus  normaal worden kosten gemaakt voor
de consumptie, bij verzekeren gebeurt net het omgekeerde, er wordt
eerste moet er schade of aansprakelijkheid zijn en daarna worden de
kosten ervan berekent
iv. Sterftetabellen belangrijk voor levensverzekeringen
 Vereiste van voldoende spreiding van het risico
i. Opdat risico verzekerbaar is mag dit slechts bij klein aantal leden van
de verzekerde groep zich voordoen
 Vereiste van frequentie
i. Er moeten genoeg schadegevallen zijn om binnen een redelijke termijn
een statistiek op te maken
3. Preventie
 Preventiemaatregelen laten opleggen
i. Alarm plaatsen bij een diefstalverzekering
4. Financiering van het risico
 Indeling van de risico’s
i. Aard van het risico
ii. Voorwerp van het risico
 Verschil roerende en onroerende goederen
iii. Waarde van het risico
iv. Duur van het risico



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emielvandenberghe2. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.32. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70840 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$7.32
  • (0)
  Add to cart