100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
LWEO financiele zelfredzaamheid samenvatting VWO $3.33   Add to cart

Summary

LWEO financiele zelfredzaamheid samenvatting VWO

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Level

LWEO financiele zelfredzaamheid samenvatting VWO. examenstof 6 vwo.

Preview 2 out of 6  pages

  • August 27, 2023
  • 6
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Bedrijfseconomie
financiële zelfredzaamheid hoofdstuk 1 t/m 8
Hoofdstuk 1:
 Risico- avers: als er een kans is voor verzekering doe je het (risico vermijden)
 Risico neutraal: risico uitdrukken in geld en dan kijken hoeveel het zou kosten als het mis
gaat
Hoofdstuk 2:
Verschillende vormen van lenen:
 Consumptief krediet
 Persoonlijke lening
 Doorlopend krediet
 Huurkoop en koop op afbetaling
Consumptief krediet:
 Lening voor consumptieve doeleinde, meestal privé voor bijvoorbeeld: fiets, auto,
levensonderhoud of vakantie.
Persoonlijke lening:
 Aanschaf van duurzame consumptiegoederen.
Doorlopend krediet:
 Er word een maximaal te lenen bedrag vastgesteld = krediet limiet
 Je lost maandelijks af door middel van annuïteiten, maar je kunt ook weer opnemen mits je
maar binnen het afgesproken limiet blijft.
 Je betaalt rente over het opgenomen bedrag.
Koop op afbetaling:
 De koper koopt een product en doet de eerste aanbetaling en is meteen eigenaar.
Vervolgens word de rest in termijnen afbetaald.
Huurkoop:
 De koper koopt een product en betaald in termijnen.
 Pas na betaling van het laatste termijn is de koper eigenaar van het product.
 Als er iets gebeurt met het product voor de laatste betaling dan zijn de kosten voor de
winkel/ de eigenaar op dat moment. Hierdoor is de rente over het product ook hoger.

Hoofdstuk 3:
 Inkomensafhankelijkheid
 De overheid bepaalt met hoeveel % rente de huren max. mogen stijgen.
 Hoog inkomen= hogere huurverhoging
 Laag inkomen= lagere huur verhoging
Woning corporatie:
 Een organisatie die zich richt op het bouwen, beheren en verhuren van kwalitatief goede
woonruimte
Huren:
 De huurder betaalt elke maand de huur
 De huurder moet noodzakelijke reparaties toestaan
 De huurder moet zelf het dagelijkse kleine onderhoud verrichten
Voordeel van huren:
 Onderhoud is voor kosten van de verhuurder
 Je bent veel mobieler, huren is zeer geschikt voor tijdelijke bewoning.
 Je geniet huurbescherming
Nadeel van huren:
 Elk jaar huurverhoging
 Vaak lang op een wachtlijst voordat je een woning krijgt

, Kopen:
 Koop en verkoop van een huis doe je meestal met een makelaar.
 Financiering van de woning gaat meestal meteen: hypothecaire lening: lening met onroerend
goed als onderpand.
 De geldnemer( de koper van het huis) VERSTREKT het recht van hypotheek aan de bank.
 Als de geldnemer de lening niet meer kan betalen, gebruikt de bank haar recht op
hypotheek: gedwongen verkoop van het huis. De eigenaar verkoopt het huis en betaalt met
dat geld eerst de lening af en de rest kan zelf worden gehouden om eventueel een kleiner
huis te kopen.
Krijg je inkomen dan betaal je inkomensheffing:
 Inkomensbelasting: berekend via schijven
 Premies zorgverzekering: Aow, Anw, akw en de zorgwet
Stappen:
1. Bereken brutoloon
2. Trek aftrekposten af van brutoloon en je krijgt belastbaar inkomen
3. Bereken inkomensheffing door middel van belastbaar inkomen
4. Trek kortingen af van berekende inkomensheffing
5. Trek inkomensheffing af van brutoloon en je krijgt nettoloon
Aftrekposten(belastingvoordeel):
 Hypotheekrente
 Ziektekosten
 Giften
 Studiekosten
 Partneralimentatie
 Reiskosten
 Lijfrente
De hypothecaire lening:
 Een lening met onroerend goed als onderpand
 Een gedekt krediet
 Lager risico voor de geld verstrekker
 De verpanding word vastgelegd in de hypotheek akte
 De koper van het huis verstrekt het recht van hypotheek= hypotheek gever
 Dit gebeurt bij notaris
Hypotheek vormen:
 Lineaire hypotheek: er word een vast bedrag afgelost elk jaar en hierdoor neemt de rente elk
jaar af.
 Annuïteiten hypotheek: er word een gelijkblijvend bedrag aan rente+ aflossingen betaald, dit
is de bruto last( word er aan de bank betaald). Het rentedeel van de annuïteiten word steeds
kleiner en het aflosgedeelte steeds groter. Het belastingvoordeel neemt daarmee ook af.
Formule:
Belastingvoordeel= belastingtarief x rente bedrag
Bruto last= de rente + aflossing
Netto last= bruto last- belastingvoordeel
Verplicht sparen bij een pensioenfonds:
 Verplicht voor alle werknemers
 Vrijwillig voor ZZP'ers of ondernemers
 Mensen in loon betalen gemiddeld 20% van hun loon
 De contante waarde van de huidige en toekomstige pensioenverplichting, aan de hand van
de rekenrente
Formule:
Dekkingsgraad= waarde belegging pensioenfonds: waarde verplichtingen pensioenfonds x 100%
Vrijwillig sparen:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittwagenaar. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83822 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.33
  • (0)
  Add to cart