7.4.3
VERVAGENDE
GRENZEN
BEELDCULTUUR
VOOR
JONG
EN
OUD
43
7.4.4
POSTMODERNISME
EN
BEELD:
THEMA’S
44
7.4.4.1
Intertekstualiteit
45
7.4.4.2
Intermedialiteit
en
transmedialiteit
45
7.4.4.3
Remix-‐cultuur
46
7.4.4.4
Ironie
en
humor
46
7.4.4.5
Parodie
en
pastiche
47
7.4.4.6
Reflexiviteit
en
identiteit
47
7.4.4.7
Hyperrealiteit
47
7.4.4.8
Postmoderne
cinema
48
8.
BEELD,
REPRESENTATIE
EN“DE
ANDER”
48
8.1
BEELDVORMING
«
REPRESENTATIE
48
8.2
HET
TOT
STAND
KOMEN
VAN
BETEKENIS
BINNEN
EEN
‘CULTUURCIRCUIT’
49
8.3
HOE
VINDT
(MEDIA)REPRESENTATIE
PLAATS?
50
8.3.1
RELATIE
TEKEN
EN
BETEKENIS
50
8.3.2
MEDIAREPRESENTATIE
HEEFT
DUS
TE
MAKEN
MET…
50
8.4
ONDER-‐REPRESENTATIE
51
8.5
DIVERSITEIT
EN
POPULAIRE
CULTUUR:
HOLLYWOOD
EN
DIVERSITEIT
52
8.5.1
BLACKFACE
IN
HOLLYWOOD
52
8.5.2
WHITEWASHING
52
8.5.3
TOKENISME
53
8.5.3.1
Token-‐test
53
8.6
CASUS:
REPRESENTATIE
VAN
VROUW
IN
MEDIA
54
8.7
CASUS:
REPRESENTATIE
VAN
ARABISCHE
WERELD
EN
MOSLIMS
56
8.7.1
ORIËNTALISME
56
8.7.1.1
Oriëntalisme
in
populaire
cultuur
56
8.8
AFSLUITING
REPRESENTATIE
57
4
,
9.
FILM
57
9.1
INLEIDING
57
9.1.1
FILM
EN
REPRESENTATIE
57
9.1.1.1
Voorbeelden
58
9.1.2
DE
WIJZE
VAN
REPRESENTATIE:
HET
DEBAT
OVER
REALISME
OF
INTERPRETATIEVE
WEERGAVE
59
9.1.2.1
Mimesis
59
9.1.2.2
Interpretatie
59
9.1.2.3
Realisme
of
interpretatie,
ook
bij
documentaires
60
9.1.2.4
Kritieken
op
discussie
over
representatie
60
9.2
AUDIOVISUELE
BOUWSTENEN:
EEN
AUDIOVISUEEL
LAGENMODEL
61
9.2.1
AUDIOVISUELE
BOUWSTENEN:
DE
LAAG
VAN
HET
VERHAAL
61
9.2.1.1
De
opdeling
in
sequenties,
voorbeeld
“Trainspotting”
61
9.2.1.2
De
laag
van
het
verhaal:
oorzaak/gevolg
62
9.2.1.3
De
laag
van
het
verhaal:
lineaire
en
non-‐lineaire
structuren
62
9.2.2
AUDIOVISUELE
BOUWSTENEN:
LAAG
VAN
DE
UITBEELDING
VAN
HET
VERHAAL
63
9.2.3
AUDIOVISUELE
BOUWSTENEN:
LAAG
VAN
DE
AFBEELDING
VAN
HET
VERHAAL
64
9.2.4
AUDIOVISUELE
BOUWSTENEN:
DE
LAAG
VAN
DE
BUITENBEELDSE
MUZIEK
EN
GELUIDEN
65
9.3
OVERKOEPELENDE
KENMERKEN
VAN
EEN
FILM
65
9.3.1
GENRES,
ICONOGRAFIE
EN
THEMA’S
66
9.3.1.1
Waarden
in
een
film:
model
van
Todorov
(genre
overschrijdend)
67
9.4
INTERTEKSTUALITEIT
EN
INTERMEDIALITEIT,
EEN
FILM
IN
EEN
REFERENTIENETWERK
68
9.4.1
INTERTEKSTUALITEIT
68
9.4.2
INTERMEDIALITEIT
68
9.4.2.1
Soorten
intermedialiteit
69
5
, Beeldcultuur
Beelden
Het
begrip
‘beeld’
- Etymologie:
billingr
(Oud-‐Noors
‘tweeling’)
en
billijk
(‘wat
past
bij’,
‘wat
overeenkomt
met’)
- Imago,
image,
imagine:
imitare,
imiter
(‘nabootsen’)
(zie
ook
‘boetseren’)
- Beeld
als
iets
samenhangend
en
overzichtelijk:
vijandbeeld,
toekomstbeeld,
‘beeldig’
- Religieuze
connotaties,
eikōn
(Grieks
‘beeld’)
- Gebruikt
voor
veel
verschijnselen:
schilderij,
foto,
film,
tekening,
standbeeld,
spiegelbeeld,
denkbeeld,
droombeeld,
imago,
…
Soorten
beelden
Representatieve
vs
niet-‐representatieve
beelden
- Grondfunctie
van
een
beeld:
het
afwezige
(of
onbestaande)
aanschouwelijk
maken
of
representeren
- Maar:
er
zijn
ook
‘autonome
beelden’:
op
zichzelf
gericht,
non-‐figuratief,
niet-‐
representatief
Ø Non-‐figuratieve
of
abstracte
kunst
Ø Gradaties
van
abstractie
Ø Link
met
decoratieve
kunst
6
, Het
probleem
van
‘gelijkenis’
(bij
externe/objectieve
beelden)
- Wanneer
is
iets
een
beeld
(van
iets)?
Wanneer
is
er
voldoende
gelijkenis?
- Plato:
een
beeld
moet
niet
alle
eigenschappen
hebben
van
hetgeen
het
afbeeldt
(anders
is
het
een
duplicaat,
vb.
munten
zijn
geen
‘beelden’
van
elkaar)
- Beeldtheoreticus
Nelson
Goodman:
Ø Gelijkenis
op
zich
is
niet
voldoende
om
iets
een
beeld
te
noemen
Ø Er
kan
altijd
een
overeenkomst
gevonden
worden
(zie
schema
Popper)
Ø Gelijkenissen
zijn
meestal
asymmetrisch
- Beeldtheoreticus
Joshua
J.
Gibson:
gelijkenis
berust
niet
op
willekeurigheid,
maar
op
variabelen
van
een
hogere
orde
Ø Verbindingen
Ø Snijpunten
Ø Knooppunten
Ø Onderlinge
verhoudingen
van
vormen
en
vlakken
- J.
M.
Peters:
objectieve
gegevens
zijn
inspiratiebron
voor
subjectieve
herkenning
Pareidolie
Pareidolie
of
pareidolia
is
een
psychisch
verschijnsel,
een
vorm
van
illusie
waarbij
iemand
een
zodanige
interpretatie
van
onduidelijke
of
willekeurige
waarnemingen
heeft,
dat
hij
hierin
herkenbare
dingen
meent
waar
te
nemen.
Reëel
waarneembare
wereld?
- Niet
al
die
beelden
stellen
een
reëel
waarneembare
werkelijkheid
voor
Ø Afbeelding:
nabootsing
van
bestaande
of
verleden
realiteit.
‘Representatie’
van
een
realiteit.
Bv.
Foto,
maquette,
…
Ø Uitbeelding:
uiting
van
iets
dat
niet
tot
waarneembare
realiteit
behoort.
Bv.
Surrealistisch
schilderij,
schilderij
van
Het
laatste
Oordeel,
begrippen
of
gevoelens
uitbeelden
Ø Afbeeldingen
van
uitbeeldingen
7
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliedecock. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.