Inhoud voor Nederlands 1 tentamen van de PABO. Hoofdstuk 1, 2, 4, 5, 9 en 10 worden volledig beschreven met afbeeldingen uit het boek ter aanvulling. Zelf heb ik een 7,4 hiermee gehaald. Succes met studeren!
Kwalificatie:
Met taal kunnen kinderen kennis, vaardigheden en houdingen eigen maken. Leerlingen
leren eerst de basiskennis van de taal en de taalvaardigheden spreken, schrijven, lezen en
luisteren.
Socialisatie:
Met taal wordt een kind voorbereid op het leven als lid in een gemeenschap. Op de
basisschool leren kinderen kennis en vaardigheden van de Nederlandse cultuur.
Subjectivering:
Dit is de vorming van de persoon. Leerlingen worden zich op de basisschool bewust van hun
verantwoordelijkheden en krijgen ruimte om zich aangesproken te voelen door hun
omgeving.
Met een goede beheersing van taal kunnen leerlingen ook gemakkelijker de inhoud van
andere vakken begrijpen en vergroten ze hun kennis van de wereld. Door taal leren kinderen
zichzelf kennen en uitdrukken.
Er zijn acht verschillende soorten taalonderwijs. Hieronder worden ze allemaal kort belicht:
1. traditioneel taalonderwijs:
Taal wordt in deelvaardigheden geïsoleerd aangeleerd. Onderdelen worden los
aangeboden. Nadruk ligt erg op de schriftelijke vaardigheden.
- Grammatica
- Schrijven
- Lezen
Er is weinig aandacht voor spreken en luisteren. De leraar heeft de rol van
overdrager van de leerstof.
Voordeel is dat het overzichtelijk is aan te leren en analyseren. Het nadeel is dat niet
alle onderdelen van taal evenwichtig worden aangeboden. Minder meetbare
aspecten worden niet belicht.
2. Thematisch- cursorisch taalonderwijs:
Taal leer je door taal te gebruiken in zinvolle situaties. Er wordt zo veel mogelijk
vanuit thema’s gewerkt waarbij de leerkracht interessante vragen en opdrachten
maakt voor de leerlingen. Daarnaast zijn er cursorische activiteiten zoals technisch
lezen, schrijven en grammatica. De leerkracht stuurt dit proces aan. Bijv. hoe moet je
interviewen?
Voordeel is dat leerlingen met thema’s bezig zijn en dit als zinvol ervaren. Het nadeel
is dat het voor de leerkracht lastig is om te meten wat kinderen geleerd hebben.
Stroming kwam op begin jaren ‘70.
3. Taal bij alle vakken:
, Deze visie gaat ervan uit dat taal meer is dan een materie en geleerd moet worden in
alle aspecten van school. De leerkracht is gericht op interactie met de groep. Met
goede instructies en omschreven taaltaken ontwikkelen de leerlingen een juist
denkproces. Voordeel hiervan is dat taal wordt gebruikt in situaties die voor hen
betekenisvol zijn en strategieën als begrijpend lezen middelen zijn die bij andere
vakken kan worden ingezet. Een nadeel is dat bepaalde taalonderdelen, zoals
spelling, niet goed uit te verf komen.
Ontwikkelde begin jaren 80.
4. Communicatief onderwijs:
Communicatie staat centraal. Leerlingen leren zowel mondeling als schriftelijk
communiceren. Er is minder aandacht voor correct taalgebruik. Leerlingen leren
meer: zender → boodschap → ontvanger. Leerkrachten creëren reële
communicatieve situaties die ook buiten school zouden kunnen plaatsvinden.
Leerlingen raken gemotiveerd om taal in communicatie te gebruiken. het nadeel is
dat onderdelen als spelling onderbelicht zijn. Ontwikkelde in begin jaren 80.
5. Whole-language benadering
Deze visie zegt dat taal ondelen in stukken onnatuurlijk is voor leerlingen en ze dus
taal als geheel aangeboden moeten krijgen. Het uitgangspunt is dat alle leerlingen,
zowel mondeling als schriftelijk,wat te vertellen hebben. Kinderen leren taal door taal
te gebruiken. Leerlingen schrijven zelf teksten aan de hand van het onderwerp die de
docent introduceert. Daarna bespreken de leerlingen de inhoud en vorm met de
docent en andere leerlingen. In deze vorm staat de taalgebruiker centraal.
6. Strategisch taalonderwijs:
Visie: voor het uitvoeren van communicatieve taken moeten leerlingen strategieën
beheersen. Bijvoorbeeld hoe je uit een tekst de hoofdgedachte haalt. Leerlingen
krijgen procedures aangereikt die ze kunnen volgen om iets te doen. Voordeel
hiervan is dat leerlingen middelen hebben om grip op taal te krijgen. Anderzijds is
een nadeel dat de strategieën een doel op zich worden en niet een middel om taal
beter te beheersen.
Opkomst in jaren ‘80.
7. Taakgericht taalonderwijs:
Leerlingen leren niet alleen taal om taken uit te voeren maar ook door taken uit te
voeren. Taken zijn zo opgebouwd dat taal nodig is om tot een goed einde te komen.
Leerlingen worden gemotiveerd om een kloof te overbruggen omdat de taak in de
zone van naaste ontwikkeling ligt. Door interactie met anderen worden ze
taalvaardiger. Wat leerlingen zelf ontdekken blijft beter hangen en leidt tot
fundamenteel leren.
Opkomst in jaren ‘90 en vooral gebruikt in NT2 leerlingen.
8. Interactief taalonderwijs:
Leerlingen kunnen het beste taal leren in een krachtige leeromgeving waarbij
rekening wordt gehouden met hun individuele verschillen en behoeften.
, Betrokkenheid en activiteit staat centraal. Deze manier van taalonderwijs kent drie
pijlers:
1. Betekenisvol leren: Kinderen leren het beste in contexten die voor hen
belangrijk zijn. Leren is een actief proces. Kennis van taal en van de wereld
wordt vaak opnieuw georganiseerd door het taalaanbod wat ze krijgen.
2. Sociaal leren: Leerlingen leren in samenwerking en samenspraak met
anderen. Er worden gemeenschappelijke doelen nagestreefd. Leerlingen
leren taal door voorbeelden van gesprekken van volwassenen of
medeleerlingen.
3. Strategisch leren: Leerlingen hebben strategieën om bepaalde taalproblemen
op efficiënte wijze op te lossen.
Interactief taalonderwijs verenigt veel van de genoemde taalvisies, met uitzondering van
traditionele taalonderwijs. Meeste methodes gebruiken nu interactief taalonderwijs als
uitgangspunt.
Inhouden en doelen
Inhouden van taalonderwijs:
1. Taalvaardigheden: spreken en luisteren. Leren kinderen door systematische
instructie en veel doen.
2. Woordenschat: Fundamenteel belang. Heeft een rol in alle domeinen van het
taalonderwijs.
3. Jeugdliteratuur: Boeken brengen kinderen in aanraking met andere culturen. Het
heeft ook een taalverwerving doel. kinderen leren verschillende schrijfstijlen,
woorden, doelen en genres. Dit kunnen ze gebruiken als ze zelf moeten schrijven.
4. Taalbeschouwing: Leerlingen leren reflecteren door taal en taalgebruik. Ze gaan
erover nadenken en zijn zelf bewusten van taalgebruikbij spreken, luisteren, lezen en
schrijven.
Er zijn kerndoelen geformuleerd om kwalitatief goed onderwijs aan te kunnen bieden. In
totaal zijn het er 12 onder drie domeinen.
Mondeling onderwijs:
1. leerlingen leren informatie halen uit gesproken taal en kunnen dit weergeven.
2. Leerlingen leren zich uitdrukken in vorm en inhoud na het stellen van vragen of
bijvoorbeeld in een verslag.
3. Kinderen leren het verschil tussen informatief en meningen herkennen in een
argument.
Schriftelijk onderwijs:
4. Kinderen leren informatie halen uit teksten en weergaven.
5. Kinderen leren naar inhoud en vorm teksten schrijven met verschillende functies.
6. Informatie en meningen leren ordenen bij het lezen.
7. Informatie en meningen vergelijken en beoordelen
8. Informatie en meningen leren ordenen bij het schrijven en daarbij ook aandacht
hebben voor zinsbouw, spelling en leesbaar handschrift.
9. Plezier krijgen in het lezen en schrijven van teksten.
Taalbeschouwing, waaronder strategieën:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zitamoorman1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.71. You're not tied to anything after your purchase.