Hoi! deze volledige samenvatting bevat alle jurisprudentie en syllabus stof. Tevens heb ik mijn samevatting uitgebreid met extra informatie uit het boek. Kortom alles wat je nodig hebt om een voldoende te halen! Ik heb hiervoor een 7.9 behaald
Goederenrecht.
College 1.
Privaatrecht vermogensrecht verbintenissenrecht (tussenpersonen onderling) +
Goederenrecht (rechtsrelaties tussen personen en goederen).
Artikel 3:3: BW + artikel 5:20 BW.
Lid 1: Onroerend. Een belangrijk woordje in lid 1 is het woordje duurzaam dit heeft
namelijk te maken met het portacabin arrest.
Lid 2: Roerend ook elektriciteit 7:5 BW.
In het bijzonder de verticale natrekking. Kun je doorbreken met bijvoorbeeld het
opstalrecht.
Rechten op naam.
Register of document met de naam van de crediteur.
Rechte aan order/toonder.
Document.
Absolute rechten.
Ook wel goederrechtelijke rechten genoemd. Te vinden in de boeken 3 en 5.
Waarom noemen we het een absoluut recht? Het recht kun je tegenover eenieder
uitoefenen. De kenmerken van absolute rechten zijn:
- Werking tegenover eenieder.
- Droit de suite.
Het recht blijft op de zaak rusten ookal zou die zaak in andere handen terecht
komen.
- Droit de priorité.
De prioriteitsregel, oudste recht gaat voor het jongeren recht.
- Droit de preference.
- Exclusief recht.
Voorbeelden: Eigendom, hypotheek en pandrecht.
1
,Relatievenrechten.
Ook wel persoonlijke rechten genoemd. Je kunt dit recht slechts uitoefenen tegen
een bepaald iemand of bepaalde personen. Te vinden in boek 6,7 en 8.
- Open stelsel.
- Geen droit de suite.
- In beginsel gelijke rang ongeacht moment van ontstaan (geen droit de priorité)
- Absoluut recht gaat vóór.
Volledige rechten.
Artikel 5:1 BW.
Het meest omvattende recht en het enige volledige recht is eigendom.
Afhankelijke rechten (artikel 3:7 BW)
Is een recht dat niet zonder een ander recht kan bestaan. Het afhankelijke recht volgt
het recht waaraan het verbonden is (3:82 BW)
Nevenrecht:
Veel afhankelijke rechten zijn ook nevenrecht; nevenrechten zijn ook verbonden aan
en hoofdrecht (dit is altijd een vorderingsrecht).
Register goederen(=openbaar register).
Artikel 3:10 BW voor overdracht is inschrijving nodig.
Niet-registergoederen.
Alle andere goederen.
Bestanddelen.
Artikel 3:4 BW.
Heeft twee criterium:
1. krachtens verkeersopvatting. (arrest DEPEX curatoren).
of
2. krachtens hechte fysieke verbinding
2
,Gevolg: natrekking artikel 5:3 BW.
“de eigenaar van een zaak is eigenaar van al haar bestanddelen.”
HR: Depex-Curatoren.
Depex levert onder eigendomsvoorbehoud een destillatieinstallatie aan Bergel. De
apparatuur wordt geplaatst in de fabriek van Bergel, echter wordt de rekening niet
voldaan. Na faillissement van Bergel vordert Depex afgifte van de installatie op grond
van haar eigendomsvoorbehoud. De curatoren van Bergel menen echter dat de
installatie is nagetrokken en nu bestanddeel is van het onroerend goed van Bergel.
Wordt het eigendomsvoorbehoud van Depex doorbroken door natrekking van de
installatie door het fabrieksgebouw?
Als het gebouw en de apparatuur in constructief opzicht specifiek op elkaar zijn
afgestemd, is dat een aanwijzing dat naar verkeersopvattingen natrekking heeft
plaatsgevonden. Hetzelfde geldt wanneer het gebouw uit een oogpunt van
geschiktheid als fabrieksgebouw – gebouw dienende tot het huisvesten van een
produktie-inrichting – bij ontbreken van de apparatuur als onvoltooid moet worden
beschouwd. De functie van de installatie in het productieproces is niet van belang.
Vruchten artikel 3:9 BW.
Natuurlijke vruchten.
Kunnen bijvoorbeeld appels, kersen en puppy’s zijn.
Zolang de appels aan de boom hangen zijn ze onzelfstandige zaken.
Burgerlijke vruchten.
Dit zijn geen stoffelijke voorwerpen, dus bijv. rente, dividend op aandelen en huur.
Zolang het dividend niet is uitgekeerd zijn het onzelfstandige zaken.
Algemene leerstukken.
- Goede trouw, artikel 3:11 BW.
- Redelijkheid en billijkheid, Artikel 3:12 BW.
- Misbruik van bevoegdheid, artikel 3:13 BW.
- Strijd met publiekrecht, artikel 3:14 BW.
3
, Jurisprudentie.
Portacabin arrest.
Een gebouw is onroerend in de zin van 3:3 BW als het bestemd is naar aard en
inrichting duurzaam ter plaatse te blijven (geen technische verbinding nodig).
Gelet wordt op de bedoeling van de bouwer. Dit moet naar buiten kenbaar zijn.
Verkeersopvattingen slechts indirect van belang. In dit specifieke geval was het wel
duurzaam omdat er allemaal leidingen waren aangelegd.
Waar moet je op letten of een gebouw/werk bestemd is om duurzaam ter plaatse te
blijven?
- Op de bedoeling van de bouwer voor zover deze bedoeling naar buiten
kenbaar is.
- Bestemming van het gebouw waardoor blijkt dat het gebouw duurzaam blijft.
- Verkeersopvattingen(= wat in de maatschappij normaal geacht wordt).
Zie ook onroerende kabels (art. 5:20 lid 2)
Blaauwboer/ Berlips.
De gebroeders Berlips hadden bij openbare veiling op 8 augustus 1881 een aantal
bouwpercelen verkocht, waarop vervolgens woningen werden gebouwd. Bij de
veilingakte hadden de gebroeders Berlips zich verplicht om op het terrein gelegen
tussen de bouwterreinen, dat aan hen in eigendom verbleef, een openbare weg aan
te leggen. Toen die verplichting na twintig jaar nog niet was nagekomen, sprak één
van de kopers, de heer Blaauboer, de nog levende broer Berlips aan tot
schadevergoeding. Berlips voerde als verweer dat hij en zijn de broer de grond,
waarop de weg was geprojecteerd, in 1887 hadden verkocht en overgedragen aan
derden en de verplichting was daarmee ook overgegaan op de nieuwe eigenaars.
Of een verbintenis aangegaan door de eigenaar van een onroerend goed met
betrekking tot dat goed (i.c. de verplichting van Berlips om een weg aan te leggen)
overgaat op hem, aan wie hij de eigendom daarvan krachtens verkoop overdraagt,
met het gevolgd, dat hij die de verbintenis heeft aangegaan daarvan wordt ontheven.
De Hoge Raad oordeelde echter dat bij verbintenissen die betrekking hebben op een
goed – ingevolge art. 1354 (oud) BW – wel de actieve zijde (het vorderingsrecht)
maar niet de passieve zijde (de schuld) overgaat op degene die dat goed onder
bijzondere titel verkrijgt. De rechtsvraag werd dus ontkennend beantwoord. Berlips
blijft ondanks de overdracht aan de bestratingsbepaling gebonden.
De Hoge Raad stelt voorop dat een verbintenis uit overeenkomst, ook wanneer zij
wordt aangegaan met betrekking tot een (onroerend) goed, niettemin een
‘persoonlijke verbintenis’ is, ‘waaromtrent derhalve, tenzij uit enige wetsbepaling het
tegendeel volgt, moet gelden, hetgeen voor zodanige verbintenissen is bepaald’.
Persoonlijke verbintenissen kunnen het eigendomsrecht niet beperken, zodat zij
evenmin bij overgang van dat eigendomsrecht op de nieuwe eigenaar van
rechtswege overgaan.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller veragubbels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.45. You're not tied to anything after your purchase.