Ademhaling
Luchtwegen
• Neus en neusbijholten
• Farynx→ keelholte→ ruimte achter je neusholte (nasopharynx), de mondholte
(oropharynx) en het strottenhoofd(laryngopharynx).
• Larynx→ strottenhoofd
• Trachea→ luchtpijp
• Bronchiën→ bronchiën
• Bronchioli→ kleinste bronchiën (luchtwegvertakkingen) → Alveoli→ longblaasjes
Neus en neusbijholten:
In de neusgaten is het rood door doorbloeding, het bevat trilhaarepitheel. Hoe meer, hoe
dikker, hoe roder en zwelt het op en kan je minder goed ademhalen. Slijmbekercellen gaan
dan meer produceren en dat krijg je snot.
Neusschelpen en neustussenschot:
Had je dat niet, ging het lucht er in 1 keer in. Met dat gaat het licht turbileren en komt
het lucht goed in contact met slijmvlies. Slijmvlies plakt en is warm en lucht is vochtig.
Als je iets wilt ruiken, zuigt het lucht naar de bovenkant van de neusholte. Daar zit het
reukepitheel.
,Waaruit bestaat het slijmvlies van luchtwegen?
Trilhaarepitheel en slijmbekercellen. Slijmbekercellen produceren vocht wat op het
trilhaarepitheel gaat drijven en zorgt dat de vocht bevochtigd worden en de stof blijft
plakken op het slijmvlies.
Wat is de functie van de neus?
Bevochtigen, reinigen en verwarmen van de inademingslucht.
Strottenhoofd groter wordt, stembanden langer en word je toon lager dus zwaarder.
Bij vrouwen is het kleiner en de stembanden kleiner.
Soorten kraakbeen:
• Larynx cartilago thyraidea→ schildkraakbeen
• Larynx cartilago Cricoidea→ ringkraakbeen
• Larynx cartilago arythenoidea→ bekerkraanbeetjes heb je 2 van. Linker en een rechter
,Hoe loopt de onderkant van de longen?
Naar het diafragma (middenrif). Gebied tussen de longen heet het mediastinum. Daar
liggen de hart, bloedvaten, slokdarm en luchtwegen. Het vlies om de longen is de longvlies
genaamd de pleura pulmonalis.
Longen:
Deel van de longen dat tegen de ribben en de tussenribspieren ligt heet de costale
oppervlakte. De oppervlakte aan de binnenkant, kant van mediastinum heet de mediale
oppervlakte. Daar ligt de longhilus. Longhilus is de longpoort waar de bloedvaten en
luchtwegen in en uit gaan. In de longhilus liggen de arteria pulmonalis, bronchus en vena
pulmonalis.
De longen:
• Pulmo dexter→ rechter long→ 3 kwabben
• Pulmo sinister→ linkerlong→ 2 kwabben
• Lobus→ kwab
• Apex→ punt
• Basis→ de brede zijde
• Trachea→ luchtpijp → hoefijzerige vormige kraakbeenstukken. Tussen de hoefijzer
stukken vind je bindweefsel en spierweefsel. Zit aan beide kanten.
Longen liggen in de thorax
• Long Hilus→ de deur van de longen→ Lever hilus→ de deur van de lever
Bronchiën:
Alle vertakkingen van de bronchiën heet bronchiaal boom. Naar mate de bronchiën kleiner
worden zitten er steeds minder kraakbeen in.
Wand van bronchiolen zitten spierweefsel en bindweefsel, maar geen kraakbeen.
Wat zijn bronchiolen?
Bronchiolen zijn buisjes die kunnen vernauwen en verwijden.
Na de bronchiolen komen de longblaasjes. Vele longblaasjes zitten aan takjes vast.
Elke longblaasje heeft een eigen bloedvatennetwerk erom heen, die bloedvaten zijn
de kleinste bloedvaten die je hebt (capillairen of haarvaten)
Longblaasjes heetten alveoli.
Schildkraakbeen is cartilago
Het kraakbeen aan de achterkant is niet dicht, maar is open door beweeglijke membraam
van bindweefsel en spierweefsel. Hierdoor kan makkelijk slokdarm eten te laten passeren
en kan het beweeglijke membraam naar voren buigen.
, Pleura:
Pleurabladen liggen rond de long en zit een vlies eromheen genaamd pleura viscelaris.
Vervolgens zal pleura viscelaris ten hoogte van het diafragma gaan omklappen en
bekleedt hij het mediastinum, de thoraxwand en de diafragma en heet de pleura
parietalis. De pleuraholte is luchtdicht, is gevuld met pleuravocht en er heerst een
vacuüm. Daardoor schuiven de bladen wrijvingloos ten opzichte van elkaar, maar
kunnen ze niet van elkaar getrokken worden.
Pleura→ longvlies
Pleura parietalis→ borstvlies→ blauw
Pleura viscelaris→ longvlies→ rode wand
Tussen beide vliezen zit een ruimte genaamd pleuraholte, in de pleuraholte zit een klein
beetje vocht. Daardoor kunnen de vliezen tegen elkaar plakken en glijden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mk246. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.