Document van de aantekeningen van mijn hoorcolleges Forensische psychologie. Hele uitgebreide aantekeningen! Ook zit er een lijstje bij met de dingen die op mijn toets werden gevraagd.
Nauw verbonden met het strafrecht
Wetenschap in de justitionele sfeer
Justitie voorzien van inzichten over:
De mentale toestand van een dader
De behandeling van crimineel gedrag op dader- en slachtofferniveau
Het strafrecht: moord en doodslag
Doodslag: Art. 287 Wetboek van Strafrecht -> ”Hij die opzettelijk een ander van het leven
berooft, wordt, als schuldig aan doodslag, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.”
Moord: Art. 289 Wetboek van Strafrecht -> “Hij die opzettelijk en met voorbedachten rade
een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan moord, gestraft met levenslange
gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde
categorie.“
Voorbeeld:
Bart en Bernard zijn al 8 jaar getrouwd en hebben samen een bakkerij. In plaats van 1
eetlepel suiker, voegt Bernard per ongeluk een hele eetlepel zout toe aan de cinnamon rolls
bakmix. Bart had al eerder opgemerkt dat Bernard vaak verstrooide fouten maakt in de
bakkerij. En dit nog wel nu de burgemeester 30 cinnamon rolls had besteld voor deze
ochtend. De stoppen slaan door bij Bart. In een opwelling pakt Bart de deegroller van het
aanrecht en slaat Bernard hiermee dood.
Is Bart schuldig van doodslag of moord op Bernard? Antwoord: doodslag
Schuld of onschuld: Actus reus & mens rea in het rechterlijke beslissingsschema
De strafrechtelijke lens:
Misdaad = schending van een rechtsnorm. Deze schending creëert een schuld. Die schuld
moet worden bestraft door de overheid, want dat is rechtvaardigheid
de schuld wordt namelijk vergolden.
daders moeten krijgen wat ze verdienen: straf.
Hier moet eerst naar gekeken worden:
,1) Is er een rechtsnorm geschonden? Zo ja, welke?
2) Wie heeft het gedaan?
3) Is er sprake van wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid?
4) Welke straf verdient de dader?
Rood: voor de forensische psychologen heel belangrijk
Het rechterlijk beslissingsschema: hoef je niet te kennen voor de toets (materiele vragen en
straftoemeting wel kennen)
Formele vragen, materiële vragen, straftoemeting
Formele vragen (art. 348 Wetboek van Strafvordering)
1. Is de dagvaarding geldig? Nee dagvaarding is nietig.
2. Is de rechter bevoegd? Nee rechter is onbevoegd.
3. Is de officier van justitie ontvankelijk? Nee officier van justitie is niet-ontvankelijk.
4. Is er reden tot schorsing van de vervolging? Ja vervolging wordt geschorst.
Bij de formele vragen gaat het om de procedurele kwesties. Er wordt hier nog niet
inhoudelijk naar de zaak gekeken. Pas wanneer aan de formele eisen is voldaan, wordt er
gekeken naar de materiële vragen.
Materiële vragen (art. 350 Wetboek van Strafvordering)
1. Is het bewezen dat het ten laste gelegde feit door de verdachte is begaan? Nee
vrijspraak.
2. Kan het bewezenverklaarde worden gekwalificeerd? Nee ontslag van alle
rechtsvervolging.
3. Is het bewezenverklaarde wederrechtelijk? Nee ontslag van alle rechtsvervolging.
4. Is het bewezenverklaarde verwijtbaar? Nee ontslag van alle rechtsvervolging.
5. Welke straf moet worden opgelegd?
Relevant psychologie: straftoemeting:
3) Is er sprake van wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid?
4) Welke straf verdient de dader?
- Actus Reus: het fysieke element
Is de daad strafbaar?
Maar…. actus non facit reum nisi mens sit rea
Voor schuld moet niet alleen de daad strafbaar zijn, ook moet de mens een schuldige
geest hebben
- Mens Rea: het mentale element
Is de geest strafbaar? Kan het de dader toegerekend worden?
Vandaag zoomen wij hier op in. Wat betekent geestesziekte voor de
toerekeningsvatbaarheid van een dader?
Schulduitsluitingsgronden:
,Schuldig of onschuldig?
De verantwoordelijkheid en verwijtbaarheid van een dader
Schulduitsluitingsgrond: Psychische overmacht, noodweerexces, onbevoegd gegeven
ambtelijk bevel -> Maar ook.. Toerekeningsvatbaarheid
Wanneer is iemand ontoerekeningsvatbaar?
1. Het ontbreken bij de verdachte van het besef van de wederrechtelijkheid van zijn
gedrag;
2. En/of het ontbreken van het besef van wat hij doet;
3. En/of het onvermogen om in overeenstemming met dat besef zijn gedrag te bepalen -
> weten dat het apart gedrag is, maar heeft niet het sturingsvermogen om zijn gedrag
te stoppen
1 + 2 = het inschattingsvermogen
3 = het sturingsvermogen
Het samengesteld criterium en de gedragskundige:
Bij de beoordeling van toerekeningsvatbaarheid zal de gedragskundige kritisch kijken naar de
mate van de beïnvloeding door de stoornis op de onderdelen van het criterium
Gelijktijdigheidsverband:
Betekenisverband:
Een gelijktijdigheidsverband tussen stoornis en delict is een noodzakelijke, maar GEEN
voldoende voorwaarde voor een vermindering van de toerekeningsvatbaarheid.
Het kan zo zijn dat het hebben van een stoornis helemaal geen invloed heeft gehad op het
delictgedrag bv. PTSS en TV stelen versus in elkaar slaan na specifieke trigger
Met ‘causale relatie’ wordt aangegeven dat een aanwezige stoornis het delictgedrag (in enige
mate) heeft beïnvloed
Wanneer bij een betrokkene meerdere stoornissen aanwezig waren ten tijde van het delict,
kan de ene stoornis wel en een andere geen causale relatie hebben met het delict
, Wanneer een betrokkene meerdere delicten heeft gepleegd, kan een stoornis wel een
causale relatie hebben gehad met het ene delict en niet met het andere
Bij een ziekelijke stoornis van de geestvermogens als gevolg van vrijwillige zelf-intoxicatie
kan een dader zich, bij het plegen van een strafbare handeling, niet meer succesvol
beroepen op een strafuitsluitingsgrond
Casus: Grietje S
De feiten:
23 december 2012 reed S. met haar kinderen in de auto het Oude Diep bij Stuifzand in.
Het zoontje was daarvoor al gewurgd met de ceintuur van een badjas
De dochter leefde nog en kon heelhuids uit de auto komen
S. probeerde haar dochter nog wel aan de benen naar beneden te trekken om haar te doen
verdrinken
Kan de daad Grietje S. toegerekend worden?
- Doodslag/moord & poging tot doodslag/moord
- Psychose tijdens tenlastegelegde feiten
- Antidepressiva -> kan een psychose triggeren, wel vaak bij een hoge dosis
- Persoonlijkheidsproblematiek
Vreemde uitspraken:
“Ik wilde met de kinderen naar de hemel.”
“We moeten dood.”
“Ik heb al enige tijd flitsen in mijn hoofd dat mijn kinderen dood moeten en dan weer flitsen
dat zij niet dood moeten.”
Wat veroorzaakt een psychose:
Neuro-anatomisch
Neurotransmitters; balans
Excessieve hoeveelheid dopamine in mesolimbisch gebied brein
Tenlastelegging:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evatonino. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.70. You're not tied to anything after your purchase.