BIJEENKOMST 5 - POLITIEKE CONTROLE OP DECENTRAAL NIVEAU
Inleiding
Het Nederlandse lokaal bestuur heeft de afgelopen twee decennia ingrijpende veranderingen
ondergaan. In 2002 werd in gemeenten, net als in de provincies, het dualisme ingevoerd. In dat
proces werden taken en verantwoordelijkheden van het college van B&W en de gemeenteraad
duidelijker van elkaar onderscheiden, en werden de bevoegdheden van de gemeenteraad
versterkt. In de daaropvolgende jaren vond bovendien een ongekende decentralisatiegolf plaats:
de rijksoverheid en ook provincies droegen omvangrijke taken over aan gemeenten op onder
meer het gebied van de bijstandsverlening en re-integratie, maatschappelijke ondersteuning en
de jeugdzorg. De zwaarte van de taken en de manier waarop deze decentralisaties verliepen,
stelden gemeenten voor grote uitdagingen. Met de groei van het takenpakket is ook het belang
van goede democratische controle gegroeid. Vormen gemeenteraden wel een effectieve
tegenmacht, en zijn ze in staat om te zorgen voor betekenisvolle verantwoording over datgene
wat het gemeentebestuur doet? Daarbij komt een toenemende regionalisering, die
gemeenteraadsleden ernstig hindert bij kaderstelling en controle van de taken die in regionaal
verband zijn belegd.
Hoofdschap van de gemeente bij de gemeenteraad; maar college is meer de drijvende kracht ->
coalitie, partijen die samen afspraken maken en worden uitgevoerd. Controle is dan minimaal dus
college kan blijven floreren.
Dualisme = Dualisme kent meer varianten dan het monisme. Het algemeen bestuur en het dagelijks
bestuur hebben een eigen legitimatie. Taken en verantwoordelijkheden van het college van B&W en
de gemeenteraad werden duidelijker van elkaar onderscheiden, en werden de bevoegdheden van de
gemeenteraad versterkt. Zij hebben eigen niet tot elkaar herleidbare bevoegdheden.
Monisme = dat de legitimatie en de bevoegdheidsuitoefening van het dagelijks bestuur is afgeleid
van het algemeen bestuur. Toegespitst op de gemeente betekent het dat het College van B&W is te
beschouwen als een commissie van de gemeenteraad. Het juridische zwaartepunt ligt bij de raad.
Verenigingsmodel -> niet volledig monistisch niet volledig dualistisch.
Voordelen -> besluiten dicht bij de burger/waar het zich daadwerkelijk afspeelt.
Nadelen -> niet genoeg controle vanwege een meerderheid die het college ondersteunt.
Controle wordt niet goed gebruikt. Ze weten niet hoe en zetten te weinig in. Deeltijd functie, veel
taken, dubbele verantwoording (intern en extern).
Deconcentratie = hierbij wordt een ambtelijke dienst territoriaal of functioneel binnen het centrale
overheidsverband gespreid, waarbij deze dienst, in tegenstelling tot bij decentralisatie, ondergeschikt
blijft aan het gezag van het hoofd van de dienst. (juridisch betreft het attributie van bevoegdheden
aan een bestuursorgaan dat werkzaam is onder een ander bestuursorgaan er is sprake van
rechtstreekse attributie van bevoegdheden door de wet aan de ambtenaren) en daarmee een
organisatorisch verschijnsel.
Motieven -> deskundigheid en specifieke opleidings- en ervaringseisen; de instelling van een bij
uitstek geschikte en specifieke instantie; het geografisch spreiden van diensten en combinaties van.
Voorbeelden -> de belastingdienst en inspectiediensten zoals Onderwijsinspectie de Nederlandse
Voedsel- en warenautoriteit en Inspectie Leefomgeving en Transport.
Deconcentratie doorbreekt niet de reguliere ondergeschiktheidsrelatie tussen minister en
ambtenaren: de minister geeft leiding. Hij kan aan de ambtenaren werkzaam bij een
gedeconcentreerde rijksdienst, aanwijzingen geven.
Decentralisaties = houdt in dat regeling en bestuur niet alleen door de centrale overheid plaatsvindt,
maar ook door andere openbare lichamen en ambten. De rijksoverheid en ook provincies droegen
, omvangrijke taken over aan gemeenten op onder meer het gebied van de bijstandsverlening en re-
integratie, maatschappelijke ondersteuning en de jeugdzorg.
Er zijn decentrale overheidslichamen die in beginsel vrij zijn om hun belangen te behartigen (soms
beperkt) Decentralisatie heeft alleen betrekking op regeling en bestuur omdat rechtspraak
uitsluitend een taak van de rijksoverheid is.
Territoriale decentralisatie -> houdt in dat de betreffende ambten in beginsel bevoegd zijn tot
regeling en bestuur van alle belangen in hun territoir. Hun rechtsmacht betreft dus dat territoir. Zij
voeren daarin een algemeen bestuur; zij kennen een open huishouding. = provincies en gemeenten.
Functionele decentralisatie -> de betreffende ambten zijn bevoegd de behartiging van bepaalde,
specifieke belangen. = openbare lichamen voor beroep en bedrijf zoals de Nederlandse Orde van
Advocaten.
Open huishouding houdt in dat gemeenten de belangen mogen behartigen die zij willen behartigen.
Het gemeentebestuur is dus vrij in de keuze van de te behartigen belangen. Daarnaast heeft het de
vrijheid te bepalen op welke wijze en met welk doel het bestuur het belang wil behartigen. (niet
hetzelfde als autonomie want dat betekent dat gemeenten vrij zijn in de regeling en het bestuur van
hetgeen zij in het belang van hun huishouding nodig vinden. De autonomie vindt daarmee haar grens
in de huishouding).
Het leerstuk van de autonome verordeningsbevoegdheid: de gemeente mag niet treden in de
bijzondere belangen van de ingezetenen (de ondergrens) en zij heeft rekening te houden met hogere
regelgeving (de bovengrens).
Gesloten huishouding: dan geldt de autonomie alleen voor de aan het openbaar lichaam
toebedeelde belangen. Ook de rechtsfiguur van medebewind is van toepassing in een gesloten
huishouding.
Groei van het takenpakket en het belang van goede democratische controle -> Vormen
gemeenteraden een effectieve tegenmacht, en zijn ze in staat om te zorgen voor betekenisvolle
verantwoording over datgene wat het gemeentebestuur doet?
Art. 124 eerste lid GW -> de gemeentelijke huishouding: de Gw bepaalt dat voor provincies en
gemeenten de bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake hun huishouding aan hun besturen wordt
overgelaten. Huishouding duidt op het gemeentelijk belang, dat wil zeggen de belangen die het
gemeentebestuur behartigt.
Gemeenteraden kunnen een effectieve tegenmacht vormen en zogen voor verantwoording over
hetgeen het gemeentebestuur doet.
Verschillende middelen om te functioneren:
Politieke controle: Informatie- en consultatieplichten
Het college van B&W en de burgemeester hebben diverse verplichtingen tot het informeren en
consulteren van de gemeenteraad.
Voorhangprocedure art. 160 tweede lid Gemw.
Kennisgevingsplicht art. 60 ( algemene kennisgevingsregeling van besluiten van het college) en art. 81
Gemw.
De algemene inlichtingenplicht art. 169 en art. 180 Gemw. Tweede lid is actief derde lid is passief.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lindapaulssen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.10. You're not tied to anything after your purchase.