Samenvatting Kunst algemeen Examenstof 2023:
- Hofcultuur in de zestiende en zeventiende eeuw.
- Burgerlijke cultuur van Nederland in de zeventiende eeuw.
- Cultuur van het moderne in de eerste helft van de twintigste eeuw.
- Massacultuur vanaf 1950.
Hofcultuur in de zestiende en zeventiende eeuw (H4 + achtergrondinformatie H1+H3)
Hoofdstuk 1 Klassieken Oudheid tot en met de vierde eeuw
Het theater als zelfstandige kunstvorm ontstaat in de 6e eeuw v.c.
Oorsprong: godsdienstige rituelen met offers aan de wijngod Dionysus. Uit deze rituele functie
ontwikkelen zich verschillende genres. Mede dankzij beschrijvingen van Aristoteles wordt het Griekse
theater in de renaissance herontdekt.
Twee keer per jaar zijn er feesten voor Dionysus: religieuze, openbare en politieke
gebeurtenissen die door alle Atheense burgers worden bijgewoond en het openbare leven
volledig stilleggen.
Tijdens de spelen werden er tragedies en komedies opgevoerd.
- Komedies: blijspelen. Satirisch en vol straattaal. Er wordt levendig en obsceen gedanst.
- Tragedies: treurspellen. Fluitmuziek. Statige dansen. Tragedies in de 5e eeuw schuift de
nadruk van de goden naar de mens. Centraal staat een onoplosbaar conflict en hoe het
personage daarmee omgaat.
Doel tragedie:
Herkenning identificatie voor het publiek.
Politieke functie: saamhorigheid en groepsgevoel.
Verplaatsing van het publiek in degenen die van het democratische debat zijn
uitgesloten.
Om eenheid te creëren moet het verhaal zich op één dag en één plaats afspelen. En alle
gebeurtenissen moeten ten dienste staan van de centrale verhaallijn.
Catharsis (reiniging) = het is belangrijk dat het publiek tijdens de voorstelling angst en medelijden
voelt, want deze emoties hebben een louterende werking.
Drie grote tragedieschrijvers: Aeschylus, Sophocles & Euripides.
Griekse theaters:
- Een natuurlijke ligging tegen een heuvel.
- De voorstelling speelt zich af op een verdiept speelvlak: de ronde Orchestra.
- Aan de achterkant staat het scènegebouw, dit is de kleedruimte waar rekwisieten
werden bewaard en later diende het als decor.
Romeinse theaters:
- Gehalveerde orchestra met daarachter een verhoogd podium (belangrijkste handelingen)
en achter het podium bevindt zich een muur met zuilen als decor.
- Geen rituele functie, maar is bedoeld voor vermaak.
- Publiek krijgt plaatsen toegewezen op basis van hiërarchie
In de Griekse mythologie zijn er twee goden aan de muziek verbonden: Apollo en Dionysus.
- Dionysus vertegenwoordigt roes, de extase en het gevoelsmatige. Kenmerkend
instrument: De aulos (blaasinstrument met schrille klank).
- Apollo vertegenwoordigt evenwicht, regelmaat en rede. Kenmerkende instrumenten
Apollo: De lier en kithara (snaarinstrumenten).
Pythagoras ontwikkelt een wiskundige muziektheorie.
, - Intervallen (toonafstanden) corresponderen met vaststaande getalsverhoudingen.
- De wiskunde en muziek zijn vergelijkbaar: orde en harmonie van het universum kunnen
blootleggen.
- Hij ontwikkelt de Monochord: eensnarige instrument waarmee hij de afstanden tussen
tonen meet. Een octaaf hoger halveert snaarlengte
- Consonant: tooncombinaties die harmonieus klinken.
- Dissonant: tooncombinaties die schril klinken.
Muziek is belangrijk in de Griekse opvoeding. Wie naar goede muziek luistert, wordt een goed
mens.
Griekse beeldhouwkunst:
- Goden worden atletisch afgebeeld.
- Weloverwogen proporties en ingetogen qua uitdrukkingskracht.
- Evenwicht tussen natuurgetrouwheid en de juiste geïdealiseerde verhoudingen.
Griekse bouwkunst:
- Alle tempels volgens dezelfde plattegrond.
- Parthenon is gebouwd in de Dorische orde, Ionische orde en Korinthische
orde. Ze zijn herkenbaar aan de kapitelen en de verbreding boven aan de zuil.
Die verbreding is nog om de architraaf (verbindingssteen tussen de zuilen) te
dragen.
- Grieken stapelen.
Romeinse bouwkunst:
- Romeinen zijn metselaars: ze maken gebruik van bakstenen en boogconstructies mogelijk
(bruggen of aquaducten). Koepels en gewelven worden afgeleid van deze rondbogen.
- De toepassing van gietbeton maakt het mogelijk grote ruimtes te overwelven. Het metsel
en betonwerk wordt vaak verborgen achter marmeren platen.
- Nemen veel van de Grieken over, zoals beelden en muziek.
- Romeinse architectuur is uitvoerig beschreven door Vitruvius. Hij behandelt de
systematische bouw van steden, tempels en waterleidingen. Het vormt de belangrijke
bron voor renaissance-architecten, die de grootsheid van klassieke oudheid willen laten
herleven.
Hoofdstuk 3 Vroegrenaissance Vijftiende eeuw
Renaissance = wedergeboorte van de verworvenheden van de klassieke oudheid.
Bestuderen van klassieke bronnen heeft invloed op de bouwkunst.
Brunelleschi is ervan overtuigd dat het klassieke - en dus voorchristelijke - idee over ideale
maatvoering niet in tegenspraak is met de Bijbel en een weerspiegeling moet zijn van het goddelijke.
1296: start bouw van grote kathedraal gewijd aan Maria in Florence, om de status als belangrijkste
stad in Noord-Italië te bevestigen.
Brunelleschi maakt het plan om de immense koepel te bouwen zonder dat steigers nodig zijn. Hij
wordt beschouwd als de eerste 'architect' in de moderne zin van het woord. Hij ontwikkelt ook het
,tekenen in lijnperspectief. Hij gebruikt dit om zijn ontwerpen aan opdrachtgevers te kunnen laten
zien.
Bij de inwijding van de koepel wordt Nuper rosarum flores van Guillaume Dufay (1397-1474)
gezongen. Deze Vlaamse componist en grondlegger van de Vlaamse polyfonie gebruikt voor de
tekststrofen, het aantal stemmen en het aantal coupletten van dit loflied getalsverhoudingen die
overeenkomen met de maatvoering van de kerk en de koepel. De aanwezigheid van paus Eugenius IV
bij de plechtigheid blijkt uit de tekst.
Brunelleschi laat in zijn gebouwen graag de wiskundige basis van zijn ontwerpen zien. De privékapel
voor de familie Pazzi is hier een voorbeeld van. Het wiskundige evenwicht in de bouwwerken wordt
al bepleit in de oude klassieke geschriften van schrijver-architect Vitruvius en weerspiegelt volgens
Brunelleschi de goddelijke harmonie.
De verhoudingen tussen de bankiersfamilies Pazzi en De' Medici waren minder harmonieus. De
Pazzi's pleegde in de domkerk in 1478 een aanslag op De' Medici.
Vlaanderen
15e eeuw: Het Bourgondische hof is het belangrijkste kunstcentrum in Europa buiten Italië. De kunst
aan dit hof wordt gerekend tot de laat-gotiek. Met hoffeesten etaleerden het Bourgondische hof zijn
macht.
Tableaux vivants: levend schilderij. Spelers bevriezen een bepaalde handeling. Er wordt niet
gesproken of bewogen.
Met de bourgondische hertogen reist een enorme hofhouding mee, waaronder een eigen hofkapel.
Vlaamse polyfonie
Muziek speelde een belangrijke rol.
Guillaume Dufay, die muziek schreef voor inwijding dom Florence, trok steeds door Florence,
Bologna, Rome, Savoye en zijn geboorteplaats Kamerijk voor zijn opdrachtgevers. Hij is grondlegger
van Vlaamse polyfonie. Kenmerken:
- Gebruik van Cantus firmus: Dat is een gezang in de vorm van lange, uitgerekte tonen,
afgewisseld met passages dat deze cantus firmus ontbreekt. Om de cantus firmus heen
spelen en zingen allerlei andere partijen onafhankelijke melodieën.
De cantus firmus is in het werk van Dufay te volgen als je luistert naar de tenorstem.
'Tenor' = vasthouden. De andere stemmen vlechten hier melodieën omheen. In het
begin ontlenen de componisten hun cantus firmus aan de gregoriaanse zang. Later
worden hiervoor steeds vaker ook wereldlijke liederen gebruikt. Dufay kiest als eerste de
cantus firmus L 'homme armé.
De complexe polyfonie geldt als het visitekaartje van de Vlaamse school.
Dans speelde ook een belangrijke rol op Bourgondische en Italiaanse hoven. De basse danse is erg
geliefd. Kenmerken:
- Deftige, lange dans.
- Grote variatie aan passen, buigingen en wendingen.
- Mannen droegen kousenbroeken en puntschoenen. Vrouwen lange slepen.
- Vaak afgewisseld met een snellere en losbandiger dans: de tourdion. Nog sneller is de
moresca, die door kleurrijke zwart geschminkte beroepsdansers aan hof werd opgevoerd
met zwaarden, stokken en acrobatische sprongen. Dit is het eerste voorbeeld van
westerse theaterdans.
, De’Medici
Familie De'Medici is mecenas (geldschieter en beschermheer) voor kunstenaars en wetenschappers.
In Florence is de macht in handen van de Signoria die bestaat uit 9 leden, gekozen door gilden en
kooplieden. Achter de schermen regeren een aantal invloedrijke families, waaronder De'Medici. Zij
zijn rijk geworden met wolhandel en bankieren. Hun politieke macht groeit.
1444: Michelozzo (1396-1472) krijgt de opdracht Palazzo Medici Riccardi (woon- en werkpaleis) te
bouwen. Het is een van de eerste renaissancegebouwen. De bouwstijl is ontleend aan Romeinse
voorbeelden. Pas na 1500 gaan machtige families zich in het openbaar meer als vorsten gedragen.
Op de binnenplaats van het palazzo stond het bronzen beeld David van Donatello (1386-1466). Het
eerste vrijstaande naaktbeeld sinds de klassieke oudheid. Het beeld verwijst naar Bijbelverhaal
waarin David, ongewapend, slim en talentvol, de domme zwaarbewapende reus Goliath weet te
verslaat. David staat symbool voor strijdvaardigheid en zelfbewustzijn, eigenschappen die bij de
familie De'Medici horen en de stad Florence.
De privékapel in het palazzo bevat zeer gedetailleerde fresco's van Benozzo Gozzoli (1420-1497). In
de kapel lijkt het alsof van alle kanten mensen in optocht naar het altaar lopen. Ze worden daarbij
aangevoerd door 3 koningen, die wel heel veel lijken op De'Medici. Hierdoor oogt het alsof ze het
volk voorgaan in de aanbidding van Christus en hem overladen met giften.
1482: Sandro Botticelli (1445-1510) krijgt opdracht 2 schilderijen te maken voor huwelijk Lorenzo di
Pierfrancesco de' Medici, waaronder La Primavera. Dit schilderij bestaat volledig uit figuren uit
klassieke mythologie. De tuin is gedetailleerd geschilderd, wat overeenkomt met het renaissance-idee
dat schepping het verdient om wetenschappelijk bestudeerd te worden. Aan het hof van De'Medici
had men voldoende kennis van de klassieke oudheid om de symboliek te kunnen interpreteren.
Vanaf 1500 nemen humanisten de mens, geschapen naar Gods evenbeeld, als maat van alle dingen.
Humanisme = intellectuele en literaire en wetenschappelijke beweging van de 14e-16e eeuw, die alle
kennis wil baseren op de literatuur en cultuur van de klassieke oudheid.
In het begin zoekt het humanisme in de klassieke bronnen vooral bewijzen voor de christelijke leer.
Later groeit de kennis en waardering van de klassieke voor-christelijke cultuur.
Het humanisme ontwikkelt een zienswijze waarin de mens Gods evenbeeld wordt en zelf - op grond
van kennis en kunde - vorm geeft aan zijn eigen toekomst.
Die kennis ligt opgeslagen bij vorsten en machthebbers. Humanisten krijgen toegang tot bronnen. In
ruil hiervoor verzorgen zij opvoeding en onderwijs aan het hof en adviseren ze de machthebbers op
politiek en economisch terrein.
1444: Cosimo de' Medici brengt verzameling manuscripten naar het San Marcoklooster. Rijke
families bezaten namelijk vaak collecties boeken. San Marcoklooster geld als bibliotheek. Hiermee
verschaft het hof van de De'Medici een enorme intellectuele voorsprong en stimuleert de beste
kunstenaars en wetenschappers zich aan de familie te verbinden.
Het hof van hertog van Urbino heeft ook een bibliotheek. De hertog, Federico van Montefeltro,
verdient kapitalen als aanvoerder van een eigen huurleger. Hij woont in Urbino in zijn palazzo. In 1477
laat hij zich met zijn zoontje als humanist portretteren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmakuiphuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.