Juist of onjuist?
\"Een meerderheid van de ouderen met een depressie uit alleen somatische klachten.\"
Answer: juist
2.
Waar staat de afkorting \'PIT\' voor?
Answer: Psychiatrische Intensieve Thuiszorg
3.
Juist of onjuist?
\"De meerderheid van de ouderen zegt zich zelden te vervelen.\"
Answer: juist
4.
Juist of onjuist?
\"Op oudere leeftijd gaan alle vijf de zintuigen achteruit.\"
Answer: juist
5.
Wat betekent het begrip \'marchanderen\' (fase in een rouwproces)?
Answer: Het is een soort onderhandelingsfase waarin de slachtoffer in het rouwproces probeert er het beste van te maken?
6.
Op welke plaatsen zijn bloeduitstortingen bij ouderen gewoonlijk gelokaliseerd?
Answer: Op de handen en de armen.
7.
Geef een definitie aan het begrip \'ouderenmishandeling\'.
Answer: Elke mishandeling van een oudere die door een bekende begaan wordt.
8.
Wat is het Magdasyndroom?
Answer: De werkwijze van daders van ouderenmishandeling om de oudere te isoleren.
9.
Welk percentage van de hoogbejaarden is geriatrische zorgvrager?
Answer: 5 %
10.
Wat is een generatie?
Answer: Een groep mensen die in een bepaalde periode heeft geleefd.
Content preview
De verpleegkundige in de geriatrie
Basisboek hbo. Redactie: Saskia Danen en Ton Vermeij, 2012
Deze samenvatting is met zorg samengesteld. Wees echter alert bij het bestuderen ervan en verdiep je in actuele vernieuwingen.
DEEL 1 Oriëntatie op de zorgcategorie
H1. De zorgcategorie
De meeste ouderen wonen nog zelfstandig en hebben weinig hulp nodig. Van de 80-plussers is een
derde slecht ter been. Een vijfde van de 80-plussers kan zichzelf niet verzorgen. Binnen de groep
oudere zorgvragers wordt een onderverdeling gemaakt in de vitale oudere, die alleen maar last heeft
van galstenen; de pregeriatrische oudere die kwetsbaar is en waarbij preventie nodig is; de
geriatrische zorgvrager met complexe ziekteproblemen; de psychogeriatrische zorgvrager die lijdt aan
psychische en gedragsstoornissen.
De wijze waarop je zorg verleent is afhankelijk van je eigen gedachtegoed als zorgverlener. Als je
bijvoorbeeld van mening bent dat de ouderen van hun oude dag mogen genieten, zal je als
verpleegkundige minder snel het belang inzien om de ouderen te stimuleren tot bewegen. In
tegenstelling tot wanneer je de ouderen ziet als autonome, regievoerende wezens.
De hogere levensverwachting is aan vier punten toe te wijzen. Er is meer inzicht in het ontstaan van
ziekteverwekkers (1). Dat maakt dat hygiëne bijvoorbeeld beter wordt nagestreefd. De geneeskunde
is sterk ontwikkeld (2). Hierdoor kan er bijvoorbeeld effectief antibiotica ingezet worden. De
levenstandaard is verbetert (3), dat maakt dat ondervoeding bijvoorbeeld minder vaak voorkomt. Er
wordt steeds meer wetenschappelijk onderzoek (4) afgevuurd, bijvoorbeeld op het gebied van
farmacologie. Dat draagt ook bij aan de hogere levensverwachting.
Het verouderingsproces:
- Endogene (van binnenuit) en exogene veranderingen (van buitenaf). Een voorbeeld van
endogene veranderingen zijn grijsheid, staar en osteoporose. Exogene veranderingen zijn de
lichamelijke conditie, voedselinname en leefwijze.
- De organen gaan achteruit als gevolg van een vermindering van het aantal cellen en een
toename van beschadigde cellen door bijvoorbeeld atrofie of disbalans van hemostase.
- De vijf zintuigen gaan achteruit (gezicht, gehoor, tast, smaak, reuk)
- Verminderde hormoonproductie dat kan leiden tot osteoporose of schildklieraandoeningen.
- Verminderde cognitieve functies waardoor als meer moeite en tijd kost.
- Veranderde mobiliteit inclusief de gevolgen daarvan.
Een geriatrische zorgvrager kenmerkt zich door:
- Samenhang van somatische, psychische, sociale en functionele factoren;
- Gelijktijdige aanwezigheid van meer dan één ziekte (waarbij depressie bij dementie een
voorbeeld is van comorbiditeit en astma samen met diabetes mellitus een voorbeeld is van
multimorbiditeit).
- Veranderde presentatie van ziekten (denk aan de geriatric giants).
- Polyfarmacie
- Afname van functionele reserves en snelle achteruitgang.
- Langzaam herstel en grotere kans op complicaties.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 97Es. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.