Deze samenvatting bevat H1, H3, H7 t/m H15 en H17 t/m H22 voor het tentamen van het vak Financiering A&C van de studie Bedrijfskunde aan de RUG. De samenvatting is heel uitgebreid en bevat ook een lijst met formules aan het einde. In veel opdrachten werd naar dingen gevraagd die niet in het boek ui...
H1, h3, h7 t/m h15 en h17 t/m h22
June 10, 2017
June 12, 2017
82
2016/2017
Summary
Subjects
bedrijfskunde
accountancy
controlling
financiering
fundamentals
corporate
finance
tentamen
ac
fundamentals of corporate finance
samenvatting
financiering ac
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
More summaries for
Samenvatting: Fundamentals of Corporate Finance (2nd European Edition) - Corporate Finance
Finansiering noter
Summary of Fundamentals of Corporate Finance - Hillier, Clacher, Ross, Westerfield & Jordan - Corporate Finance - University of Twente - International Business Administration - FENSI module
,Inhoud
Hoofdstuk 1 .............................................................................................................................................. 3
Introduction to Corporate Finance ........................................................................................................ 3
Hoofdstuk 3 .............................................................................................................................................. 5
Financial Statement Analysis ............................................................................................................... 5
Hoofdstuk 7 ............................................................................................................................................ 11
Equity valuation .................................................................................................................................. 11
Hoofdstuk 8 ............................................................................................................................................ 14
Net Present Value and Other Investment Criteria .............................................................................. 14
Hoofdstuk 9 ............................................................................................................................................ 19
Making Capital Investment Decisions................................................................................................. 19
Hoofdstuk 10 .......................................................................................................................................... 23
Project Analysis and Evaluation ......................................................................................................... 23
Hoofdstuk 11 .......................................................................................................................................... 26
Some Lessons from Recent Capital Market History .......................................................................... 26
Hoofdstuk 12 .......................................................................................................................................... 29
Return, Risk and the Security Market Line ......................................................................................... 29
Hoofdstuk 13 .......................................................................................................................................... 34
Cost of Capital .................................................................................................................................... 34
Hoofdstuk 14 .......................................................................................................................................... 38
Raising Capital .................................................................................................................................... 38
Hoofdstuk 15 .......................................................................................................................................... 43
Financial Leverage and Capital Structure Policy................................................................................ 43
Hoofdstuk 17 .......................................................................................................................................... 50
Short-term Financial Planning and Management ............................................................................... 50
Hoofdstuk 18 .......................................................................................................................................... 59
International Corporate Finance ......................................................................................................... 59
Hoofdstuk 19 .......................................................................................................................................... 62
Behavioural Finance ........................................................................................................................... 62
Hoofdstuk 20 .......................................................................................................................................... 64
Financial Risk Management ............................................................................................................... 64
Hoofdstuk 21 .......................................................................................................................................... 68
Options and Coporate Finance........................................................................................................... 68
Hoofdstuk 22 .......................................................................................................................................... 72
Mergers and Acquisitions ................................................................................................................... 72
Formuleblad............................................................................................................................................ 76
2
,Hoofdstuk 1
Introduction to Corporate Finance
In dit hoofdstuk worden twee kwesties behandeld: wat is corporate finance en wat is het doel van
financial management?
Corporate finance en de financial manager
Corporate finance gaat over de volgende drie vragen.
1. Welke lange termijn investeringen zijn er?
2. Welke lange termijn financieringen zijn er?
3. Hoe moeten de dagelijkse financiële activiteiten gemanaged worden?
De financial manager houdt zich bezig met het beantwoorden van deze vragen. De financial manager
is vaak verantwoordelijk voor de treasurer en de controller. De treasurer is verantwoordelijk voor het
managen van het kasgeld, de financiële planning en kapitaaluitgaven. De controller daarentegen
presenteert de financiële informatie op zo’n manier dat het management de prestaties en risico’s van
het bedrijf kan beoordelen (financial accounting) en beslissingen kan maken over de
bedrijfsactiviteiten (management accounting). Bij het opstellen van de financiële overzichten maakt de
controller gebruik van de International Accounting Standards (IAS). De treasurer houdt zich meer
bezig met de finance functie. Zijn werk staat dan ook centraal in dit boek.
De financial manager heeft de volgende taken:
Hij is verantwoordelijk voor investeringsbeslissingen;
Hij is verantwoordelijk voor financieringsbeslissingen:
Hij is verantwoordelijke voor financiële planning op korte termijn;
Hij houdt toezicht op de treasures en controller;
Hij houdt toezicht op het financiële welzijn van het bedrijf.
De financial manager houdt zich bezig met drie dingen:
Kapitaalbudgettering (capital budgeting): de lange termijn investeringen plannen en managen.
De financial manager probeert rendabele investeringsopties te identificeren. Een
investeringsoptie is rendabel als de waarde van de cash flows die gegenereerd worden door
de investering hoger is dan de kosten van de investering. Kapitaalbudgettering houdt zich met
name bezig met het evalueren van de grootte, de timing en het risico van de toekomstige cash
flows van een investering;
Kapitaalstructuur (capital structure): de verhouding lange termijn schulden en eigen vermogen
die het bedrijf gebruikt voor het financieren van zijn activiteiten. De financial manager houdt
zich bezig met twee kwesties:
- Hoeveel moet het bedrijf lenen?
- Welke bronnen van middelen zijn het goedkoopst?
De financial manager houdt zich ook bezig met hoe en waar het geld geleend gaat worden;
Werkkapitaal management (working capital management): ervoor zorgen dat het bedrijf
voldoende middelen heeft om operationeel te blijven en er geen dure onderbrekingen zijn. Het
werkkapitaal bestaat uit de korte termijn activa en korte termijn passiva van een bedrijf. De
financial manager houdt zich bezig met onder andere de volgende kwesties:
- Hoeveel kas en voorraad zouden we moeten hebben?
- Moeten we op rekening verkopen?
- Hoe kunnen we korte termijn financiering verkrijgen?
Het doel van financial management
Financial management heeft als doelen het managen van risico’s, het maximaliseren van de
aandeelprijs en het vermijden van financiële moeilijkheden. De financial manager maakt beslissingen
voor de aandeelhouders van het bedrijf. Een goede beslissing moet dus de waarde van het bedrijf
verhogen. Het hoofddoel van de financial manager is dus het maximaliseren van de huidige waarde
per aandeel van het huidig eigen vermogen. Het doel van een bedrijf zonder aandelenvermogen zou
dan zijn om de marktwaarde van het eigen vermogen te maximaliseren.
3
,Financiële markten en de corporatie
Zelfs als een bedrijf geen aandelenvermogen heeft, is de aandelenmarkt belangrijk. De aandelenmarkt
laat het management namelijk zien hoe concurrenten, leveranciers en consumenten presteren. Het is
een maatstaf voor de economie als geheel. Het belangrijkste voordeel van financiële markten is dat ze
de geldstroom van degenen met een overschot naar degenen die financiering nodig hebben,
vergemakkelijken.
Kasstromen van en naar de financiële markt
Als een bedrijf aandelen verkoopt of geld leent, stroomt het geld van de financiële markten naar het
bedrijf. Een bedrijf kan vervolgens investeren in een actief. Dit actief zal weer geld genereren. Een
deel daarvan gaat naar de overheid in de vorm van belastingen. Van het resterende deel wordt een
deel geïnvesteerd in het bedrijf en gaat een deel terug naar de financiële markten in de vorm van
betalingen aan crediteuren en aandeelhouders. Ook spaargelden van huishoudens gaan naar de
financiële markt. Dit komt doordat financiële instituten het geld van huishoudens gebruiken om te
investeren in de financiële markten.
Soorten financiële markten
Financiële markten kunnen functioneren als primaire of secundaire markt.
Op primaire markten vindt de originele verkoop van effecten door overheden en corporaties plaats. De
corporatie is de verkoper en met zijn verkoop ontvangt hij geld voor het bedrijf. Er zijn twee soorten
primaire markttransacties:
Openbare aanbiedingen (public offerings): effecten verkopen aan het algemeen publiek;
Particuliere plaatsingen (private placements): onderhandelen met een specifieke koper.
Op secundaire markten worden effecten gekocht en verkocht na de originele verkoop. Iedere
transactie bevat een eigenaar of crediteur die verkoopt aan een ander. Op de secundaire markt wordt
eigendom van effecten overgedragen. Er zijn twee soorten secundaire markten:
Veiling markt (auction market): een markt met een fysieke locatie waarin één koper en een
verkoper worden gematcht zonder tussenkomst van een dealer;
Dealer markt (dealer market): een markt waarin meerdere dealers prijzen weergeven
waartegen ze bepaalde effecten willen kopen of verkopen. Deze markten worden ook wel
over-the-counter (OTC) markets genoemd. Vroeger werden effecten namelijk verkocht en
gekocht bij toonbanken in kantoren. Tegenwoordig hebben dealer markten geen centrale
locatie meer, maar zijn dealers elektronisch met elkaar verbonden.
Aandelen van de grootste bedrijven worden verhandeld op veiling markten. De meest bekende veiling
markten zijn: NYSE, Euronext, NASDAQ, Tokyo en London. Effecten die verhandeld worden op de
beurs, zijn genoteerd (listed) op die beurs. Om genoteerd te zijn, moeten bedrijven voldoen aan
bepaalde criteria. Die criteria verschillen per beurs.
4
, Hoofdstuk 3
Financial Statement Analysis
In dit hoofdstuk worden de verschillende financiële overzichten benoemd, wordt er ingegaan op
belastingen en wordt cash flow besproken. Ook komen er veel ratio’s aan bod om te achterhalen hoe
het bedrijf ervoor staat. In dit hoofdstuk staan twee belangrijke verschillen centraal: het verschil tussen
de boekhoudkundige waarde en de marktwaarde en het verschil tussen de boekhoudkundige
inkomsten en de kasstroom.
Het jaarverslag
Ieder jaar presenteert een bedrijf zijn jaarverslag. In dit jaarverslag is informatie te vinden over de
prestaties en activiteiten van een bedrijf het afgelopen jaar. Het jaarverslag bevat drie financiële
overzichten: de balans, de resultatenrekening en het kasstroomoverzicht.
De balans
De balans (statement of financial position, balance sheet) is een momentopname van het bedrijf. Het
is een overzicht van datgene wat het bedrijf bezit (activa), wat het bedrijf verschuldigd is (schulden) en
het verschil tussen die twee (eigen vermogen). De activa vertegenwoordigen de investeringen die het
bedrijf gedaan heeft, terwijl de schulden en het eigen vermogen laten zien hoe die investeringen
gefinancierd zijn. Voor de balans geldt de balance sheet identity:
activa = schulden + eigen vermogen
De balans bestaat uit de volgende onderdelen:
Activa (assets): activa kunnen vlottend (current) of vast (non-current) zijn. Een vast actief
heeft een relatief lange levensduur, vaak langer dan een jaar. Vlottende activa hebben echter
een levensduur die korter is dan een jaar. Dit betekent dat het actief binnen jaar omgezet is in
geld. Vlottende activa kunnen materieel (tangible) of immaterieel (intangible) zijn. Een
voorbeeld van een immaterieel actief is een patent;
Schulden (liabilities): schulden kunnen kortlopend (current) of langlopend (non-current) zijn.
Kortlopende schulden moeten binnen een jaar terugbetaald zijn. Bijvoorbeeld crediteuren.
Schulden die een looptijd van langer dan een jaar hebben, zijn langlopende schulden.
Bijvoorbeeld obligaties;
Eigen vermogen (owner’s equity, shareholders equity, ordinary equity): het verschil tussen de
activa en de schulden is het eigen vermogen. Als een bedrijf al zijn bezittingen zou verkopen
en de opbrengst daarvan zou gebruiken om zijn schulden te betalen, zou het overgebleven
bedrag uitbetaald worden aan de aandeelhouders.
Het verschil tussen de vlottende activa en de kortlopende schulden is het netto werkkapitaal (net
working capital). Het netto werkkapitaal is positief als de vlottende activa hoger zijn dan de
kortlopende schulden. Het is dan namelijk zo dat het geld dat beschikbaar komt binnen een jaar hoger
is dan het geld dat betaald moet worden binnen een jaar. Formule:
Een bezitting heeft verschillende waarden:
Boekwaarde (book value): de waarde van de bezitting op de balans;
Marktwaarde (market value, fair value): de waarde van de bezitting in de markt.
Volgens de International Accounting Standards (IAS) kunnen activa op twee manieren weergegeven
worden op de balans:
Historische kosten model: bezittingen worden gewaardeerd tegen aanschafwaarde;
Herwaarderingsmodel: bezittingen worden gewaardeerd tegen marktwaarde.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rugbedrijfskunde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.76. You're not tied to anything after your purchase.