Systeem Aarde
Hoofdstuk 1: Ons eiland in de ruimte
1.1 Planeet Aarde
De derde planeet
Tijdschalen
De ouderdom van de aarde wordt aangegeven op een
Geologische tijdschaal (indeling van de 4,6 miljard jaren
omvattende geologische geschiedenis van de aarde).
Deze is onderverdeeld in tijdperken, perioden en
tijdvakken. Zie plaatje
Eerst was er alleen een Relatieve tijdschaal
(Ouderdomsbepaling waarbij je ervan uitgaat dat
tijdperken in de aardgeschiedenis worden gekenmerkt
door bepaalde dieren en planten. Is eenmaal de volgorde
vastgesteld waarin de fossielen van deze planten en
dieren in de gesteenten voorkomen, dan kun je deze
gebruiken om van gesteenten die je ergens anders vindt, de plaats in
die volgorde vast te stellen). De volgorde van tijdperken was bekend,
maar werkelijke ouderdom in jaren kon niet worden vastgesteld. Men
gebruikte fossielen.
Er wordt nu gebruik gemaakt van radioactieve verval van gesteenten.
Daardoor een Absolute ouderdomsbepaling (methode om de ouderdom
uitgedrukt in (miljoenen) jaren te bepalen).
Opbouw van de aarde
De aarde is opgebouwd in Kern (Het binnenste gedeelte van de aarde),
mantel (Plastische laag onder de aardkorst die tot een diepte van 2900
km reikt). En Korst (De lichte, buitenste schil van de aarde. De dikte
varieert van 5 km onder de oceanen tot 30 km onder de continenten)
2
, Aardrijkskunde
Binnenin de aarde zit de kern, is een mengsel van nikkel
en ijzer. Door hoge druk is het vast.
Om kern ligt mantel, bestaat uit binnen- en
buitenmantel. Binnenmantel is vaste stof, buiten is taai-
vloeibaar. Het bestaat uit ijzer en magnesium.
Aardkorst bestaat uit zuurstof, ijzer, calcium,
magnesium, natrium en aluminium.
Er is een Moho-laag (De grens tussen de korst en de mantel).
Er is ook een Lithosfeer (de buitenste schil van de aarde, bestaande uit
de aardkorst en het vaste, buitenste gedeelte van de aardmantel).
Deze is tussen de 100-150 km dik en wordt onderverdeeld in:
o Continentale korst (aardkorst waaruit de continenten bestaan, met een
soortgelijke massa van ongeveer 2,8 en grotendeels bestaand uit
graniet)
o Oceanische korst (Aardkorst onder de oceanen met een soortgelijke
massa van ong. 3,0 die voornamelijk bestaat uit basalt).
Continenten bestaan uit Graniet (fijnkorrelig stollingsgesteente dat rijk is
aan kwarts). En oceaanbodem bestaat uit Basalt (Stollingsgesteente dat
bij vulkanische uitbarstingen aan de oppervlakte komt
(uitvloeiinggesteente).
1.2 Drijvende continenten
Catastrofe of niet?
Eerst dacht men dat continenten&oceanen vast lagen, nu denken
Ortelius dacht dat continenten door Aardbevingen (Trilling van de
aarde a.g.v., het plotseling verschuiven van stukken van de aardkorst
of van de eronder liggende aardkorst) en overstromingen losgerukt
waren.
Eerst dacht aan Catastrofetheorie: ingrijpende veranderingen van het
aardoppervlak kwamen vrij plotseling en rampzalig tot stand.
Later kwam Principe van het actualisme (Het principe dat ervan uitgaat
dat natuurwetten in het verleden en het heden dezelfde zijn). Het
heden is de sleutel tot het verleden.
Alfred Wegener
Hij vond uit dat fossielen, gletsjers, gesteenten en
gebergten in verschillende continenten lagen. Hij
had theorie: Continental drift: vroeger was er 1
supercontinent Pangea.
Bewijzen
De oceaanbodem is niet vlak
2
, Aardrijkskunde
Idee van Paleomagnetisme (Het gedrag van aardmagnetisme in het
verleden).
Het aardmagnetisch veld heeft niet altijd dezelfde richting gehad, de
Polen hebben niet altijd op dezelfde plaats gelegen.
Het is de oceaanbodem zelf die zich horizontaal beweegt en zo de
continenten meeneemt.
1.3 bewegingen van platen
Asthenosfeer en convectiestromen
De lithosfeer bestaat uit 6-10 grote&kleine Platen
(Gedeelte van de lithosfeer dat drijft op de
athenosfeer). Deze platen drijven op het deel van de
buitenmantel dat taai-vloeibaar is, de Asthenosfeer (de
enigszins plastische, op 50 tot 200 km diepte
aanwezige, buitenste schil van de aardmantel).
De kern van de aarde is zeer heet en verwarmt de
asthenosfeer. Het hete materiaal van de mantel komt in
bepaalde zones omhoog. Dit materiaal botst tegen de
lithosfeer en stroomt weg. Hoe hoger dit materiaal komt, hoe
meer het afkoelt en de massa neemt toe. Deze zakt op een
ander plaats naar beneden. Dit worden ook wel
Convectiestromen (Stroming van vloeibaar gesteente die in
de mantel opwelt, onder de lithosfeer afkoelt, zijdelings
wegstroomt en uiteindelijk weer daalt) genoemd.
Deze platen schuiven niet heel snel. Maar enkele cm per jaar
Soorten bewegingen
Er zijn verschillende soorten manieren hoe platen van elkaar
afschuiven.
Divergentie schildvulkanen
Divergentie (Het van elkaar af bewegen van platen).
Dit vindt plaats op de bodem van de oceanen. Hier
ontstaat de aardkorst.
Hierdoor ontstaan ook Mid-oceanische ruggen
(Onderzeese gebergteketen die ontstaan is doordat
mantelmateriaal midden in de oceanen over een
grote lengte omhoog gedrukte wordt). Dit vulkanisme is erg rustig. ‘
Platen kunnen ook scheuren. Voorbeeld is Danakildedepressie, hier
ontstaat een oceaanbodem.
Convergentie stratovulkanen
Convergentie (Het naar elkaar toe bewegen van
platen). Hier zijn ook weer 3 variaties:
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 113150W. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.36. You're not tied to anything after your purchase.