Hoofdstuk 1: Geest, gedrag en psychologische wetenschap
Psychologie = wetenschap van het gedrag en de geestelijke processen, die uit vele, soms
tegenstrijdige, tradities is ontstaan (wetenschap: omdat er een vaste methode is om het te
onderzoeken)
Wat doet een psycholoog?
- Testen: experimenten
- Begeleiden: praten en doen (hoogtevrees → samen de hoogte in)
Bias = vooroordeel, vervorming of vertekening van een situatie, meestal op basis van
persoonlijke ervaringen en waarden
• Emotionele bias = op basis van eigen waarden, andere informatie mee laten spelen
vb. Als je bang bent van misdaden, wil je dat misdaden strenger worden
bestraft
• Confirmation bias = bevestigingsbias, informatie die aansluit bij onze overtuiging
meer laten doorwegen (selffulfilling profecy = als je veel van iemand verwacht en de
schat de competentie hoog in, dan presteren ze veel beter)
Vb. “Die sporter heeft niet veel talent’, als die dan een fout maakt: “Zie je wel!”
(iets wat zichzelf waarmaakt)
• Expectancy bias = verwachtingen (je eigen verwachting laten meespelen)
Vb. Als je iets verwacht van een onderzoek, ga je geneigd zijn te vinden wat je
dacht te vinden
6 perspectieven van de psychologie:
BIOLOGISCH PERSPECTIEF (Descartes)
Scheiding tussen de spirituele geest en het fysieke lichaam
➔ Rationalisme (denken)
2 variaties:
1. Neurowetenschap
2. Evolutionaire psychologie (Darwin: survival of the fittest → aanpassingsvermogen en
natuurlijke selectie)
Vb. mensen zijn niet geneigd om blauwe of bittere dingen op te eten: giftig
,COGNITIEVE PERSPECTIEF
De wetenschappelijke methode kan worden gebruikt om de geest te bestuderen: introspectie
- Structuralisme (Wilhelm Wundt) = onderzoeken de meest elementaire
‘structuren’/onderdelen van de geest
- Gestaltpsychologie = bewustzijnservaringen zijn meer dan de som van de delen
- Functionalisme (William James) = psychische processen worden best begrepen
vanuit hun adaptieve nut en functie
- Moderne cognitieve perspectief = hersenen zijn computer (informatieverwerking)
& nadruk op cognitie: leren, geheugen, perceptie en denken
BEHAVIORISTISCH PERSPECTIEF (Skinner)
Wetenschap van het gedrag en de omstandigheden in de omgeving die het gedrag
beïnvloeden (geboren met een wit blad)
- Observeerbaar gedrag is betrouwbaar, niet de onzichtbare mentale processen
- Handelen wordt gevormd door de gevolgen ervan
- Vermogen om te leren door invloed van de omgeving
PERSPECTIEF VAN DE GEHELE PERSOON (‘WHOLE PERSON’)
Psychodynamische psychologie (Frojd)
- Psychoanalyse als medische techniek om psychische stoornissen te behandelen:
droomanalyse, versprekingen en vrije associatie
Humanistische psychologie (Rogers en Maslow)
- Mens met vrije wil die keuzes kunnen maken en zo hun leven beïnvloeden
Positieve psychologie
- Wil bijdragen aan het geluk en welzijn van mensen (wat maakt iemand gelukkig)
Psychologie van karaktertrekken en temperament
- Verschillen tussen mensen ontstaan uit verschillen in stabiele kenmerken en
neigingen, die karaktertrekken en temperamenten worden genoemd
ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF
Nature vs nurture?
- Mensen veranderen op voorspelbare wijze naarmate de invloeden van erfelijkheid en
omgeving zich in de loop van de tijd ontplooien
SOCIOCULTUREEL PERSPECTIEF
Gedrag van een individu wordt beïnvloed door de sociale en culturele situatie
,Wetenschappelijke methode:
1. Een hypothese ontwikkelen en een experiment/studie opzetten
Hypothese:
Voorspelling van de uitkomst van een wetenschappelijk onderzoek, een bewering over de
relatie tussen variabelen; moet falsificeerbaar zijn, liefst gebaseerd op een bredere theorie
Operationalisatie:
Abstracte concepten vertalen in objectieve, waarneembare, meetbare grootheden
Validiteit:
Meet het meetinstrument wat het beoogt te meten?
Betrouwbaarheid:
Herhaalbaarheid van resultaten
2. Objectieve data verzamelen
Onafhankelijke variabele:
De variabele die door de onderzoeker gemanipuleerd wordt, waarvan het effect op een
andere variabele wordt onderzocht (al de rest moet constant zijn)
Randomisering:
Bij toeval bepalen welke proefpersonen in welke conditie terecht komt/in welke volgorde de
stimulus wordt aangeboden
Data:
De informatie, verzameld door de onderzoeker, die gebruikt wordt om de hypothese te
toetsen
Afhankelijke variabele:
De variabele die gemeten wordt, waarvan wordt nagegaan of die afhankelijk is van de
manipulaties in de onafhankelijke variabele(n)/de responsen van de proefpersonen
3. Analyseren en de hypothese accepteren of verwerven
Toetsen van de hypothese:
Na statische analyses van de data, wordt de hypothese aanvaard of verworven (principe van
significante afwijking van toeval)
4. Publiceren, bekritiseren, repliceren
Procedure:
Uitschrijven – insturen voor peer-review – herwerken op basis van kritieken - ?aanvaarding?
(Zelf)kritiek!!:
Zoeken & uitsluiten van verwarrende storende / confounding variabelen die de
geobserveerde relatie tussen de onafhankelijke var./predictor en de afhankelijke
var./criterium zouden kunnen (weg)verklaren
Soorten psychologisch onderzoek:
- Experimenten: effecten van manipulaties
o Experimentele en controleconditie
o Laboratoriumexperiment vs veldexperiment
- Correlatieonderzoek/studies: verbanden tussen variabelen zoeken
o Correlatiecoëfficiënt = r (tussen -1.0 en +1.0)
o Geen correlatie, dan r = 0
Vb. wanneer er meer ijsjes worden gegeten, verdrinken er meer mensen = correlatie
causaliteit fout
➔ Geen oorzaak-gevolg relatie
Casestudie/gevalstudie: één opmerkelijk individu uitvoerig analyseren
, Hoofdstuk 3: Leren
Leren = een blijvende verandering in gedrag of mentale processen als gevolg van een
bepaalde ervaring
Reflexen & instincten = soort gerelateerd en genetisch geprogrammeerd gedrag
Vb. inprinting bij eendkuikens (K. Lorenz)
Vb. Paringsrituelen bij dieren
Klassieke conditionering:
Een vorm van stimulus-respons-leren waarbij een, in eerste instantie, neutrale stimulus het
vermogen verwerft om dezelfde aangeboren reflex op te roepen als een andere stimulus
Pavlov en zijn hond (voorbeeld van klassieke conditionering)
Leerproces klassieke conditionering:
Toepassingen:
- Tegenconditionering
- Chemotherapie & smaakaversie
- Reclame
- Studeren (pc & bureau → met focus en aandacht studeren)
Operante conditionering:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ditteverboven. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.