Dit is een document dat alle antwoorden bevat op de examenvragen van het vak algemene weefselleer deel 1 die prof. Frederik De Smet online heeft gezet. De antwoorden zijn overzichtelijk en duidelijk. Ik heb enkel met dit document + de aantekeningen een 16/20 behaald.
Vergelijk conventionele lichtmicroscopie met de transmissie elektronenmicroscopie
(TEM). Wat kan je met beide technieken onderzoeken? Hoe moet het te
onderzoeken weefsel voorbewerkt worden voor deze methode en waarom?
Lichtmicroscopie Transmissie
elektronenmicroscopie
Soort Conventionele Elektronen worden door het
lichtmicroscopie maakt object geschoten en
gebruik van zichtbaar licht opgevangen op een gevoelige
(fotonen). plaat.
- Licht valt ofwel op het Plaatsen waar preparaat dikst is
object zelf en meeste verstrooiing
weerkaatst elektronen aantal elektronen
- Ofwel wordt er vastegeld op plaat is kleiner
doorvallend licht gevormd beeld is donker
gebruikt
Resolutie 0,2 micrometer 0,1 nanometer
- Haar - Virus
- Bloedcel - DNA
- En bacterie - Glucose
cellulaire structuur intracellulaire structuren
Voorbewerking 1. Bewaren en fixeren Zeer dunne coupes moeten
weefsel gemaakt worden (ongeveer 1
- Invriezen: enzym micrometer)
activiteit van eiwitten diamantmes/glasmes.
vertraagd
- Fixeren: enzymen Hiervoor worden gefixeerde
irreversibel weefsels ingebed in hard
geïnactiveerd materiaal, doorgaans epoxyhars.
2. Vervaardigen
weefselsneden
- Ingevroren materiaal:
kan meteen
aangesneden worden
met vriesmicrotoom
- Gefixeerd materiaal:
eerst inbedden in
paraffine waardoor een
vaste structuur die dan
wordt aangesneden
door microtoom
3. Kleuren weefselsneden
Reden Weefsel wordt bewaard zodat Het kleinste weefselverval gaat
er geen structurele dan ook zichtbaar zijn en het te
verandering is. De onderzoeken weefsel minder
afbraakprocessen (door goed beoordeelbaar maken.
intrinsieke en extrinsieke
factoren) zoveel mogelijk Al enkele minuten nadat cellen
voorkomen. gescheiden raken van hun
bloedvoorziening treedt
Afbraakprocessen op gang osmotische zwelling op van
door: mitochondria en ER.
, - Gebrek aan aanvoer
zuurstof Een goede en snelle fixatie zijn
- Gebrek aan afvoer dat ook cruciaal.
afbraakproducten
- Vrijkomen van
verteringsenzymen
Verteringsprocessen worden
afgeremd door:
- Weefsel fixeren
- Weefsel invriezen
Bespreek de fixatie aan de hand van formaldehyde en glutaraldehyde bij de
staalpreparatie voor histologie. Voor welke histologische methoden worden deze
gebruikt?
Formaldehyde
Verteringsprocessen worden afgeremd waardoor ook de groei van micro-organismen
stopt. Het weefsel wordt bij lichtmicrosopie ondergedompeld in fixator formol (= een
waterige oplossing op basis van formaldehyde).
Er worden covalente bindingen gevormd met de N-terminus van eiwitten, volgens een
proces crosslinking. De meeste enzymen verliezen hun enzymatische werking.
De duur varieert van 2h tot 24h. Dit is afhankelijk van
- Grootte materiaal
- Gebruikte methode van fixatie
- Fixator
De hoeveelheid fixator dient 5x het volume te zijn van het weefsel.
Glutaaraldehyde
Bij elektronenmicroscopie maakt men gebruik van de gekoelde fixator
glutaaraldehyde (4 graden C). Dit wordt gevolgd door een tweede fixatie in
osmiumtetroxide. De reden hiervan is dat we de vetten bewaren (door bijvoorbeeld
oxidatie van onverzadigde vetten) en gewicht toevoegen aan bepaalde structuren.
Geef de gelijkenissen en verschillen tussen immunohistochemie en
immunofluorescentie.
Immunohistochemie Immunofluorescentie
Verschillen Een antigen wordt herkend dmv Een antigen wordt herkend dmv
een enzymatische reactie immunofluorescentie waarbij de
primaire of secundaire antistof
wordt gekoppeld aan een
fluorofoor die wanneer hij wordt
beschenen met licht van de
juiste golflengte fluorescent licht
, zal uitstralen
Er kan maar 1 antigen worden Er kunnen verschillende
gevisualiseerd antigenen worden gevisualiseerd
door verschillende fluoroforen te
gebruiken
Gelijkenissen Detectietechniek om antigen op Detectietechniek om antigen op
te sporen te sporen
Bespreek directe, indirecte en ge-ampificeerde immunohistochemie en
immunofluorescentie. Waarom bestaan deze verschillende afgeleide methoden?
Directe methode
- Het primaire antilichaam wordt rechtstreeks gekoppeld aan een detectie-enzym
- Deze techniek is snel en eenvoudig maar geeft weinig signaalversterking
- Lage hoeveelheden antigen worden moeilijker gedetecteerd
- Wordt vooral gebruikt voor immunoglobuline en complementdeposities op te
sporen in de huidbiotopen en de nierbiotopen
- Beste resultaat wordt bekomen in vriescoupes met fluoresceïne als detectie-
enzym
Indirecte methode
- Het primaire antilichaam is niet rechtstreeks gekoppeld aan een detectie-enzym
- Het secundaire antilichaam is gericht tegen FC-fragment van de primaire
antilichaam
- Het secundaire antilichaam is gekoppeld aan een detectie-enzym
- Indirecte methode heeft 2 voordelen
1) Niet steeds het primaire antilichaam moet worden gekoppeld
2) Signaal versterking
Geamplificeerde methode
, Signaalversterking kan bekomen worden door gebruikt te maken van het biotine
streptavidine systeem. Dit zijn 2 stoffen die zeer sterk met elkaar interageren en
grote complexen vormen.
Meestal wordt het antistof en het detectie-enzym gebonden met biotine. Het detectie-
enzym gaat gecomplexeerd worden met streptavidine om zo een vele hogere
enzymactiviteit te bekomen, en dus ook een sterker signaal.
Immunofluorescentie
Dit is een detectietechniek om een antigen op te sporen.
Een antigen wordt herkend door immunofluorescentie waarbij de primaire of
secundaire antistof wordt gekoppeld aan een fluorofoor, die wanneer hij wordt
beschenen met licht van de juiste golflengte fluorescent licht zal uitstralen.
Er kunnen verschillende antigenen worden gevisualiseerd door verschillende
fluoroforen te gebruiken.
Deze methoden bestaan omdat elke methode verschilt in sensitiviteit, specificiteit,
affiniteit van de antistof en beschikbaarheid van de epitopen.
Welke verwerkingsstappen doorloopt een weefselstukje tussen resectie tijdens
operatie en diagnostiek middels lichtmicroscopie? Licht iedere stap kort toe.
Om de cellulaire structuur van een weefsel te beoordelen onder de lichtmicroscopie
dient het weefsel een aantal bewerkingen te doorlopen:
1) Het bewaren en fixeren van weefsel
2) Het vervaardigen van weefselsneden
3) Het kleuren van de weefselsneden
Stap 1 het bewaren en fixeren van weefsels
Het bewaren van weefsel kan op 2 manieren gebeuren:
- Invriezen: enzymactiviteit van enzymen vertraagd, weefsel wordt snel
ingevroren in een OCT-oplossing adhv onderkoeld isopentaan
- Fixeren: enzymen reversibel geïnactiveerd
Het doel van het bewaren van weefsel is om de oorspronkelijke toestand, zowel
chemisch als structureel zo goed mogelijk te bewaren. Hierdoor dienen
afbraakprocessen, zowel door interne als externe factoren, zoveel mogelijk afgeremd
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bot12. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.90. You're not tied to anything after your purchase.