Arresten BPR 2
Goosen/Goosen
Het echtpaar Goosen-Dekkers heeft zich bij notariële akte in 1980 als hoofdelijk schuldenaar
verbonden aan een lening verstrekt door Jan Goosen aan de BV Wodania. Wodania ging eind
1981 failliet en betaalde niets van deze lening terug. Jan Goosen heeft daarop de notariële akte
aan het echtpaar laten betekenen en beslag gelegd. Het echtpaar heeft zich verzet in een tweetal
gedingen, waarbij dit verzet ongegrond is verklaard. Beide vonnissen van de rechtbank Breda
zijn door het Hof bekrachtigd. Na deze bekrachtiging in 1987 ontdekt het echtpaar dat de NMB
- de bank bij welke Jan Goosen het door hem aan Wodania geleende geld op zijn beurt had
geleend- in 1986 een deel van de schuld had kwijtgescholden. Hiervan heeft Jan Goosen nooit
melding gemaakt in de gedingen. Het echtpaar vordert herroeping van de arresten van het Hof
op grond van bedrog ex. art. 382 onder 1 Rv.
Rechtsvraag
Is bedrog een grond om het vonnis te herzien?
HR
Het in art. 382 onder 1 Rv voorkomende woord "bedrog" moet tezamen met de woorden "of
arglist" worden opgevat als de weergave van één , hierna als "bedrog" aan te duiden maatstaf.
Van bedrog in deze zin is reeds sprake wanneer een partij door haar oneerlijke proceshouding
belet dat in de procedure feiten aan het licht komen die tot een voor de tegenpartij gunstige
afloop van die procedure zouden kunnen hebben leiden. Dit zal zich onder meer voordoen
wanneer een partij feiten als hiervoor bedoeld verzwijgt, terwijl zij wist of behoorde te weten
dat de tegenpartij niet met die feiten bekend was of redelijkerwijze behoorde te zijn. Art. 3:44
lid 3 BW is hier niet van toepassing en de uitleg daarvan is niet bepalend voor die van art. 382
onder 1 Rv.
Schook/Vergeer
Vergeer vordert dat voor recht wordt verklaard dat Schook’s pand niet is aan te merken als
bedrijfsruimte in de zin van art. 1624 BW. Het is immers volgens hem geen bedrijfsruimte in
die zin omdat het huurobject geen voor het publiek toegankelijk lokaal bevat voor rechtstreekse
levering van goederen of voor dienstverlening. Schook heeft dit betwist. De rechter stelde vast
dat het hier ging om een opslagruimte. Hiertoe concludeerde op basis van een “niet -officiële
bezichtiging” (De rechter fietste toevallig dagelijks langs het pand). Schook gaat in cassatie.
Rechtsvraag
Is een dergelijke plaatsopneming in overeenstemming met de normen die aan het recht mogen
worden gesteld?
Rechtsregel
De Hoge Raad oordeelde dat het aan het oordeel ten grondslag leggen van niet van algemene
bekendheid zijnde gegevens, verkregen -zoals de Rechtbank vermeldt- door een “niet-officiële
bezichtiging”, zich niet verdraagt met de wettelijke regeling van de gerechtelijke
plaatsopneming, welke de nodige waarborgen biedt voor controle en bespreekbaarheid door
partijen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jrdej. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.