Week 1
Vraag 1
Opdracht A
Bij het ontbreken van een testament geldt het wettelijk erfrecht, oftewel de rangorderegeling die
bepaalt wie tot de erfgenamen behoren. Tot de wettelijke erfgenamen in groep 1 behoren de
langstlevende gehuwde echtgeno(o)t(e) alsmede de beide kinderen Loes en Jeroen. In het geval
de erflater een langstlevende echtgenoot en ten minste één kind na laat, geldt de wettelijke
verdeling, bij het ontbreken van een testament. Overigens kan het testament ook aansluiten bij de
wettelijke verdeling.
Opdracht B
Op grond van de wet deelt de langstlevende echtgeno(o)t(e) als wettelijk erfgenaam mee voor een
kindsdeel, in totaal derhalve resulterend in drie erfgenamen. Bij testament kan het erfdeel kleiner
worden gemaakt.
Opdracht C
De langstlevende echtgenoot krijgt op grond van de wettelijke verdeling alle goederen en
schulden en een overbedelingsschuld aan de kinderen voor hun erfdeel.
Opdracht D
Dat is mogelijk als het vermogen wordt opgemaakt en er slechts een schuld resulteert.
Opdracht E
Zij kunnen de (bloot)eigendomswilsrecht uitoefenen.
Opdracht F
De gedachte achter een vruchtgebruiktestament is dat de langstlevende partner de
inkomensstroom uit de nalatenschap verkrijgt, zodat hij (goed) verzorgd achterblijft en de
kinderen de bloot eigendom hiervan. Deze inkomensstroom kan daadwerkelijk uit contanten
bestaan (rente, dividend, huur, of pacht), doch ook uit woongenot omdat de echtelijke woning om
niet (gratis dus) mag worden bewoond. Bij het overlijden van de vruchtgebruiker eindigt het
vruchtgebruik en wast de bloot eigendom aan tot vol eigendom.
Opdracht G
De bloot eigendom, dit is het volle eigendom ontdaan van de vruchten, gaat naar de kinderen. Dus
Loes en Jeroen worden bloot eigenaar.
Opdracht H
Aangezien aan Liesbeth louter de vruchten toekomen, is het verteringsrisico voor de bloot
eigenaren Loes en Jeroen gering. Aan Liesbeth komen bijvoorbeeld de rente- en
dividendopbrengst van de effectenportefeuille toe, terwijl de bron, de obligaties en aandelen
zelve dus, in eigendom aan Loes en Jeroen toebehoren. Voor wat betreft het woonhuis komt het
woongenot aan Liesbeth toe, terwijl het pand in bloot eigendom aan Loes en Jeroen toebehoort.
Uiteraard lopen Loes en Jeroen het risico op waardeverandering en voor wat betreft het pand, het
risico van (achterstallig) onderhoud, vandaar de voorgaande toevoeging ‘zeer gering’. Overigens is
het mogelijk dat de erflater aan de vruchtgebruiker het recht geeft om de goederen die onder het
vruchtgebruik vallen te vervreemden en op in te teren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dsrmrks. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.