Psychodiagnostiek in de klinische kinder- en jeugd (PB0322)
Summary
Samenvatting Psychodiagnostiek voor de hulpverlening aan kinderen - Psychodiagnostiek in de klinische kinder- en jeugd (PB0322)
88 views 7 purchases
Course
Psychodiagnostiek in de klinische kinder- en jeugd (PB0322)
Institution
Open Universiteit (OU)
Book
Psychodiagnostiek voor de hulpverlening aan kinderen
Volledige samenvatting van de reader ‘Psychodiagnostiek in de Klinische Kinder- en Jeugdpsychologie’. Dit vak is onderdeel van de master Klinische kinder- en jeugdpsychologie.
Psychodiagnostiek in de klinische kinder- en jeugd (PB0322)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
Rosss
Content preview
Samenvatting psychodiagnostiek
Hoofdstuk 1 Psychodiagnostiek
Verschil tussen diagnostiek en classificatie.
Bij classificatie worden kenmerken van een persoon ondergebracht bij een algemeen beeld
zonder uitspraak te doen over oorzaken of indicaties voor hulp. Bij diagnostiek wordt er ook
mogelijke causaliteit onderzocht, waarbij de context wordt betrokken.
De 4 belangrijkste beroepen zijn:
- Basispsycholoog
- Gz- psycholoog
- Klinisch psycholoog
- Psychotherapeut
De laatste 3 zijn wettelijk geregistreerd volgens BIG.
Het doel van psychodiagnostiek:
- Betrouwbare en valide beschrijving krijgen van de psychosociale werkelijkheid.
- Mogelijke verklaringen zoeken voor het ontstaan en behouden van problemen.
- Verklaringen toetsten.
- Bepalen welke interventies passend zijn.
- Bepalen wat het effect van de hulp is.
- Onderzoek afstemmen op de hulpvragers.
Continue ontwikkeling: het kind wordt geleidelijk beter op bepaalde cognitieve functies.
Discontinue ontwikkeling: in een korte tijd een grote ontwikkelsprong doormaken, dit heeft
invloed op de diagnostiek.
Intra- individuele veranderingen/ variabiliteit: veranderingen binnen 1 persoon.
Interindividuele verschillen: verschillen tussen kinderen.
Een kind kan zich gaan ontwikkelen als er balans is tussen:
- De biologische aanleg.
- Wat het kind kan.
- Hulp vanuit de omgeving.
Omgevingsfactoren die belangrijk zijn voor de ontwikkeling:
- Leren en ontdekken.
- Bieden van ondersteuning.
- Geborgenheid en veiligheid.
- Aanmoedigen van verantwoordelijkheid en zelfstandigheid.
- Waarden en normen.
- Voeding en gezondheid.
Richtlijnen voor diagnostische praktijk:
- Toetsen van vermoeden en oordelen bijstellen.
- Doelgericht en systematisch zoeken naar patronen.
, - Hanteer theoretisch verantwoorde redeneringen en gegevens uit recent
wetenschappelijk onderzoek.
- Gebruik betrouwbare en valide onderzoeksmiddelen.
- Leg verantwoording af aan collega’s.
Belangrijk om rekening mee te houden tijdens diagnostiek bij kinderen:
- De snelle ontwikkeling die kinderen doormaken.
- De rol van de omgeving die invloed heeft op de ontwikkeling.
- Zicht hebben op wat beschouwd wordt als normale of abnormale ontwikkeling.
Jongeren vanaf 16 jaar kunnen zelf om hulp vragen. Ouders hoeven hiervan niet op de
hoogte te zijn. Bij beide ouders met gezag, moeten beide toestemming geven voor hulp
onder de 12 jaar. Tussen de 12- 16 jaar moet het kind ook toestemming geven.
Soorten onderzoeksvragen:
- Onderkennend: in kaart brengen van de kenmerken/ problemen.
- Verklarend: verklaren van problemen/ gedrag.
- Indicatie: welke stappen worden er ondernomen om het doel te bereiken.
- Selecterend: welke personen zijn het meest gebaat bij een bepaalde interventie.
- Toewijzend: past deze behandeling bij dit kind.
Latent construct: niet direct observeerbaar gedrag.
Direct construct: observeerbaar gedrag.
Stappen diagnostisch cyclus:
- Aanmelding.
- Klachtenanalyse: een beeld krijgen van de klachten en de vragen. Verhelderen van
klachten en hulpvragen duidelijk maken. Duidelijkheid geven over wat de cliënt kan
verwachten.
- Probleemanalyse: in kaart brengen van de geschiedenis en relevante gedragingen.
Beslissing nemen over de richting van diagnostisch onderzoek. Vergroten van inzicht
van de hulpvragen. Formuleren van toetsbare onderzoeksvragen.
- Verklaringsanalyse: hypothesen opstellen, kiezen van methoden, uitvoering van
onderzoek, scores berekenen, hypothesen aannemen of verwerpen en integratie van
onderzoeksuitkomsten.
- Indicatieanalyse: bepalen op welke doelen de interventie gericht moet zijn. Advies
geven over soorten interventies, met de voor- en nadelen. Voeren van terugkoppeling
gesprek van de resultaten.
Handelingsgerichte diagnostiek: gericht op het verbeteren van problematische
onderwijsleer- of opvoedsituaties, dus meer een praktisch model. 5 fasen:
- Intakefase.
- Strategiefase.
- Onderzoeksfase.
- Integratie/ aanbevelingsfase.
- Adviesfase.
, Hoofdstuk 2 Het diagnostisch interview
Hetero anamnese: gesprek met ouders over het kind.
Auto anamnese: gesprek met het kind zelf.
Anamnese
Eerst werkrelatie opbouwen, context van het kind zien, gesprek afstemmen op cognitieve en
emotionele ontwikkelingsniveau.
Baby en peuter:
Voornamelijk observeren. Vanaf 12 maanden vragen stellen: waar is de bal
ontwikkelingsniveau meten.
Onder de 6 jaar onderzoek doen met speelgoed.
Basisschoolkinderen:
Vanaf 4 jaar meer vragen kunnen beantwoorden. 3-4 jaar theory of mind. Emoties
herkennen en benoemen. Vanaf 8 jaar reflecteren en beter overstijgend nadenken
onderwerpen zoals eten, slapen en lichamelijke klachten kunnen besproken worden.
Middelbare schoolkinderen:
Abstract niveau denken. Vragen naar social media. Hebben mogelijk andere ideeën over de
klachten dan ouders. Vragen naar relaties, seksualiteit, middelengebruik, eetproblemen,
zelfbeschadiging en suïcidaliteit.
Hetero anamnese
Ouders kunnen relevante informatie over de thuis en schoolsituatie aandragen. Bij jonge
kinderen wordt er altijd een hetero anamnese gedaan. Bij adolescenten niet altijd. Het
maken van contact met de ouders is belangrijk. Vragen naar mogelijke oorzaken en
onderhoudende factoren, functioneren, diverse ontwikkelgebieden en hypothese van ouders
over de ontwikkelingsproblemen. Positieve kanten van het kind ook bespreken. Vragen over
de context van het kind.
Ontwikkelingsanamnese
Wordt bij jonge kinderen vrijwel altijd ingezet. Bij oudere kinderen alleen wanneer er een
vermoeden van een ontwikkelingsstoornis is. Ontwikkeling wordt altijd chronologisch
nagelopen op een aantal domeinen.
De ontwikkelingsgebieden:
- Zwangerschap en geboorte: Verschillende factoren kunnen een rol spelen en elkaar
beïnvloeden, zoals ziekte, welbevinden van moeder, middelengebruik, stress,
psychiatrische problematiek en economische factoren.
- Emotionele ontwikkeling: bij jonge kinderen vragen naar de basisemoties en hoe deze
optreden. Vragen hoe ouders en het kind omgaan met de emoties van het kind. Laat
het kind zich troosten? Hoe reageert het kind op andermans emoties?
- Sociale ontwikkeling: hoe maakt het kind contact met kinderen en volwassenen. Hoe
ontwikkelde de band tussen ouders en het kind zich.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rosss. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.35. You're not tied to anything after your purchase.