Dit is een uitgebreide samenvatting van de hoorcolleges waarin alle collegestof en statistische toetsen met gedetailleerde stappen duidelijk wordt uitgelegd. Daarbij is de collegestof aangevuld met het boek en ondersteunende voorbeelden.
Wat is statistiek?
- tatistieken: feiten of gegevens van statistischeaard,VB: Geboortecijfers.
S
- Statistiek: de discipline die zich bezighoudt methet beschrijven en analyseren van
data.
- Definitie uit college: statistiek wordt gebruikt voor het verzamelen van data, om
wetenschappelijke vragen te beantwoorden.
Waarom statistiek?
- tatistiek maakt data inzichtelijk die nodig is om vraagstukken te kunnen
S
onderbouwen.
- Statistiek is niet nodig in de exacte wetenschappen (def:wetenschappen die
gebaseerd zijn op natuurwetten en theorieën die gekenmerkt worden door
wiskundige modellering), want in die wetenschappenheb je al cijfers die je
gemakkelijk kunt vergelijken.
- Statistiek is belangrijk in onderzoek naar gedrag (als er mensen bij komen kijken),
want gedrag is variabel: mensen doen nooit twee keer precies hetzelfde.
- Statistiek is slechts een onderdeel van de empirische cyclus (def: herhalen van
stappen in de cyclus van onderzoek doen). Je maakt hierin geen harde claims, want
je resultaten kunnen ook toeval zijn. Als je data bijvoorbeeld niks waard is (doordat
het niet betrouwbaar is) dan stopt het al.
- Statistiek beantwoordt onderzoeksvragen,VB: In hoeverrezijn scheldwoorden van
invloed op hoe een advertentie wordt beoordeeld? Dit kan je onderzoeken door aan
mensen te vragen om advertenties met scheldwoorden te beoordelen.
Rol van de statistiek
- Het is onmogelijk om van alle mensen te weten hoe zij over de test denken, want alle
Nederlandse mannen en vrouwen is een veel te grote groep. Daarom doe je
onderzoek bij kleinere groepen:steekproef. → Datis niet helemaal optimaal, want
als je het bij een andere groep zou doen krijg je andere resultaten. De resultaten
gelden daarom niet voor iedereen.
- Statistiek wordt gebruikt om te kunnen generaliseren. Hoe groot is de kans dat het
resultaat wat je gevonden hebt voor een kleinere groep, ook geldt voor vergelijkbare
groepen? Je generaliseert dan de resultaten van een kleinere groep naar een grotere
groep. → Hierbij is het gebruik van representatieve groepen erg belangrijk. Zonder
dit kan de steekproef geen representatieve afspiegeling geven van de populatie.
Anders ga je appels met peren vergelijken.
Onderzoek opzetten
Statistiek is enkel een onderdeel van het onderzoeksproces.
- Statistiek werkt niet in het geval van een slecht opgezet onderzoek. Je kan je data
niet redden met statistiek.
Belangrijk is om het onderzoek op een goede manier op te zetten. Het stappenplan hiervoor:
1. Als onderzoeker valt je iets op en wil je daar meer over weten.
2. Op basis van je observatie heb je bepaalde verwachtingen.
2
, . F
3 ormuleren van toetsbare hypotheses/verwachtingen.
4. Het toetsen van hypothese.
5. Evalueren van de resultaten.
Het onderzoeksproces
Het onderzoeksproces bestaat uit de volgende vijf stappen:
Stap 1. Observatie
- Resulteert in data waaruit een onderzoeksvraag voortvloeit.
Stap 2. Theorie raadplegen
- Theorie: een verondersteld algemeen principe of verzamelingvan principes waarmee
waarnemingen verklaard kunnen worden en van waaruit nieuwe verwachtingen of
hypothese opgesteld kunnen worden.
- Resulteert in principes op basis waarvan je waarnemingen kunt verklaren en
voorspellen.
Stap 3. Hypotheses en verwachtingen opstellen
- Hypotheses en verwachtingen zijn ongeveer gelijk. Verwachtingen zijn wel concreter.
- Hypothese: de beste voorspelling of een voorlopigeverklaring/ oplossing van een
probleem. Hypotheses kunnen afgeleid zijn uit de onderzoeksliteratuur, een theorie
of uit observaties.
- Tijdens een onderzoek toetst je vervolgens niet de onderzoeksvraag, maar de
hypotheses op basis van de theorie. Vervolgens moet je in principe een hypothese
falsificeren(verwerpen) ofbevestigen(aannemen).
3
, - Bij het opstellen van een hypothese is het nodig om de variabelen te identificeren:
- VB: Wanneer je verwacht dat advertenties met scheldwoordenmeer opvallen
dan advertenties zonder scheldwoorden, dan ontstaan er twee variabelen:
advertenties met en zonder scheldwoorden. Deze variabelen variëren. Het
tegenovergestelde is een constante.
én falsificatie is sterker dan een oneindig aantal bevestigen, omdat je anders nooit kan
E
weten wat je niet gemeten hebt. De logica van falsificatie:
- Een hypothese bewijzen op basis van verificaties is onmogelijk, omdat je nooit kunt
weten wat je nog niet geobserveerd hebt.VB: Wanneerje alleen maar witte zwanen
ziet, kan je niet zeggen dat er alleen maar witte zwanen zijn, want je kan altijd een
zwarte zwaan missen.
- Het is wel mogelijk aan te tonen dat een hypothese onjuist is: falsificatie.VB: Je ziet
een zwarte zwaan.
tap 4. Verzamelen van data
S
Er zijn verschillende onderzoeksbenaderingen:
- Experimenteel vs. correlationeel/cross-sectioneel onderzoek
- Experimenteel: oorzaak-gevolgrelaties identificerendoor gecontroleerde
experimenten. De ene groep reageert op X en de andere op Y. Je wilt hierbij
dat de omstandigheden identiek/ zoveel mogelijk hetzelfde zijn. Alles is hierbij
hetzelfde behalve datgene waarin je geïnteresseerd hebt, dat mag variëren.
Dan kun je iets zeggen over een oorzaak-gevolgrelatie.
- Correlationeel: beschrijvend onderzoek dat verschijnselen,gebeurtenissen of
situaties in kaart brengt. Hoe hangen bepaalde dingen samen? Je wilt dit in
kaart brengen en beschrijven. Een oorzaak-gevolgrelatie is hier niet
belangrijk.
- Kwalitatief vs. kwantitatief onderzoek. Vaak vullen beiden elkaar goed aan. Je kan
bijvoorbeeld eerst kwalitatief onderzoek doen voordat je interviews afneemt.
- Kwalitatief: verzamelen en interpreteren van niet-numeriekedata.VB: Foto’s,
uitspraken. Hierbij is geen ambitie om te generaliseren.
- Kwantitatief: verzamelen en interpreteren van numeriekedata. Hierbij is
generaliseren belangrijk.
nderzoeksonderwerp
O
Het onderwerp van een onderzoek betreft de structuur van het onderzoek en
dataverzameling. Het onderzoeksontwerp is afhankelijke van de (soort) onderzoeksvragen:
- Experimenteel = de onderzoeker manipuleert iets,VB: Speciale taken of condities,
behandelingen etc. of de verschillende mate van ‘controle’ en randomisering.
- Correlationeel onderzoek = observaties
- Survey (peilingsonderzoek):VB: Onderzoek naar vaardigheidsniveau,
opinies, attitudes, samenhang tussen eigenschappen, etc.
→VB: op p.21 van PowerPoint.
Stap 5. Analyseren/evalueren van data: komen de verwachtingen uit?
- Je analyseert en evalueert de data van het onderzoek met behulp van statistiek.VB:
je evalueert in het geval van het voorbeeld op p.21 op de scores per groep
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demivandermey. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.