Een samenvatting van alle informatie die je moet kennen om je tentamen voor het vak 'Inleiding Recht' te halen! Deze samenvatting bestaat uit de leerstof dat per week in de hoorcollege is uitgelegd. Je vind in het document alle belangrijke college aantekeningen met uitleg en voorbeelden (van week 1...
Samenvatting Inleiding Recht Bachelor 1 Universiteit Leiden
Week 1
Recht: afdwingbaar en heeft een uiterlijke gedraging
Moraal: niet afdwingbaar en heeft een innerlijke houding
Verschil: de bevoegdheid tot sancties van gedragingen.
Voorbeeld: het fantaseren over moord wordt moreel gezien niet geaccepteerd, maar dat kun
je niet bestraffen. In het rechtssysteem is de handeling gebonden aan sancties.
Immanuel Kant:
- ‘Juristen zoeken nog steeds naar een definitie voor het begrip recht.’ Kant vindt dus
dat het zoeken naar de definitie van het recht geen resultaat levert. Wet staat
centraal. Als men weet wat de wet is, weet men ook wat het recht is.
John Austin : (rechtspositivisme)
- ‘Bevelen met dreigementen en geweld als pressiemiddel.’ Austin ziet recht als een
bevel. Mensen moeten zich dus houden aan de bevelen van de wet.
H.L.A Hart :
- Geeft kritiek op de definitie die Austin geeft. Volgens Hart gaat het niet om bevelen,
maar om de procedure waarin een wet tot stand komt.
Oliver Wendell Holmes: (rechtsrealisme)
- ‘De uitspraken en voorspellingen inzake de keuzes van de rechtbanken en niets
meer, is wat ik onder recht versta.’ Hiermee stelt Holmes dat de rechter centraal
staat. De rechter is degene die in de praktijk regels van het recht uitlegt en vormt,
ook wel ‘rechtersrecht’.
Prof. Dr. A. Pitlo :
- Zonder samenleving is er geen recht en zonder recht is geen samenleving denkbaar.
F.C. Von Savigny:
- In het recht moet de gewoonte van het volk centraal staan.
Meest gangbare omschrijving → ‘recht is het geheel van regels dat de samenleving ordent.’
(Zonder het rechtersrecht (jurisprudentie)).
Trias Politica van Montesquieu
De drie machtenscheiding:
1. Wetgevende functie
2. Uitvoerende functie
3. Rechterlijke functie
‘De macht stopt de macht, zodat die macht niet kan worden misbruikt.’ De machten houden
elkaar dus in evenwicht om zo een overheersende regeringsvorm tegen te gaan.
Legisme
De wet is de enige rechtsbron en dat moet dus zo precies mogelijk gevolgd worden. De
rechter heeft dus weinig input en moet de letter van de wet respecteren.
- Adagium Lex dura sed lex: het is een harde wet, maar toch de wet.
,Kritiek:
- Leemtes in de wet
- Onduidelijke wetten
- Vage bepalingen
Gewoonterecht
Ubi societas, ibi ius: waar er een samenlevingsverband van mensen is, ontstaat ook recht.
Uit vaste gedragspatronen van mensen ontstaan gewoontes en daaruit ontstaat recht.
Vereisten:
- Herhaling gedragingen
- De overtuiging dat men zich zo behoort te gedragen als gevolg van een rechtsplicht.
Verschil tussen wettenrecht en gewoonterecht:
- Een wet is een bewuste schepping, gewoonterecht ontstaat geleidelijk.
- Gewoonterecht rijst spontaan op uit interactie tussen mensen.
- Wet is geschreven en door een officiële instantie uitgevaardigd, gewoonterecht is
een ongeschreven recht.
Positief recht: voorbeeld → de rechten in wettenbundels.
- Van bevoegde instantie
- Volgens vastgestelde procedure
- Met dwang gehandhaafd
Natuurrecht: het recht dat wij zouden willen dat het geldt.
Objectief recht: geheel aan regels en normen die belangrijk zijn in een samenleving.
Opgenomen in de wet.
Subjectief recht: individuele bevoegdheid die wordt ontleend aan het objectieve recht. Je
individuele recht dat voortvloeit uit regels.
Onderdeel van subjectief recht is het natuurrecht, het recht dat mensen krijgen door hun
mens-zijn. Dit zijn volgens rechtsfilosofen onvervreemdbare rechten, zoals recht op leven en
vrijheid.
Hugo de Groot was van het rationalistisch natuurrecht.
→ Mensen hebben een natuurlijke neiging voor een vreedzame samenleving met anderen.
Er zijn vier regels:
1. Principe van mijn en dijn (geen inbreuk op het eigendomsrecht van anderen).
2. Principe van dat we afspraken nakomen (pacta sunt servanda).
3. Principe dat schade die door schuld wordt veroorzaakt, moet worden vergoed.
4. Principe dat inbreuk op het natuurrecht en ander recht moet worden gestraft.
, Twee andere natuurrechtelijke denkers:
- John Locke →‘life, liberty and property’, maar in het boek staat ‘life, liberty and the
pursuit of happiness.’
- Thomas van Aquino :
● Recht in te delen in natuurrecht en positief recht.
● Positief recht is vergelijkbaar met objectief recht; na correcte procedure zijn
uitgevaardigde regels recht.
● Natuurrecht heeft een goddelijke bron. Niet tot stand gekomen door
machthebbers of een wetgevend proces.
Formeel recht:
- Bepalingen die aangeven hoe men zijn recht kan verwezenlijken. Regelen van een
bepaalde procedure (dus hoe een proces gevoerd moet worden).
- Handhaving op het materieel recht, als die wordt geschonden.
Materieel recht:
- Bepalingen over de inhoud van het recht.
- Richt op gedrag van mensen of instellingen (bijvoorbeeld: hoe je je moet gedragen).
Wet in materiële zin: je kijkt naar de inhoud van de wet en het is bindend voor iedereen.
→Algemeen bindend voorschrift.
Wet in formele zin: wetten waarbij een bepaald proces is geweest.
Komt in stand door samenwerking van de regering + Staten-Generaal.
Deze wetten en regels worden ingedeeld in rechtsgebieden.
1. Publiekrecht: overheid neemt het initiatief tot handhaving (verticaal).
- Staatsrecht: de wijze waarop het Nederlandse regeringsstelsel vorm wordt
gegeven. In NL hebben we een parlementaire democratie met een
constitutionele monarchie.
- Bestuursrecht: geheel van rechtsregels die betrekking hebben op de
bestuurstaak van de overheid.
- Strafrecht: geheel van geboden en verboden (misdrijven en overtredingen) en
met niet-naleving zijn er dus sancties gesteld. Deze sanctiebevoegdheid en
handhavingsrol heeft de overheid.
2. Privaatrecht: met burgers onderling (horizontaal).
Onderscheid tussen handelsrecht (verzekeringen en wissel/chequerecht) en
burgerlijk recht:
- Personen- en familierecht.
- Vermogensrecht: geld is waardeerbaar →vermogen van de mens.
Functie van rechtsbronnen
→ Om de orde te bewaren en met de regels stabiliteit en vertrouwen tussen groepen in de
samenleving te waarborgen. Alle regels die voortvloeien uit rechtsbronnen in juridische zin
zijn rechtsregels.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aminaaskhabova1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.55. You're not tied to anything after your purchase.