100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting ALLE TENTAMENINFORMATIE BLOK BLAUW! $17.35   Add to cart

Summary

Samenvatting ALLE TENTAMENINFORMATIE BLOK BLAUW!

 15 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Puntsgewijze samenvatting van alle belangrijke informatie die je moet kennen voor het tentamen blok Blauw. Optimaal om net voor een tentamen als herhaling te gebruiken!

Preview 4 out of 53  pages

  • September 4, 2023
  • 53
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
FEITENLIJST BLOK BLAUW




Inhoudsopgave
NEUROLOGIE................................................................................................................................................. 1

PSYCHIATRIE................................................................................................................................................ 31

GERIATRIE.................................................................................................................................................... 48




NEUROLOGIE

,HC: lokaliseren in zenuwstelsel
1. Tractus corticonuclearis / corticobulbaris verloopt naar gezichtspieren
2. Capsula interna -> pedunculus cerebri -> hersenstam -> deccusation
pyramidum
3. Een acuut infarct is tot 48 uur
4. 1e keus infarct behandeling is trombolyse
5. M1-occlusie trombectomie doen
6. Bloedingen bij jongeren vaak door arterioveneuze malformatie of
metastase
7. Bloedingen bij ouderen vaak door amyloïde angioplasie
8. HSV1 heeft een voorkeur voor de frontotemporale kwab
9. Een lacunaire bloeding heeft een slechtere prognose dan een lacunaire
bloeding
10.Coma heeft GCS8
11.Een pure motor stroke ontstaat in de capsula interna en geeft CL
hemiparese
12.Neurogene claudicatio behandel je met laminectomie
13.Tumoren in prostaat, colon, long en borst metastaseren vaak naar botten
14.ALS hebben patiënten puur motorisch probleem met meer last van perifere
verschijnselen
 Behandeling: riluzol ondersteuning met 3 jaar mediane overleving
15.ALS, spinale spieratrofie en het poliovirus tasten motorische voorhoorncel
aan
16.Motorische voorhoorncel valt onder perifeer zenuwstelsel
17.Epidurale metastasen komen het vaakst voor in het myelum
18.Waarom geen motorische problemen bij HNP?
19.Borellia infectie kan spinale poly zenuwwortel uitval geven met motorische
uitval
20.Wortel L5 zit tussen L4 en L5
21.L4 uitval geeft laterale bovenbeen, knie en mediale zijde binnenbeen met
kniepeesreflex
22.L5 uitval geeft grote teen en anterolaterlae zijde onderbeen
23.S1 uitval geeft kleine uitval en posterolaterale zijde onderbeen met
achillespeesreflex
24.Plexusproblematiek (neuraligsche amyotrofie) geeft debuut met hevige
pijn, waarna spieratrofie en motorische uitval volgt
25.Neuropathie is vaak gemengd motorisch en sensibel
26.N. medianus verdrukking bij zwangere vrouwen, waardoor predikershand
en waarvoor EMG en cortico’s
 Gevoel 1-3,5 vinger
27.N. ulnaris geeft klauwhand waarvoor conservatief beleid
 Gevoel 3,5-5 vinger
28.N. radialis geeft dropping hand
 Gevoel laterale onderarm en handrug
29.Belangrijkste klacht bij n. peroneus profudnus uitval is zwakte van de
voetheffer
30.Axonale polyneuropathie vaak voorkomend bij diabetes en geeft distale
uitval
31.Demyeliserende polyneuropathie bij Guillan Barré
32.Myasthenia Gravis
 Kliniek: spierzwakte na inspanning
 Neurologisch onderzoek: provocatitesten

2

,  Aanvullend onderzoek: antilichamen in serum (AChR/MuSK-eiwitten)
i. Geen antilichamen: seronegatieve MG
ii. Wel antilichamen: CT-scan thymoom
 Behandeling: pyridostigmine (Ach-remmer) met atropinesulfaat
(bijwerkingen tegengaan)
i. Myasthene crisis: IVIG
33.MG bij veel bewegingen wordt het erger en bij Lambert-Eaton myastheen
minder
34.MG is postsynaptisch (geen atrofie of reflexproblemen) en Lambert-Eaton
presynaptisch (minder reflexen)
35.MG en Lambert-Eaton beiden puur motorisch probleem
36.CMN problematiek geeft voornamelijk uitval fijne motoriek (aantoonbaar
met coördinatesten) en geen verminderde spierkracht.
37.Snoutreflex, corneamandibulaire en glabellaire reflex duiden op
dubbelzijdig pseudobulbaire banen problematiek




38.Axonale polyneuropathie heeft normale zenuwgeleidingssnelheid met
normale vorm CMAP
39.Demyeliniserende polyneuropathie heeft sterk vertraagde
zenuwgeleidingssnelheid met vebrokkelde CMAP vorm
40.Guillan-Barré ontstaat door ontregelde immuunrespons na infectie en
presenteert zich met tintelingen
41.Guillan-Barré kan je behandelen met IVIG
42.Neuropraxie/axonopraxie is onderbroken geleiding axon waarbij axon en
omhulling intact zijn
43.Axontmesis zijn distale schade van axonen met degeneratie
44.Neurotmesis is onderbroken axon en omhulling
45.Synkinesie (meebewegen) kan ontstaan bij paralyse van Bell en wordt
behandeld met 10 dagen cortico’s met oogsluiting
46.N. peroneus superficialis zorgt vooor eversie
47.N. peroneus profundus zorgt voor dorsoflexie en gevoel 1 e-2e teen
48.Rigiditeit ontstaat door laesie in de basale kernen
49.Cerebellaire laesies geven een hypermetrie
50.Polyneuropathie DD Guillan-Barré DD vasculitis DD metabool DD
endocrien, DD deficiëntie (vitamine B1, B12, E) DD intoxicatie (vitamine
B6) DD medicatie
51.Chronische alcohol abusus + chronisch braken + malabsorptie -> vitamine
B1 deficiëntie leidend tot sensomotorische PNP met pijn
52.Vitamine B6 geeft sensorische PNP met ataxie
53.Zwangerschap en DM zijn risicofactoren voor paralyse van Bell

ZS: e-module neurologisch onderzoek


3

, 1. MRC 2: beweging, maar niet tegen zwaartekracht
2. MRC 4: weerstaat maximale kracht niet helemaal
3. Patiënt laten hurken om proximale kracht te testen

WC: neuroanatomie
1. Radiculopathie geeft OF motorisch OF sensibele problematiek
2. Kijk het plaatje in slim van radix
3. Ventrale spieren zijn flexoren, adductoren en pronatoren
4. Infraclaviculaire deel van de plexus brachialis ontstaat uit de fasciculus
5. Probleem in truncus geeft uitval in flexoren en extensoren
6. Teken de plexus brachialis
7. Uit fasciulus posterior komt n. axillaris en n. radialis
8. Uit fasciculus lateralis komt n. musculocutaneus
9. Uit fasciculus medialis komt n. ulnaris
10.Uit fasciculus lateralis en medialis komt n. medianus
11.N. axillaris zorgt voor abductie arm (m. deltoideus) en m. teres minor en
sensbiliteit
12.N. radialis zorgt voor motoriek dorsale bovenarm en onderarm en
sensibiliteit handrug
a. Laesie n. radialis halverwege geeft geen tricepsuitval
13.N. musculocutaneus zorgt voor flexie bovenarm (BBC) en sensibiliteit
laterale onderarm via (n. cutaneus antebrachii lateralis)
14.N. medianus zorgt voor flexie onderarm en flexie 1e 3 vingers met
sensibiliteit duimkant
a. Predikershand is hoge laesie
b. Opponatie van duim verloopt moeizaam
15.N. ulnaris zorgt voor flexie onderarm en flexie 4 en 5e vinger met
sensibiliteit pinkzijde en rug van de hand
16.Bovenste plexuslaesie wordt Erbs-Duchenne genoemd
17.Onderste plexuslaesie wordt Klumpke genoemd en kan Horner Syndroom
geven
18.Fasciuluslaesie geeft lateroventraal, medioventraal of dorsale
motorische/sensibele uitval met of flexoren of extensoren
19.Plexus lumbalis is L1-L4 en past bij n. femoralis
20.Plexus sacralis is L4-S3 en past bij n. ischiadicus
21.Innervatie doornemen
22.Hoge plexuslaesie geeft minder anteflexie en adductie van de heup met
minder extensie knie met sensibiliteit ventromediaal
23.Lage plexuslaesie geeft minder heupabductie, knieflexie, voetproblemen
met dorsale sesibiliteitsstoornis
WC: neuroanatomie
1. De binnenste laag van de dura mater vormt falx cerebri en tentori cerebelli
2. Leptomeningen worden gevormd door arachnoïdea en pia mater
3. Broca ligt in frontaal kwab
4. Wernicke ligt in temporaal kwab
5. Perforerende centrale takken innerveren basale kernen, thalamus en
capsula interna
6. De a. facialis (ACE) is verbonden met a. opthalmica (ACI)
7. Bloeddruk hersenen wordt gereguleerd tussen 60-150mmHg
8. CBF = drukverschil/ weerstand
9. Grote en middelgrote piale arteriën regulatie middels autoregulatie en
kleine piale arteriën middels chemische/metabole regulatie

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iliasasaggau. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $17.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81311 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$17.35
  • (0)
  Add to cart