100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting klinische psychologie | Psychiatrie een inleiding | 8ste druk | NTI toegepaste psychologie $7.56   Add to cart

Summary

Samenvatting klinische psychologie | Psychiatrie een inleiding | 8ste druk | NTI toegepaste psychologie

6 reviews
 206 views  6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van alle hoofdstukken die je moet leren voor het tentamen klinische psychologie (NTI toegepaste psychologie) Betreft hoofdstukken 1t/m 12, 14, 16. Uitgebreide samenvatting inclusief belangrijke figuren en tabellen uit het boek!

Preview 4 out of 84  pages

  • No
  • H1 t/m 12, 14, 16
  • June 18, 2017
  • 84
  • 2016/2017
  • Summary

6  reviews

review-writer-avatar

By: annahoekstra1977 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: fatmayilmaz • 2 year ago

review-writer-avatar

By: jenncmsx • 5 year ago

review-writer-avatar

By: jennifersteur • 6 year ago

review-writer-avatar

By: BasB • 7 year ago

review-writer-avatar

By: bdegen1990 • 7 year ago

avatar-seller
Samenvatting Psychiatrie een inleiding (1 t/m 12, 14, 16)
H1 Introductie

1.1 Inleiding

Belangrijke termen ter inleiding:

 Psychopathologie: Een deelgebied van de psychiatrie en de psychologie dat zich bezighoudt met
het beschrijven van psychische stoornissen, oorzaken daarvan en behandelingen daarvoor.
 Psychiatrie: Medisch specialisme dat zich richt op de diagnostiek en behandeling van psychische
stoornissen.
 Klinische psychologie: Tak van de psychologie die zich bezighoudt met de beschrijving, de
oorzaken en de behandeling van psychische stoornissen om het geestelijk welzijn te bevorderen.
 Psycholoog: Iemand die de universitaire studie psychologie heeft voltooid.
 GZ-psycholoog: Psycholoog die na zijn studie een aanvullende opleiding heeft gevolgd en in het
BIG-register is ingeschreven. Een gz-psycholoog is bevoegd tot het diagnosticeren en
behandelen van psychische stoornissen. GZ is de korting voor ‘gezondheidszorg’.
 Psychiater: Iemand die na zijn studie geneeskunde een vervolgopleiding heeft gedaan waarin
hij/zij zich heeft gespecialiseerd in het diagnosticeren en behandelen van patiënten met
psychische stoornissen. Een psychiater mag, in tegenstelling tot een psycholoog, medicatie
voorschrijven.
 Psychische stoornis: Het geheel van afwijkende emoties, gedachten of gedragspatronen dat
wordt gekenmerkt door onder andere een storing in het functioneren en (persoonlijk) lijden.

1.2 Definiëren van afwijkend gedrag

Deskundigen op het gebied van de geestelijke gezondheid gebruiken verschillende criteria om te
veroordelen of emotie, gedachten en gedrag afwijkend zijn. De meest gebruikte criteria zijn:

 Uitzonderlijk: Uitzonderlijk gedrag wordt dikwijls als afwijkend beschouwd. Uitzonderlijkheid
op zich is niet voldoende om gedrag afwijkend te noemen.
 Sociaal afwijkend: Alle samenlevingen hebben normen (maatstaven) die bepalen welke
vormen van gedrag acceptabel zijn in een bepaalde context. Als behandelaars zich afvragen
of gedrag normaal of afwijkend is, moeten ze rekening houden met culturele verschillen.
Bovendien, wat de ene generatie afwijkend vindt, kan de volgende normaal vinden (bijv.
homoseksualiteit).
 Foute perceptie of interpretatie van de realiteit: Normaal gesproken vormen onze zintuigen
en cognitieve processen een accurate mentale representatie van onze omgeving. Als iemand
last heeft van wanen kan dat beschouwd worden als een teken van een psychische stoornis.
 Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon: Persoonlijk lijden als gevolg van problematische
emoties als angst en depressie kan afwijkend zijn. Afwezigheid van emoties kan afwijkend
zijn.
 Ongepast of contraproductief gedrag: Gedrag dat geen bevrediging, maar onprettige
gevoelens oproept, vinden we over het algemeen afwijkend.
 Gevaar: Gedrag dat gevaar oplevert voor de betrokkene zelf of voor anderen.

1

,Afwijkend gedrag kan dus op meerdere manieren worden gedefinieerd. Afhankelijk van de situatie
wegen sommige criteria zwaarder dan andere. Als iemand in een bepaald opzicht afwijkend is, hoeft
dit niet te betekenen dat de persoon in zijn geheel afwijkend is.

In dit boek komen diverse invalshoeken en modellen aan de orde. De volgende vragen zijn hierbij van
belang:

 Wat wordt als afwijkend gedrag beschouwd en welke karakteristieken heeft dit gedrag?
 Welke oorzaken worden onderscheiden voor het afwijkend gedrag?
 Hoe wordt omgegaan met een persoon die afwijkend gedrag vertoont en hoe wordt hij
behandeld?
 Draagt de cultuur waarin de persoon leeft bij aan het afwijkend gedrag? En zo ja, hoe?

Het is van belang dat we uitzoeken of onze opvattingen over afwijkend gedrag en emoties geldig zijn,
voordat we ze in andere culturen toepassen. In onze maatschappij en tijd spelen invloeden van
cultuur, etniciteit en religie op de geestelijke gezondheidszorg een actuele rol. Dit komt mede door
de immigratie die de laatste decennia heeft plaatsgevonden.

1.3 Historische visies op afwijkend gedrag

Hippocrates: (ca 460- 366 v. Chr.) Ziekten van lichaam en geest waren het gevolg van natuurlijke
oorzaken, en niet van bezetenheid door bovennatuurlijke geesten. Hippocrates stelde dat de
gezondheid van het lichaam en de geest wordt bepaald door een evenwicht in de humores, of
lichaamssappen: slijm, zwarte gal, bloed en gele gal. Een verstoring van het evenwicht tussen de
humores was verantwoordelijk voor afwijkend gedrag. Hij classificeerde abnormale gedragspatronen
aan de hand van 3 hoofdcategorieën:

 Melancholie: Buitensporige depressie
 Manie: Uitzonderlijke opwinding
 Bezetenheid: Bizar gedrag dat we tegenwoordig aanduiden als schizofrenie

Exorcisme en heksenvervolgingen: In de middeleeuwen was volgens de doctrine afwijkend gedrag
een teken van bezetenheid door boze geesten of de duivel. ‘Bezeten’ mensen werden bij voorkeur
door middel van exorcisme of uitdrijvingen behandeld. De heksenvervolgingen vonden plaats aan het
einde van de 15de eeuw tot ver in de 17de eeuw. De heksenjacht maakte gebruik van vernieuwde
‘diagnostische’ tests. Bij de drijftest werden verdachten in het water gegooid om te achterhalen of ze
al dan niet bezeten waren door de duivel. Daarnaast was er spraken van trepanatie: procedure
waarbij men een gat in de schedel maakt. Dit was waarschijnlijk bedoeld om het slachtoffer te
bevrijden van de demonen die men verantwoordelijk achtte voor zijn of haar abnormale gedrag.

Gekkenhuizen: Rond het jaar 1600 werden overal in Europa krankzinnigengestichten of
‘gekkenhuizen’ gebouwd.

Hervormingen vanaf 1800: Vanuit de inspanningen van artsen als Pussin en Pinel ontstond een
behandelfilosofie die morele therapie werd genoemd. De filosofie was gebaseerd op het idee dat
patiënten door een menselijke bejegening en een verblijf een ontspannen en respectvolle omgeving
weer normaal zouden gaan functioneren. In de 20s te eeuw is er echter veel veranderd in de wijze
waarop met patiënten wordt omgegaan. Met name de introductie van nieuwe, effectieve medicijnen

2

,(antipsychotica, antidepressiva) en van nieuwe therapeutische behandelingen leidde ertoe dat
‘ongeneeslijke’ patiënten in de gewone maatschappij konden functioneren.

De antipsychiatrische beweging: De discussie tussen voor- en tegenstanders van deze nieuwe visie
bereikte een hoogtepunt in de antipsychiatriebeweging in de jaren 70. Deze beweging ging ervan uit
dat psychische stoornissen überhaupt niet bestonden, maar een product of gevolg waren van de
(kapitalistische) maatschappij. Haar opvattingen hebben wel invloed gehad op de latere
grootschalige vermindering van het aantal psychiatrische ziekenhuizen. In deze tijd nam juist het
ambulant behandelen van patiënten toe. Er zijn grootschalige projecten ontwikkeld om patiënten
met een psychische stoornis in de maatschappij te houden.

Factoren die van invloed zijn op de huidige ontwikkelingen in de geestelijke gezondheidszorg




Een andere belangrijke ontwikkeling is de evidence-based medicine (EBM) en de deels daaruit
voortvloeiende behandelrichtlijnen of behandelprotocollen. Evidence-based medicine is het streven
om gebruik te maken van het beste beschikbare bewijs bij het maken van een keuze voor de
behandeling van de patiënt. Dit bewijs is altijd afkomstig uit de huidige stand van zaken van de
(medische) wetenschap. De basis van het bewijs is verdeeld in 6 stappen waarbij de laatste stap het
‘hardste’ bewijs levert:

1. Gevalsbeschrijvingen
2. Verzameling van gevalsbeschrijvingen
3. Open, niet vergelijkend onderzoek
4. Vergelijkend onderzoek
5. Randomised controlled trials (RCT’s): patiënten worden door het lot aan de ene of andere
behandelconditie toegewezen en verder behandeld.
6. Meta-analyse van RCT’s, waarbij de resultaten van diverse RCT’s worden gebundeld en
statisch worden bewerkt

Evidence-based practice: Het proces waarin een professional besluiten neemt op grond van de beste
onderzoeksresultaten, ervaring, de voorkeur van de patiënt en de beschikbare hulpmiddelen.

De kritiek op EBM richt zich op de stelling dat ‘gebrek aan bewijs’ niet hetzelfde is als ‘gebrek aan
effectiviteit’. EBM heeft betrekking op groepen patiënten en niet op individuen met hun specifieke
persoonlijke omstandigheden.


3

, H2 Visie op oorzaak en gevolg van psychische stoornissen

2.1 Inleiding

Verschillende psychische stoornissen kunnen verschillende oorzaken en gevolgen hebben. Het is
belangrijk te onderscheiden wat de directe oorzaken zijn en wat de gevolgen zijn die de stoornis kan
hebben voor scholing, werk en relaties van de patiënt en zijn verwanten. De wijze waarop de patiënt
en zijn omgeving omgaan met de stoornis is belangrijk en behoeft aandacht in de behandeling en
begeleiding.

2.2 Het biologisch perspectief

Onze kennis van de biologische fundamenten van afwijkend gedrag is de afgelopen jaren enorm
gegroeid. Vooral de rol van genetica in het ontstaan van psychische stoornissen is veel duidelijker
geworden. Het blijkt dat genetica grote invloed heeft op vele vormen van afwijkend gedrag. Ook
andere biologische factoren spelen een rol in de ontwikkeling van afwijkend gedrag, zoals het
zenuwstelsel en endocriene systeem.

Genetica
Door middel van onderzoek onder verwanten probeert men te achterhalen welke rollen erfelijkheid
en omgeving spelen in de totstandkoming van gedrag. De wetenschap die onderzoek doet naar
erfelijkheid wordt genetica genoemd. Genen zijn de basale bouwstenen van erfelijkheid. Ze
reguleren de ontwikkeling van onze trekken. Chromosomen, de staafachtige structuren waarop onze
genen bevestigd zijn, bevinden zich in de kern van onze cellichamen (46 chromosomen, gegroepeerd
in 23 paren). Chromosomen bestaan uit grote, complexe moleculen desoxyribonucleïnezuur (DNA).
De genen liggen verspreid over de chromosomen. De verzameling trekken die is vastgelegd in onze
genetische code wordt ons genotype genoemd. Het geheel van onze zichtbare trekken het fenotype.
Mensen met een genotype dat hen gevoelig maakt voor bepaalde psychische stoornissen hebben
een genetische aanleg, waardoor de kans groter is dat ze die stoornis ontwikkelen als respons op
stress of andere factoren zoals lichamelijk of psychologisch trauma. Proband: Het eerste geval van
een bepaalde stoornis dat als zodanig is gediagnosticeerd. Als de verdeling van de stoornis onder
familieleden van de proband overeenkomt met de mate van verwantschap, is het mogelijk dat de
stoornis een genetische component heeft. Hoe nauwer mensen aan elkaar verwant zijn, hoe groter
de kans dat ze in dezelfde omgeving zijn opgegroeid en dus dezelfde omgevingsinvloeden delen.

Zenuwstelsel
Het zenuwstelsel is opgebouwd uit neuronen, zenuwcellen die door het hele lichaam signalen of
‘boodschappen’ doorgeven. Elke neuron heeft een cellichaam. Uit het cellichaam steken korte vezels
naar buiten, dendrieten. Zij ontvangen de boodschappen van naburige neuronen. Via het axon wordt
deze boodschappen gestuurd naar de eindknopjes. Alle boodschappen verplaatsten zich in de vorm
van elektrische impulsen. Om een boodschap naar andere neuronen te versturen maakt het neuron
gebruik van chemische substanties, neurotransmitters. Tussen het neuron dat de boodschap
verzendt, en die het ontvangt bevindt zich een spleet die we de synaps noemen. Elke
neurotransmitter heeft een eigen chemische structuur die alleen door één soort haven, of
receptorplaats, op het ontvangende neuron kan worden opgevangen. Niet alle vrijgelaten
moleculen van een neurotransmitter bereiken de receptorplaats van het ontvangende neuron. De
‘verdwaalde’ neuronen worden door enzymen in de synaptische spleet afgebroken of weer in het

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kim076. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.56. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.56  6x  sold
  • (6)
  Add to cart