MSK 3 deel pathologie gedoceerd door Jef Michielsen.
enkel de delen die hij aangaf dat belangrijk waren staan hierin vermeld.
geen idee of dit elk jaar hetzelfde is dus kijk zeker na wat hij in uw les vermeld, hij vermeld het altijd zeer duidelijk op het einde van de les.
Classificatie: Myerding -> graad v verschuiving
- lijn trekken aan achterkant v wervel die verschoven is & horizontale lijn te trekken op de grondplaat v
de wervel eronder -> in stukjes verdelen.
Afhankelijk v waar lijnen snijden heb je graad 1,2,3,4,
hangt de wervel er volledig af dan hebben we een spondyloptose = graad 5
2 groepen vergelijken!!!
Groep 1 = istmische groep = breuk v pars interarticularis => Isthmische spondylolisthesis
- Niet veel voorkomend, iets vaker dan cauda equina
- Kan ontstaan door veel flexie, extensie bewegingen
er breekt een stuk door (het hele stuk hangt los) (je kan alle bewegingen doen met wervelboog want die ligt er los
in)
- Typisch vooral voorkomend op L5-S1 maar kan op elk niveau, een L5 radiculopathie
Komt minder op L4-L5 voor
- Vooral bij mannen
- Eerder bij jonge mensen
- Oriëntatie v facetgewr. Is minder belangrijk, vooral de breuk is hier belangrijk
- Aangeboren of niet?
Niet geweten men denkt dat bij isthemischespondylolisthese geboren w met zone v kraakbeen ipv
bot en dat die breekt tijdens je eerste 10 levensjaren maar niet altijd gepaard gaat met pijn.
hoe ouder iemand is hoe minder belangrijk de aanwezigheid v een lysis & pijn
- hondjesbeeld om medische beeldvorming
- Pijn in rug
- Meer periodisch geboden dus bij bepaalde inspanningen
- Hier is neuroge claudicatie zeldzaam want kanaal w juist breeder dus geen kanaal stenose
- Cauda equina heel uitzonderlijk!
- Geeft vooral stenose op (kan op 2 plaatsen)
In kanaal zelf = centrale stenose (zeldzaam, je moet dan graad 2 hebben want bij litse spondylolishese blijft de
wervelboog vanachter hangen dus als wervellichaam naar voor schuift krijg je meer plaats in wervelkanaal)
Problemen liggen niet in kanaal maar vooral in foramen!! (op L5-S1 tref je zenuw: N. L5 in het foramen die
hier gekneld wordt (uitsraling naarzijkant v been, grote teen, krachtverlies v M. ext hallucis longus) )
Verschuiving heeft vooral effect op neuroforamen en veel minder op kanaalstenose -> geeft geen
kanaalstenose want je krijgt meer plaats doordat de wervelboog blijft hangen en het wervellichaam
naar voor schuift. => pas bij graad 2 of meer gaat het ruggenmerg kanaal verkleinen
Groep 2 = degeneratieve => degeneratieve spondylolisthesis
- Door ouder worden / slijtage
- Orientatie v facetgewr. Heel belangrijk!
Hoe meer facetgewr. Sagittaal staat hoe gemakkelijker de wervels verschuiven
- Komt frequenter voor
- Meer bij vrouwen (ouder)
- Vaker op L4-L5
Er is GEEN onderbreking v de wervelboog maar heeft met oriëntatie v facetgewr. Te maken.
1
, MSK 3 – pathologie
- Hier heb je facetdegeneratie nodig & sagittaal georiënteerd gewr. Je hebt hier voornamelijk centraal
kanaal stenose omdat de lamina de beweging mee volgt. (schuift wervel vooruit dan heb je juist een kanaal
stenose)
- Iemand met litsche spondylolisthesis L4-L5 welke zenuw gaat die prefentieel beklemmen? -> L4
- Heb je iemand met degeneratieve stenose L4-L5 dan gaat die L5 zenuw knellen. Tenzij men ook
foraminele stenose heft dan is het L4
- Pijn die er altijd is dus meer mechanisch laag lumbale pijn
- Hier is het meer een neurogene claudicatie DUS meer een spinale stenose
- Neurogene claudicatie kan als basisklacht zijn hier
- Cauda equina kan hier optreden
SAMENGEVAT BEIDE GROEPEN:
- Patho anatomie v litsche heeft te maken met de breuk die er zit
Je krijgt verschuiving v wervel maar lamina blijft hangen
- Patho anatomie v degeneratieve heeft te maken met oriëntatie & slijtage v gewr.
Lamina volgt de richting v de beweging dus je krijgt meer centraal stenose
lysis vooral bij turnsters
pathologisch fractuur
- = er is geen trauma! Patiënt zit bv aan tafel staat recht en breekt zijn been. Er moet altijd een vooraf
bestaande fout zijn in het bot. een v de vormen is osteoporose
- 2 voorwaarde voor pathologisch fractur:
Gebrek aan trauma
Abnormaliteit in structuur v het bot
OORZAKEN VOOR PATHOLOGISCH BOT!!!
- Bot is levendweefsel dus w aangemaakt & afgebroken hier moet een goed evenwicht tussen
zijn. Heb je excessieve afbraak v bot en het niet voldoende w aangemaakt dan spreekt men v
osteoporose = 1e vorm v bot defficiente
- Bot dat w gemaakt is niet goed v kwaliteit = osteomalacie (= ziek bot)
- Aan basis structuur v het bot is niets maar bot w verkeerd aangelegd (zie je bij aangeboren
afwijkingen) = osteogenesis imperfecta
- Bot dat niet goed w gevormd in kader v metabole aandoening
In wervelkolom zijn 2 grote groepen:
- Osteoporotische wervel fracturen
Kwailiteit v bot is niet goed: meer afbraak dan aanbouw
- Metastatische wervelfracturen
Er zit een tumor in de wervel
=> Beide verzwakken het bot waardoor je gemakkelijker breuken zult hebben.
Hoe bepalen of iemand osteoporose heft?
- Been matrix onderzoek
soort scan die aantal calcium per oppervlakte eenheid meet. We gestandaardiseerd in de
wervelkolom gemeten & in heup
Want meest frequente plaatsen waar breuken optreden door osteoporose is in de
wervelkolom & in de heup.
- Beter systeem = FRAX score (prinicipe kennen!!)
Obv risicofactoren om osteoporose te doen
Leeftijd -> oudere meer kans op osteoporose dan jongere
Geslacht -> vrouwen meer kans dan mannen op osteoporose
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Femkexloos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.