100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvattingen VPKMKGDW3.2 HBO-Verpleegkunde $7.49
Add to cart

Summary

Samenvattingen VPKMKGDW3.2 HBO-Verpleegkunde

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document omvat de volledige samenvatting van VPKMKGDW3.2. Dus inclusief verpleegkundige kennis, medische kennis en gedragswetenschappen. Alle leerdoelen zijn verwerkt in dit document tot een samenhangend en overzichtelijk geheel van week 1 t/m 7. Behaalde cijfer: 8,1

Preview 4 out of 63  pages

  • September 5, 2023
  • 63
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
VPKMKGDW3.2 Tentamenstof

Psychiatrie (week 1)
Hoofdstuk 1
Inleidende termen
Psychiatrie is een klinisch vak, waarin observaties, gevoelens en gedachten van verpleegkundigen
leiden tot een bejegening, een bepaalde manier van handelen en behandelen van mensen.

Psychopathologie is het studiegebied dat zich bezighoudt met het beschrijven van diverse vormen
van afwijkende emoties, -gedachten en -gedrag.

Een psychische of psychiatrische stoornis zijn afwijkend emoties of gedachten of een afwijkend
gedragspatroon dat wordt gekenmerkt door een storing in het dagelijks sociaal functioneren van een
persoon.

Klinische psychologie is de tak van de psychologie die zich bezighoudt met de beschrijving, oorzaken
en de behandeling van psychische stoornissen.

Een psycholoog is iemand die de studie psychologie heeft voltooid.

Een GZ-psycholoog is een psycholoog die na zijn studie een aanvullende, tweejarige opleiding heeft
gevolgd en is ingeschreven in een door overheid goedgekeurd (BIG)register.

Een psychiater is iemand die na geneeskunde een vervolgopleiding heeft gedaan waarin hij of zij zich
gespecialiseerd heeft in het diagnosticeren en behandelen van clienten met psychiatrische
stoornissen.

Een psychotherapeut is iemand die na de studie psychologie/psychiatrie een vervolgopleiding heeft
gedaan en daardoor bevoegd is tot het geven van psychotherapeutische behandeling

Afwijkend gedrag
Afwijkend is het hebben van een psychische stoornis. Er zijn verschillende criteria om te beoordelen
of emoties, gedachten en gedrag afwijkend zijn.
 Uitzonderlijk
‘Dingen zien’ of ‘dingen horen’ die er in de werkelijkheid niet zijn. Een maatstaf die wordt
gebruikt bij de beoordeling van abnormaliteit.
 Sociaal afwijkend:
Alle samenlevingen hebben normen (maatstaven) die bepalen welke vormen van gedrag
acceptabel zijn in een bepaalde context. Gedrag dat mensen in de ene cultuur normaal
vinden, kan in een andere cultuur afwijkend zijn. Normen ontwikkelden zich uit de
gewoonten en opvattingen van een specifieke cultuur: relatieve maatstaven. Je bent sociaal
afwijkend als je afwijkt van deze normen passend bij je cultuur.
 Foute perceptie of interpretatie van de realiteit
Als iemand dingen ziet of dingen hoort die er niet zijn, zeggen we dat die hallucineert. Als
iemand letterlijk beweert god te hebben gezien of gehoord rijst het vermoeden diegene
psychisch afwijkend of ziek is.
 Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon
Persoonlijk lijden als gevolg van problematische emoties als angst, vrees en depressie kan
afwijkend zijn. Soms zijn angst en depressie normale reacties op een situatie. Soms word je
bedreigd. In dat geval zou afwezigheid van een emotie afwijkend zijn. Heftige emoties vinden
we afwijkend als ze lang aanhouden of zo hevig zijn dat betrokkene niet goed functioneert.
 Ongepast of contraproductief gedrag

, Gedrag dat onprettige gevoelens oproept in plaats van bevrediging vinden we afwijkend
gedrag. Gedrag dat ons beperkt in ons vermogen om bepaalde rollen te vervullen of dat ons
weerhoudt om ons aan onze omgeving aan te passen, kan ook als afwijkend worden gezien.
 Gevaar
Wanneer iemand een gevaar voor zichzelf vormt of voor anderen is er sprake van afwijkend
gedrag (suïcide, aanslagen).

Culturele aspecten van afwijkend gedrag
Gedrag dat in de ene cultuur normaal gevonden wordt, kan in de andere cultuur als abnormaal
worden beschouwd. Concepten van gezondheid en ziekte kunnen in verschillende culturen ook
anders zijn. Afwijkende gedragspatronen kunnen in verschillende culturen variëren, evenals de
sociale visies of modellen die gedrag verklaren.

Voorbeeld: ‘Abnormale gedragspatronen kunnen zich op verschillende wijze uiten. Zo kunnen
westerlingen angst ervaren in de vorm van bezorgdheid over het niet kunnen betalen van hun
hypotheek. In Afrikaanse culturen neemt angst vaak de norm aan van vrees dat men zich niet kan
voortplanten, wat zich uit in dromen en klachten over hekserij. Australische Aboriginals kunnen angst
ontwikkelen voor tovenarij (het idee dat men in doodsgevaar verkeert door boze geesten)’.

Historische visies op afwijkend gedrag
Hippocrates was de eerste die stelde dat ziekten van lichaam en geest het gevolg waren van
natuurlijke oorzaken en niet bovennatuurlijke geesten. De gezondheid werd bepaald door een
evenwicht in de humores (lichaamssappen: slijm, zwart gal, bloed, geel gal). Verstoring hierin zorgde
voor afwijkend gedrag. Zo werd een teveel aan zwart gal verboden met: neerslachtigheid, depressie
en introversie. Een grote hoeveelheid bloed in het lichaam zou zorgen voor een energiek en vurig
karakter. Mensen met veel slijm zouden vrij onverschillig en on-emotioneel zijn, terwijl een teveel
aan gele gal zou zorgen dat een persoon snel kwaad werd. Deze theorie werd tot de 18e eeuw
gebruikt. De behandeling bestond hierbij dan ook door aderlating.

In de middeleeuwen nam bovennatuurlijk oorzaken weer toe, vooral bezetenheid en straf.
Behandeld door exorcisme (uitdrijving), verbranding of uitsluiting. Wel bestonden er gasthuizen met
een lichamelijke visie.

Rond 1600 kwamen overal in Europa krankzinnigheidsgestichten, gekkenhuizen. Dit leidde ook tot
publiekstrekkers. Rond 1600 werden mensen met ‘gek gedrag’ uit de maatschappij verbannen en
‘opgeborgen’ in bijvoorbeeld krankzinnigheidsgestichten of dolhuizen. Er werd hierbij geen
onderscheid gemaakt tussen psychiatrie en verstandelijk beperkten.

Vanaf 1800 kwam er morele therapie. Er waren wisselende opvattingen over de soort behandeling.
Opbergen of behandelen? Men vond dat de maatschappij en de mensen tegen henzelf beschermd
moesten worden.

Rond 1900 werd besloten dat zieke mensen behandeld moesten worden, ze hebben baat bij: rust,
reinheid en regelmatige behandeling. Er kwamen veel psychiatrische ziekenhuizen, ver van de
bewoonde wereld gebouwd. De behandeling was experimenteel, onmenselijk en niet EBP.

In 1950 een doorbraak met psychofarmaca en gedragstherapeutische behandelingen. Rond 1970
kwam er een anti-psychiatrische beweging. Zij geloofden dat psychiatrische stoornissen niet
bestonden, maar een product of gevolg zijn van maatschappij. Daarom moesten deze mensen ook
niet behandeld worden. Gevolg: start met ambulantisering en aanpassing van de wetgeving (wet
BOPZ).
Psychologische modellen van afwijkend gedrag

,Het psychologische perspectief op afwijkend gedrag bestaat uit een beknopte herhaling van de
stromingen van jaar 1.

1. Psychodynamische benadering
Het driftmodel van de psychodynamische benadering bestaat uit: het ID, Ego en Superego
 Het ID: de driften, onderbewuste verlangens (lustprincipe)
 Het Ego: het ‘ik’, moet ontwikkeld worden door het kind zelf (realiteitsprincipe). Het streven
van het Ego is om het spanningsveld tussen ID en Superego te hanteren.
 Het Superego: het geweten, het ideaalbeeld, kind internaliseert (uit angst voor conflict) de
normen en waarden van de ouders, oedipuscomplex.

Het ID (de driften) willen voortdurend van alles, maar het Superego zorgt ervoor dat je je aan je
regels houdt. Een sterk Ego is de baas over het ID en het Superego.

Sigmund Freud leefde van 1856 tot 1939. Freud ontwikkelde de psychodynamische benadering: een
patient ligt op de divan en verteld alles wat in hem opkomt. Freud concentreerde zich op het innerlijk
van de patient. Freud ondersteunde patiënten om onbewuste zaken toe te laten in het bewuste.

Psychodynamische therapieën proberen onbewuste en moeilijk te hanteren wensen, motieven,
gevoelens en gedachten bewust te maken en proberen de patient ze te laten hanteren. Bij deze
therapie krijgen gevoelens en/of conflicten de ruimte die stammen uit het verleden en die nog actief
zijn. Dit kan bijvoorbeeld door vrije associatie, het doel hiervan is om de pijn en het onbewuste naar
boven te brengen.

2. Behaviorisme
Het behaviorisme zegt dat al het gedrag aangeleerd is. De stroming is ontstaan uit de kritiek op de
psychodynamische benadering, vonden ze te vaag en te onwetenschappelijk. Ze gaan ervanuit dat
voortdurend op gedrag wordt gereageerd en het hierdoor ook af te leren is. Bij deze benadering hoef
je de bron niet te weten voordat je iemand behandeld.

Uitgangspunten behaviorisme:
 Het waarneembare gedrag
 Je begint met een tabula rasa (onbeschreven blad)
 Al het gedrag is aangeleerd (verlegenheid, verslaving, angst)
 Nieuw gedrag kan aangeleerd worden via concrete opdrachten.
 Emotionele problemen kun je oplossen door nieuw of ander gedrag aan te leren.

Het afleren van gedrag kan bijvoorbeeld met token economy (belonen), maar ook met klassieke,
operante conditionering en modelleren.

Systematische desensitisatie: gaat erom dat je de ontspanning weet te behouden desondanks er
angstwekkende stimuli opdraven.
Exposure (blootstelling): doelbewust de angst opzoeken en de angst laten voelen zodat de angst
wordt gedoofd. Dit kan in vitro of in vivo.

Vormen van leren:
1. Klassieke conditionering
Is onderzocht en beschreven door Ivan Pavlov en John B. Watson. Reflexmatig gedrag (reacties die je
op een of andere manier hebt aangeleerd, zonder dat je het doorhebt, maar je reageert er wel op)
(Pavlov). Echter blijkt het ook bij het ontstaan van emotionele reacties (Watson) te zijn.
2. Operante conditionering

, Is ontwikkeld door Skinner. Een gedragstherapeutisch programma begint altijd met een
functieanalyse waarbij het gedragsprobleem in kaart wordt gebracht.
 Als op bepaald gedrag een beloning volgt, neemt het gedrag toe. Als het genegeerd wordt, of
als er straf volgt, neemt het af.
3. Modelleren
Modelleren is een vorm van leren dat is uitgewerkt door Bandura. Hij ontdekte dat mensen ook leren
door imitatie, hierbij is beloning niet nodig.

3. Humanistische, cliëntgerichte psychologie
Carl Rogers zag een mens met problemen als iemand die (tijdelijk) is vastgelopen in zijn ontwikkeling.
Als de omstandigheden de groei niet blokkeren, ontwikkelden mensen de mogelijkheden die ze in
zich hebben. Hij werkte deze benadering verder uit in een therapie die voornamelijk de subjectieve
beleving van de cliënt in het hier en nu begripvol volgt, exploreert en accepteert. Hierbij wordt er
niet gezocht naar onbewuste conflicten en er hoeft ook niet te worden teruggegaan naar de
kindertijd.

De behandeling volgens deze benadering komt dan ook neer op het ontdekken door de patient wij
hij/zij zelf echt is.

Cliëntgerichte therapeuten richten zich op de hele persoon, op de manier van denken, voelen en
doen geïntegreerd zijn in het ‘zelf’ en op de unieke betekenis die het ‘zelf’ aan het leven geeft. De
cliëntgerichte benadering gelooft in een positieve kern, het ‘zelf’, waarmee elk mens wordt geboren.
Het ‘zelf’ is wat je werkelijk ‘echt’ bent.

4. Cognitieve psychologie
Deze benadering gaat ervan uit dat het afwijkende gedrag kan worden ingedeeld in: een
denkprobleem (heel negatief denken) of een gedragsprobleem. En gaan er verder van uit dat
(emotionele) problemen het gevolg zijn van: eenzijdig of disfunctionele interpretatie of verkeerd/
niet aangeleerd gedrag.
De cognitieve psychologie van Ellis bestaat uit het ABC-schema en het G-schema (opsporen
irrationele gedachten). De behandeling van Ellis wordt de Rationeel-Emotionele Therapie (RET)
genoemd.

5. Systeemgerichte benadering
Systeem bestaat uit elementen die met elkaar in verbinding staat en niet los van elkaar gezien
kunnen worden. Ook zijn er subsystemen die hierop aan kunnen sluiten.

Sociaal-culturele perspectief houdt in dat we onze visie op afwijkend gedrag moeten verbreden door
ook rekening te houden met de rol die de maatschappelijke ‘ziektes’ als armoede, racisme en een
gebrek aan kansen spelen bij het ontstaan van abnormale gedragspatronen.
 Oorzaken eerder in fouten van de maatschappij dan in de persoon.
 Radicale Szasz stelt dat ‘abnormaal’ in feite niet meer dan een etiketje is dat de samenleving
op mensen plakt bij wie het gedrag afwijkt van de geaccepteerde sociale normen.

Biopsychosociaal perspectief probeert afwijkend gedrag te verklaren vanuit het samenspel tussen
biologische, psychologische en sociaal-culturele factoren. Heeft bredere kijk op afwijkend gedrag dan
andere modellen.
 De meeste psychische stoornissen hebben echter diverse oorzaken. Afzonderlijke oorzaken
en interactie tussen oorzaken spelen zeker een rol.
 Diathese-stressmodel is een model dat gebaseerd is op biopsychosociale uitgangspunten
voor onderzoek naar de manier waarop de vele oorzaken van psychische stoornissen op
elkaar inwerken.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annejanbrouwer0602. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50843 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.49
  • (0)
Add to cart
Added