Introductie in de Geschiedenis van de Middeleeuwen
All documents for this subject (19)
Seller
Follow
ninabosch1
Reviews received
Content preview
Middeleeuwen Universiteit Utrecht
Hoorcolleges
Hoorcollege 1: introductie
Drie onderdelen dit college:
1- Het begrip middeleeuwen
2- De romeinen & de barbaren
3- De romeinen & het christendom
1. Het begrip Middeleeuwen: controversieel begrip bedacht door nakomelingen
niet door de ‘middeleeuwers’ zelf -> zagen zichzelf niet levend in een periode
‘tussen’ oudheid en renaissance. De humanisten in de 14/15 e eeuw kwamen met
het concept dat er een periode was tussen de oudheid en renaissance
(vroegmoderne tijd). In de gedachte om hun periode te linken aan de klassieke
periode en de periode hiertussen was even een aparte periode niet gelinkt aan
het klassieke.
Tevens westers perspectief -> in dezelfde periode Gouden Eeuw in China (8 e
eeuw).
Ook vaak negatieve associaties met het begrip ‘middeleeuws’. Vaak gelinkt aan
periode van neergang en verslechtering. Als een periode waarin de beschaving als
het ware uit elkaar valt en alles wat is opgebouwd in tijd van RR in een neerwaartse
spiraal gaat. -> enerzijds waar: zijn aspecten die wegvallen, maar ook aspecten die
blijven bestaan: het geloof (christendom), de rechtspraak, belastingsapparaat.
Tevens in de tijd van de ME opkoming van de ‘moderne’ universiteiten zoals we die
tegenwoordig nog kennen.
Concluderend: middeleeuwen (en ook de andere tijdvaks-benamingen) vrij
achterhaald begrip.
Rosenwein (tekstboek) deelt de ME in in een periode tot 1000 en een
periode na 1000 -> maakt deze indeling, omdat er een breekpunt ligt tussen deze 2
periodes. Deze breuk zit zij minder tussen ca.1500 (overgang ME – Vroegmoderne
tijd). Zij zou dus de indeling maken van late oudheid – ca. 1000 en daarna een
periode tot ca. 1700 -> toch in het boek eindpunt rond ca. 1500, omdat dit het meest
gebruikt wordt en dus het meest toegankelijk.
Edward Gibbon (1737-1794) -> the decline and fall of the roman empire (1776). Hij
bespreekt hierin het heersende paradigma over de val van het RR en de wereld van
de late oudheid. Hij wilde het niet zien als een periode van verval, maar juist nadruk
leggen op de veranderingen en opkomst van nieuwe factoren.
Ook Rosenwein legt meer druk op verandering/transformaties dan de middeleeuwen
als een periode van neergang.
In de romantiek (19e eeuw) wordt er wel weer vaak elementen uit de ME gehaald en
worden de associaties met de ME positiever door de beeldvorming.
,2. Wie zijn de ‘Barbaren’? -> bondig gezegd: een niet-grieks sprekend persoon.
Het is een begrip die van volkeren buitenaf is opgelegd, niet vanuit de ‘barbaren’
zelf. Ook een verzamelnaam voor verschillende volkeren. Romeinen zagen deze
volkeren ook als mensen die onder de romeinse heerschappij moesten komen,
beschaafd worden gemaakt etc.
Verschillende barbaarse volkeren/koninkrijken: Goten (Visigoten, Ostrogoten)
Vandalen, Germanen, Friezen, Angelsaksen, Longoboarden, Franken. Waren
allemaal sedentaire volkeren, al geven bronnen soms de indruk dat het constant
rondreizende groepen zijn (volksverhuizingen RR). Sprake van culturele verschillen,
maar geen biologische verschillen tussen deze volkeren en romeinen (of de volkeren
onderling).
Volkeren komen op, maar ‘verdwijnen’ ook snel weer. -> niet alleen sprake van
fysieke verdwijning, maar ook verandering in de identiteit van bepaalde volkeren ->
iemand die zich bvb eerst een Romein voelt en daarna een Germaan.
Clovis -> succesvolste koning van de Franken. Veel over geschreven door o.a
Gregorious van Tours. In een fragment uit het geschrift van Gregorius staat
beschreven hoe Clovis romeinse elementen overnam -> ‘barbaarse’ vorsten dus
overname van Romeinse elementen. Sprake van bepaalde continuïteit in deze
periode.
In de periode van de barbaarse koninkrijken ging de belasting ipv naar de overheid
(voor legeraanvoer etc) voornamelijk naar de kerken/kloosters.
Waarom overgang van periode? (Achteruitgang van ….)
Sprake van epidemieën in de late oudheid/vroege middeleeuwen. Volgens Harper
(?), was het geen toeval dat er zoveel ziektes uitbraken. De romeinen hebben dit zelf
gedaan door………………….
Daarnaast zorgde klimatorische omstandigheden tot een verslechting van de
agrarische productie. De gemiddelde temperatuur daalde in periode 450-700,
hierdoor minder oogst. Ook veel vulkaanuitbarstingen. In het jaar 536 was er een
‘jaar zonder zon’ (mede door die vulkaanuitbarstingen). Door de veranderingen in het
klimaat zou er ook sprake zijn van ‘klimaatvluchtelingen’ -> hierdoor ook meer druk
op het RR.
3. Romeinen & het christendom.
In de tijd van Constantijn werd het christendom zeer begunstigd -> 313: edict van
Milaan. Sticht ook Constantinopel en bouwt hier veel kerken etc -> wordt hierdoor
een zeer christelijke stad. Ook Heilige grafkerk in Jeruzalem gesticht en betaald door
Constantijn. Het feit dat christenen van een gewantrouwde groep nu naar een zeer
belangrijke religie binnen het imperium gaat is een zeer revolutionaire actie. Het
christendom is ook geen geloof waarin de nadruk ligt op het uitvoeren van rituelen
maar de nadruk ligt juist op je gehele gedrag (niet zondig leven etc). Heeft dus
wellicht meer vergelijking met filosofische stromingen dan met voorgaande religies.
Groot verschil is dat de filosofische geschriften geschreven zijn door en voor mensen
die daadwerkelijk kunnen lezen en schrijven (geletterde elite). Christelijke geschriften
zijn daarintegen van ‘matige’ kwaliteit. Voor de goedopgeleide romeinen blijven de
, christelijke geschriften en de bijbel een vrij primitief geloof en boek. De kerkvaders
probeerden de bijbel etc wel acceptabeler voor de elite.
Vooral de kerkvaders Gregorius de grote, Ambrosius, Hieronymus, Augustinus
hebben ervoor gezorgd dat de elite het christendom wel meer aanhing en zich hierin
kon vinden.
Deze kerkvaders waren allemaal afkomstig uit een goede familie, leerden allemaal
retorica, filosofie, Latijnse literatuur etc. hadden ook allemaal goede contacten en
connecties met ‘hogere’ mensen, zoals de keizer of paus etc. -> goed netwerk.
Hieronymus vertaalde de bijbel in (goed) Latijn.
De kerkvaders droegen ook bij aan het christendom door de bijbel van commentaar
te voorzien, hierdoor begrijpelijker en toegankelijker voor de normale mens. Laat de
diepere betekenis in de geschriften zien. De symboliek komt op deze manier beter
over bij de lezer. Hierdoor zagen de romeinse elite ook dat het helemaal geen
oppervlakkig boek was, maar veel diepere lagen had.
Abrosius verdedigde het geloof ook in een aantal conflicten.
Hoorcollege 2: De uitbreiding van de twee wereldgodsdiensten
Christendom & Islam ca. 500-1000
Opsomming vorig college: in laat romeinse rijk werd het christendom de dominante
godsdienst en verspreidde het zich ver het gehele rijk. Veel barbaarse volkeren
kiezen voor het arianisme (christus is mens geen god). Clovis koos voor het
katholicisme toen hij aan de macht kwam. Gunstig want: paus, geestelijken etc ook
allemaal katholiek dus meer aanhang. Ook gallo-romeinse aristocratie vooral
katholiek.
Organisatie van het Christendom:
- Indeling in bisdommen georganiseerd naar Romeins model (civitates =
bestuurlijke centra). Bisdom = kerkelijk bestuursgebied van een bisschop.
- Idee van ambten ook vanuit de Romeinse opvatting, maar dan vermaakt zodat
het goed bij de kerk past.
- Monniken: Heilige mannen onttrekken zich aan de kerkelijke hiërarchie:
mensen die iets heel bijzonders doen mbt het geloof en hierdoor veel eer en
aanzien krijgen. 2 vormen van monnikendom:
1) Heremieten:
2) Coenobieten:
Monnikendom in het Westen:
- 6e eeuw: Benedictus van Nursia -> in het westen gematigde vorm van
monnikendom, maar wordt langzaam steeds dominanter door deze man. Hij
sticht een klooster in montecassiono. Tevens schrijft hij de belangrijkste
kloosterregel voor het Westen, hierdoor ontzettend invloedrijk geworden. De
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninabosch1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.