Samenvatting Uitgewerkte leerdoelen Internationaal en Europees recht
38 views 5 purchases
Course
Internationaal en Europees recht
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
Zelf maak ik altijd mijn eigen samenvattingen. Ik ben zelf erg netjes en zorg altijd dat mijn samenvattingen op en top verzorgd zijn. Alles staat erin en hierdoor haalde ik voor dit vak een 8.2 :) ik zou graag mijn medestudenten hiermee willen helpen!
Internationaal en Europees recht 2
Week 1 leerdoelen
De student weet wat de begrippen internationaal recht, internationale rechtsorde en
internationale rechtssubjecten inhouden. (1)
Staten zijn de belangrijkste spelers in de internationale rechtsorde. Ook internationale
organisaties en individuen spelen een belangrijke rol. Binnen het nationale recht creëert de
soevereine overheid wetten en regels voor burgers op het eigen grondgebied. Internationaal
gelden er andere regels, namelijk regelgeving die staten waardevol vinden om daadwerkelijk
na te komen, zoals verdragen en internationaal gewoonterecht.
De term "internationaal recht" kan betrekking hebben op twee juridische disciplines.
Het internationaal publiekrecht of volkenrecht: dit recht reguleert de
betrekkingen tussen staten en internationale organisaties, waarbij het gaat om
gebieden als de mensenrechten, het verdragsrecht, het zeerecht, het
internationaal strafrecht en het internationaal humanitair recht. Internationaal
publiekrecht omvat een enorme hoeveelheid aan regels (het Europees Verdrag
voor de Rechten van de Mens, grensverdrag, resolutie VN, Schengengrenscode).
Het internationaal privaatrecht of het internationaal conflictenrecht: een
samenstel van procesrechtsregels die bepalen welk rechtsstelsel en welk recht
op een gegeven juridisch geschil van toepassing zijn. Deze regels gelden wanneer
een juridisch geschil een grensoverschrijdend element bevat, zoals een geschil
over een contract tussen partijen die in verschillende staten zijn gevestigd, of
wanneer het grensoverschrijdende element betrekking heeft op een land met
verschillende rechtsgebieden. Met internationaal privaatrecht hebben we te
maken als in een privaatrechtelijke situatie sprake is van verbinding tussen twee
of meer landen (trouwen, internetaankoop).
We hebben er voor gekozen om ons nationale internationale privaatrecht te harmoniseren
(af te stemmen) met andere landen. En ook de EU heeft allerlei verordeningen gemaakt op
het terrein van het personen- en familierecht. Op de onderwerpen die in die verordeningen
zijn vastgelegd, maken de EU-lidstaten dus zelf geen regels meer wat betreft situaties waar
ten minste twee EU-lidstaten zijn betrokken. Daarnaast heeft de EU veel verordeningen
gemaakt om het internationaal privaatrecht van de EU-lidstaten te unificeren (zodat het
overal in de EU hetzelfde is). Zo’n verdrag of een EU-verordening valt zelf weer onder het
internationaal publiekrecht.
De afwezigheid van een internationaal systeem van handhaven is kenmerkend voor de
internationale rechtsorde. Het ontbreken van een centraal systeem heeft als gevolg dat er
niet een centraal orgaan is aan te wijzen dat wetten of regels maakt. In een nationaal
systeem legt de overheid sancties op bij het overtreden van een rechtsregel. In de
internationale gemeenschap leven staten de regels na die uit onderlinge afspraken
voortvloeien, omdat ze dit belangrijk en waardevol vinden. De handhaving van
internationale regels ligt bij de staten zelf. Soms wordt dit door een internationale
,organisatie gedaan, zoals de verenigde naties (VN). Een van de hoofdorganen van de VN is
de Veiligheidsraad.
De EU is een andere internationale organisatie die via haar instellingen sancties kan
opleggen aan haar lidstaten als die hun verplichtingen niet nakomen.
Dus hoewel een centraal mondiaal systeem van uitvoerende, wetgevende en handhavende
macht in de internationale rechtsorde ontbreekt, hebben staten toch regels vastgelegd in
bijvoorbeeld verdragen. Die behoren tot de bronnen van het recht. En zoals we hiervoor
hebben gezien, hebben staten sommige internationale organisaties de bevoegdheid
gegeven om besluiten te nemen waarover de staten hebben vastgelegd dat zij zich aan
besluiten gebonden achten. Ook dat zijn bronnen van recht.
Momenteel zijn er 193 staten lid van de VN. Zij kunnen zelfstandig verplichtingen met
andere staten aangaan. Een aantal andere staten kan dat ook, hoewel zij geen lid zijn van de
VN. We spreken in het internationaal recht dan ook wel van een horizontale rechtsorde.
Staten zij juridisch min of meer gelijk aan elkaar. Ze zijn zelfstandig bevoegd om
rechtsbetrekkingen met elkaar aan te gaan. Staten zijn soeverein. Een staat kan zijn
soevereiniteit tonen door wetten voor het eigen grondgebied te maken, maar ook door
verdragen met andere soevereine staten te sluiten. Een andere wijze om de soevereiniteit
kenbaar te maken, is de rechtsmacht of jurisdictie van een staat. Hierdoor kan een staat
regels stellen of handhaven op het eigen grondgebied t.a.v. zijn burgers. Dit betekent dat
Nederland geen regels kan handhaven in het buitenland. Het gevolg van het decentrale
karakter van de internationale rechtsorde en de soevereine gelijkheid van staten is, dat
staten geen hogere macht boven zich hoeven te dulden. Hier zijn wel uitzonderingen op,
zoals de bindende besluiten van de VN-Veiligheidsraad en de sancties van de EU, maar dat is
niet de regel. Staten hebben hier echter zelf, soeverein voor gekozen en kunnen hier ook op
terugkomen. Omdat staten soeverein zijn op het grondgebied, willen ze ook dat die
soevereiniteit door andere staten wordt erkend en dus is het niet meer dan logisch dat
staten vreedzaam naast elkaar willen bestaan. Dit noemen we ook wel vreedzame co-
existentie.
Staten zijn in toenemende mate afhankelijk van elkaar. Grensoverschrijdende kwesties zoals
milieu en terrorisme kan een staat niet alleen oplossen. Om deze kwestie aan te pakken,
moeten staten met elkaar samenwerken. Dit kan op regionale (verdragen sluiten,
samenwerken door een internationale organisatie zoals de EU, NAVO) en mondiale basis
plaatsvinden.
Wisselingen van de politieke wacht in staten kunnen leiden tot andere internationale
verhoudingen. Een groepering die door een staatsgreep de macht grijpt in een land zal
mogelijk andere betrekkingen met andere staten onderhouden dan de voorgaande regering.
Sinds we na de WO2 de ongeschreven internationaalrechtelijke regels steeds meer zijn gaan
opschrijven in verdragen en staten zich steeds vaker verdragen met elkaar sluiten om
grensoverschrijdende problemen en uitdagingen aan te pakken, kunnen mensen zich ook
veel vaker beroepen op internationaal vastgelegde rechten. De eerste stap hiertoe zette de
,VN in 1948 met de aanname van de UVRM (was niet bindend, wel een inspiratie). Hierna
kwamen namelijk het EVRM, BUPO, VN-Vrouwenverdrag en IVRK.
Hoe kan het dat wij ons in Nederland voor de nationale rechter kunnen beroepen op
bepalingen uit internationale verdragen? (doorwerking van het internationale recht in de
nationale rechtsorde). Dit hangt af van het soort systeem waarvoor een lidstaat heeft
gekozen (monistische of dualistische). Kiest het voor monisme, dan is internationaal recht
automatisch deel van de nationale rechtsorde. Omzetting van internationaal recht naar
nationaal niveau via een speciale wet is dan niet nodig. Heeft een staat echter gekozen voor
dualisme, dan moet internationaal recht worden omgezet of getransformeerd naar nationaal
recht via een aparte wet.
In Nederland werken dus niet alle verdragsregels rechtstreeks door. Alleen als ze eenieder
verbindend zijn en als ze bekend zijn gemaakt (gematigd monistisch stelsel). Het
internationale gewoonterecht bindt staten wel tegenover elkaar, maar natuurlijke personen
of rechtspersonen kunnen er geen beroep op doen. Om dat laatste mogelijk te maken,
zullen deze bepalingen eerst moeten worden omgezet naar Nederlands recht: dualistisch
dus.
Rechtssubjecten zijn de zelfstandige dragers van rechten en plichten. Met andere woorden
actoren die rechtsbevoegdheid bezitten. In het nationale recht kennen we natuurlijke
personen en rechtspersonen als rechtssubjecten. Ook in het internationale recht hebben we
te maken met rechtspersoonlijkheid, want ook daar kunnen actoren alleen aanspraak maken
op rechten of aangesproken worden op plichten als zij rechtspersoonlijkheid bezitten.
De staat is een internationaalrechtelijk subject en kent drie voorwaarden (internationaal
gewoonterecht):
1. Territoir of grondgebied (land, binnenwateren, max 12 zeemijlen en luchtkolommen
boven deze gebieden, grenzen moeten exact vaststaan)
2. Bevolking (op het grondgebied leeft een bevolking)
3. Een regering oefent er effectief het hoogste gezag uit: soevereiniteit (er moet
spraken zijn van een overheid die effectief gezag doet gelden)
4. (erkenning) onderscheid erkenning van de staat en erkenning van de regering
Staten kunnen op drie manieren tot stand komen:
1. Doordat twee of meer bestaande staten zich samenvoegen
2. Doordat een nieuwe entiteit zich afscheidt van het grondgebied van een al bestaande
staat.
3. Door ontbinding van bestaande staten
Natuurlijke personen of individuen spelen pas relatief recent een rol als internationaal
rechtssubject (sinds WO2). Ook volken vallen onder rechtssubjecten (marginaal). Ook
internationale ondernemingen vallen onder rechtssubjecten (multinationale ondernemingen
of transnationale). Een multinationale onderneming is een onderneming met een
hoofdvestiging in een land en nevenvestigingen in andere landen zoals IKEA, Nintendo. Een
transnationale onderneming heeft niet een moederland, maar verspreid haar activiteiten
, over meerdere landen, zoals Royal Dutch Shell, Unilever. Ook internationale organisaties zijn
rechtssubjecten. Ook de-factorregeringen en bevrijdingsregeringen.
De student kent de rechtsbronnen van het internationaal recht en weet wat de
begrippen ius cogens en erga omnes betekenen in een concrete casus. (2)
Een verdrag is een van de bronnen van het internationale recht. Dat wil zeggen dat het
verdrag de bron is waarin de regels te vinden zijn. Een van de belangrijkste vindplaatsen van
bronnen van het internationaal recht is artikel 38 van het Statuut van het Internationaal
Gerechtshof. Daarin worden de internationale rechtsbronnen genoemd. De internationale
rechtsbronnen zijn:
Internationale verdragen, zowel van algemene als van bijzondere aard, waarin regels
worden vastgelegd die uitdrukkelijk door de bij het geschil betrokken staten worden
erkend.
Internationale gewoonte, als blijk van een als recht aanvaarde algemene praktijk.
Er zijn ook nieuwe bronnen van het internationaal recht bijgekomen in der loop van tijd
Zoals al een paar keer gezegd vormen verdragen inmiddels de belangrijkste en meest
voorkomende bron van recht. Omdat het belang van verdragen zo is toegenomen zijn regels
vastgelegd voor de totstandkoming en de werking ervan.
De meest oorspronkelijke bron van het internationale recht en nog steeds een van de twee
hoofdbronnen is het internationale gewoonterecht. Veel regels die uiteindelijk zijn
geschreven in verdragen hebben zich eerst ontwikkeld als gewoonterecht. Gewoonterecht is
de oudste bron van internationaal recht. Later zijn staten overeengekomen om steeds meer
gewoonterechtelijke regels vast te leggen in verdragen. Met name in het internationaal recht
waar de gedachten van een staat worden weergegeven door de bestuursorganen en
vertegenwoordigers van een staat, neemt het gewoonterecht (nog steeds) een belangrijke
plaats in.
Geweldsverbod (VN) is een voorbeeld van gewoonterecht. Dat dit is vastgelegd in een
verdrag betekent niet dat het niet meer tot het gewoonterecht behoort. Voor die staten die
geen lid zijn van de VN, geldt de regel nog steeds op grond van het gewoonterecht. We
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorpriem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.25. You're not tied to anything after your purchase.