Duidelijke samenvatting inleiding gezondheidswetenschappen voor het 1e jaar van de studie gezondheidswetenschappen op de VU. Alle stof staat duidelijk beschreven.
HIV = (human immunodeficiency virus) heeft altijd een gastheercel nodig om te
repliceren. HIV is een RNA-virus daardoor Mutatie gevoelig.
Het is een Non-enveloped virus; Leeft lang buiten het lichaam. De structuur is sterk.
HIV Is een retrovirus (Singlestrengs). Dit wil zeggen dat het RNA over kan schrijven
in DNA. Hierdoor is het virus stabiel. Wanneer het gastheergenoom deelt, wordt het
HIV-DNA overgegeven aan dochtercellen. HIV-DNA dat aanwezig is in DNA kan niet
worden opgemerkt door het immuunsysteem.
Waarom kunnen we niet genezen van HIV?
- Het HIV vestigt zich in ons DNA. DNA wordt geïntrigeerd in ons genoom. Dit kan
het immuunsysteem niet bestrijden. + Het is een RNA virus en deze muteert
ongewoon snel.
Ontstaan HIV Er werden 2 observaties gedaan:
1. 5 homoseksuele mannen hadden een zeldzame luchtwegaandoening.
2. Meer voorschrijven van pentamidine.
Risicogroepen HIV:
- Heteroseksuele volwassenen en kinderen.
- Intraveneus drugsgebruikers (Bloed-bloed contact door naalden).
- Bloedtransfusie.
Transmissieroutes:
- Sexueel contact (Onbeschermd)
- Bloed – bloed
- Moeder naar kind zwangerschap, tijdens bevalling (Bloed) of tijdens
borstvoeding.
Horizontale transmissie: Mens op mens (lucht, water).
Verticale transmissie: Moeder op kind.
Niet detecteerbaar = niet overdraagbaar. A symptomatisch is het virus wel over te
dragen. Je bent dan wel besmettelijk.
Halverwege jaren 90 Daling sterfte door HIV. Kwam door ontstaan van combinatie
therapie.
Ontwikkelingen Tegen infectieziektes:
1. Hygiëne
2. Antibiotica
3. Vaccinaties
Pathogeen = Organisme dat ziekte veroorzaakt.
- Primair pathogeen; Ziekte in gezonde gastheer.
, - Opportunistisch pathogeen; alleen ziekte in verzwakte gastheer.
Virulentie = De mate van (de ziekte) pathogeniciteit geproduceerd door een
organisme. Kwantificeerbaar.
- LD50 De dosis die nodig is om 50% van de individuen te doden.
- ID50 De dosis die nodig is om 50% van de individuen te infecteren.
Een zeer virulent pathogeen heeft een: hoge of lage LD50?
- Laag, Het vermenigvuldigt snel dus weinig nodig voor infectie/dood.
De (darm) flora:
De mens is altijd geïnfecteerd met virussen en bacteriën. De normale flora geeft
bescherming tegen micro-organismes. Ook is de flora belangrijk voor het
immuunsysteem, digestie en productie van vitamine B en K.
De flora kan uit balans raken. Bijv. door antibiotica of ziekte. Of de bacterie komt op
een verkeerde plek (Blaasontsteking, E-coli).
Infectieproces heeft 5 stappen:
1. Het pathogeen moet kunnen binden.
2. Het pathogeen moet binnen kunnen blijven om te vermenigvuldigen.
3. Het pathogeen moet ons immuunsysteem te slim af zijn (Overleven)
4. Weefselschade (De ziekte)
5. Transmissie: Het pathogeen verlaat het lichaam om een volgende gastheer te
besmetten.
Replicatiecyclus HIV:
1. Eiwitten gp120 & gp41 hechten aan CD4 receptor.
2. HIV bindt aan CO-receptor CCR5.
3. Er vindt fusie (Samenvoeging) van membranen plaats.
4. Capside met erfelijk materiaal komt vrij in het cytoplasma van de gastheercel.
5. Reverse Transcriptase: RNA afhankelijke polymerase maakt van RNA, DNA.
6. DNA gaat naar kern gastheercel en intergreet in genoom van de gastheercel.
Hier heeft het enzym integrase voor meegenomen: provirus.
7. Transcriptie: DNA MRNA vertaalt naar eiwitten, hier maakt ie gebruik van
biosynthese van gastheercel.
8. Maken van virale eiwitten: Protease en knipt eiwitten in kleinere eiwitten.
Immuunsysteem:
Soorten cellen in immuunsysteem met een CD4 receptor:
- Macrofagen Horen bij het aangeboren immuunsysteem. Eerstelijns verdediging.
- Dendritische cellen Vormen een brug tussen aangeboren en verworven
immuunsysteem. Zodra ze een ‘indringer’ hebben gevangen gaan ze naar de
cellen van het verworven immuunsysteem zodat de immuunrespons op gang kan
worden gezet. Nemen het virus mee naar de lymfeknopen.
- T helpercellen en Geugen T cellen T-helper cellen raken geïnfecteerd met het
virus.
,3 groepen T-cellen:
1. T-cellen met een CD4 reveptor = T-helper cellen.
2. T-cellen met een CD8 receptor = Cytoxische T-cellen.
3. T-cellen met een CD4 receptor of CD8 receptor = Geheugen T-cellen.
3 Typen infectieverloop van HIV:
1. Acute fase Infectie (De infectie zelf is niet te bestrijden)
2. Klinisch latente fase Vaak asymptomatisch. Deze fase kan 8 tot 9 jaar duren. Dit
hangt af van je immuunsysteem (CD8 respons).
3. Aidsfase Klachten nemen toe. CD4 cellen worden bijna 0. Je wordt gevoelig voor
allerlei (simpele) infecties en gaat hier dood aan.
TH1 respons Immuunrespons: Cellulair respons
TH2 respons Antilichaam respons.
De blauwe lijn Aantal CD4 T-lymfocyten.
Zodra de immuunreactie ontstaan Daalt het aantal viruscellen. De aanmaak van de
CD4 lymfocyten is groter dan de afbraak.
Rode lijn hiv-partikels (Hoeveel virusdeeltjes in het lichaam.
Seth point = Het punt dat jij als individu in staat bent om de hiv-replicatie onder
controle te krijgen. De virus replicatie en afweer zijn in evenwicht.
De CD8 respons moet door de T-helpercellen geactiveerd worden. Als er geen
T-helpercellen meer actief Geen CD8 vorming Dus geen goede immuunreactie.
De T-helpercellen zijn extreem belangrijk Brengen immuunreacties op gang.
Infecties die voorkomen in de aids fase:
- Toxoplasmose (parasieten van katten)
- Candida (Schimmelinfecties)
- Tuberculose.
Mensen kunnen ‘immuun’ zijn voor HIV Hebben een deletie van 32 nucleotiden.
Hierdoor wordt CCR5 anders gevouwen. Daardoor kan het HIV-1 niet meer binden.
Medicijnen voor HIV proberen dus ook het CCR5 te verbergen.
Antiviral middelen:
- Virus-specifieke enzymen en/of eiwitten die een rol spelen in infectie en replicatie.
Selectieve toxiciteit= Het medicijn pakt alleen het virus aan, en heeft geen
bijwerkingen.
Soorten antivirale middelen:
, - Hechtingremmers: Een medicijn dat specifiek kan binden aan bijvoorbeeld gp120,
waardoor dit niet meer kan binden aan de CD4 receptor. Hiermee voorkom je dat
HIV een infectie kan veroorzaken.
- RT-Remmers: Het proces van reverse transcriptase remt.
- Intergrase remmer
- Proteaseremmer: Als je protease remt, voorkom je dat virusdeeltjes worden
gevormd. (Je voorkomt verspreiding).
6 klasse Anti-HIV middelen:
1. NRTI Het eerste middel was AZT, werd gebruikt tegen kanker.
- Remt reverse transcriptase Verlengen van de DNA-keten wordt geremd.
(Ontstond resistentie).
- Resistentie door: Slordige replicatie.
2. Proteaseremmers Het binden aan het protease enzym wordt geremd, waardoor
er geen infectieuze virusdeeltjes meer ontstaan.
- Veel nadelige bijwerkingen zoals: Diabtes, hart en vaatziekte, Lipodystrofie, dure
medicijnen.
3. NNRTI RT wordt geremd door kleine moleculen te binden aan RT.
4. CCR5 remmers.
5. Integrase remmers.
Later werd bekend dat: Er meerdere medicijnen moesten worden gegeven (Niet
maar 1). Een mix van allemaal dus.
ELISA Belangrijke HIV test. Het is een antilichaam test. Je moet een window
hebben van 3 maanden, omdat antilichamen niet direct zichtbaar zijn. Moet na
maanden opnieuw worden gedaan om zeker te weten of de uitslag correct is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller immetaal123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.27. You're not tied to anything after your purchase.