Hoving docent
r.h.
Deze week aanhouding en staande houden. Waarom vallen deze middelen aan te merken als
dwangmiddel. Dwangmiddelen: alle opsporingsbevoegdheden waarbij een inbreuk wordt gemaakt
op de mensenrechten van burgers. Zoals het invallen van een woning, schending van privacy en
huisrecht.
Elke keer als er een inbreuk wordt gemaakt op een recht van de burger is er een bevoegdheid nodig
die in de wet staat. Bij het verhoren van getuigen geen inbreuk gemaakt op mensenrechten, het
hoeft dus niet in de wet geregeld te worden in de zin van bevoegdheid.
Hoe groter de inbreuk vormt, hoe strenger de regels die nodig zijn. Verschillende maatregelen:
vrijheidsbeperkend en vrijheidsbenemend. Vrijheidsbenemend: ernstigere inbreuk op je rechten, je
wordt opgesloten.
- Staande houden 52 Sv
- Aanhouden 53 Sv
- Ophouden voor onderzoek
- Inverzekeringstelling
- Voorlopige hechtenis
- Laatste drie zijn voorarrest
Art. 52/53/54 Sv. Er moet
Verdachte: art. 27 lid 1. Materiële definitie/criterium. Redelijk vermoeden van schuld t.a.v.
verdachte. Zodra dit er is kun je spreken van een verdachte. Formele definitie/criterium 27 lid 2: na
vervolging: degene die wordt vervolgd. Het maakt dan niet meer uit of er een redelijk vermoeden
van schuld is.
Wanneer begint dan de vervolging? De dagvaarding is een manier om de vervolging te starten.
Veelgebruikt criterium: als er een rechter bij de zaak wordt betrokken wordt gesproken van
vervolging. Of het OM ligt een strafbeschikking op, dit is ook vervolging. Kan dus door dagvaarding,
maar ook bv. Doordat de RC wordt gevraagd of bewaring mogelijk is of bij andere ernstige
opsporingsbevoegdheden.
Een strafbeschikking wordt door het OM uitgevaardigd, uitzondering op de hoofdregel
Opsporingsambtenaren moeten er rekening mee houden of iemand verdacht is. Voor de
opsporingsbevoegdheden. Voor de verdachte is het zelf ook al van belang omdat hij dan rechten
heeft zoals een advocaat en de cautieplicht en zwijgrecht.
Steeds minder relevant voor de verdachte is het onderscheid tussen formeel en materieel criterium
van het zijn van verdachte.
Dus;
- Betrokken burger: rechten
- Overheid: opsporingsbevoegdheden: toepassing dwangmiddelen