100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Arbeidsrecht - Individueel: Hoorcollege- en werkgroepuitwerkingen $9.06   Add to cart

Class notes

Arbeidsrecht - Individueel: Hoorcollege- en werkgroepuitwerkingen

 147 views  20 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document bevat alle hoorcollege- en werkgroepaantekeningen van het Mastervak Arbeidsrecht Individueel van de weken 1 t/m 7. De arresten en de belangrijkste leerstukken voor het tentamen staan in dit document. Ik heb er zelf een 8,5 mee gehaald!

Preview 8 out of 81  pages

  • September 6, 2023
  • 81
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Evert verhulp
  • All classes
avatar-seller
Arbeidsrecht – Individueel
Studiegidsnummer: 3154INQ2VY
Studiejaar 2022/2023



Hoorcollege- en werkgroepaantekeningen

,Hoorcollege week 1

Ondernemer van de eigen arbeid?
- Negatieve redenen om zelfstandiger te zijn: Er bestaat een risico om
arbeidsongeschikt of werkloos te worden.
- Zzp’ers ontstaan eigenlijk door slecht werkgeverschap; mensen worden opgejaagd
en dit willen ze ontkomen.
- Je verdient als zzp’er veel meer dan als je als werknemer gaat werken. Je betaalt
geen premies meer en je valt buiten de loonheffingen. Je ervaart daarbij een grotere
vrijheid om je eigen arbeid te bepalen.
o Voorbeeld Temper: Je hebt zelfstandigenaftrek en MKB-vrijstelling, dus er zijn
fiscale voordelen om als zelfstandige te beginnen. Dit kan wel
maatschappelijk onwenselijk zijn.
- Een snelle toename van zzp’ers kan tot problemen leiden. Denk aan zelfstandige
docenten die geen oudergesprekken willen voeren of een zelfstandige huisarts die
geen euthanasie mag plegen. Je kan als zelfstandige je eigen werkinhoud bepalen
waardoor de vervelende taken overblijven voor de vaste werknemers.

Definitie arbeidsovereenkomst:
- Drucker ontwierp de Wet op het arbeidscontract met veel dwingend recht.
- In Nederland staat centraal dat het arbeidsrecht zelf wordt afgedwongen.
Arbeidsrecht is voornamelijk privaatrecht. In vergelijking met België, daar werd een
directeur in de gevangenis gezet wegens het inzetten van minderjarigen.
- Artikel 7:610 BW – Als is voldaan aan de elementen:
o Arbeid.
o Loon.
o In dienst (ondergeschikt).
o Element ‘gedurende zekere tijd’ heeft geen onderscheidende waarde (meer).
- Als er voldaan is aan deze elementen, dan is er sprake van een
arbeidsovereenkomst, zonder keuze, met alle gevolgen van dien. De
arbeidsovereenkomst is een ‘entreebiljet’, voor allerhande regels en bescherming.
o Het is dus dwingend. Werknemers zitten in een economische afhankelijke
situatie; dus dit leidt ertoe dat de mening van partijen er niet toe doet. Je mag
niet zelf kiezen of je al dan niet een arbeidsovereenkomst hebt.

HR Groen/Schoevers:
- Meneer Groen wil een opdrachtovereenkomst en Schoevers wil deze overeenkomst
op een gegeven moment opzeggen. Later zegt meneer Groen dat er wél sprake is
van een arbeidsovereenkomst.
- Voor het antwoord op de vraag of een arbeidsovereenkomst is gesloten: “Is bepalend
wat partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond, mede in
aanmerking genomen de wijze waarop ze feitelijk aan de overeenkomst uitvoering
hebben gegeven en aldus daaraan inhoud hebben gegeven.” Op het moment dat je
geen arbeidsovereenkomst wil, dan hoeft dat ook niet. Dit werd de heersende leer.
- En de opdrachtovereenkomst biedt de opdrachtgever de ruimte de opdrachtnemer
opdrachten/instructies te geven (artikel 7:400 BW).
- Gouden Kooi: Er is sprake van een arbeidsovereenkomst, dus Natasia heeft recht op
een uitkering. De HR komt eigenlijk terug op het standpunt in HR Groen/Schoevers
en kijkt naar de elementen van een arbeidsovereenkomst.

Arbeidsovereenkomst?
- Bijvoorbeeld HR 12 september 2014, JAR 2014/260 (coöperatie van prostituees, niet
verplicht).
- Aard en omvang werkzaamheden onduidelijk en: “Het Hof heeft zijn oordeel dat geen
sprake is van arbeidsovereenkomsten verder gebaseerd op een verwijzing naar de

, vrijblijvendheid die de leden met betrekking tot de taakvervulling kunnen betrachten
en ook betrachten. Dit wijst naar het oordeel van het Hof geenszins op een
verhouding van ondergeschiktheid of een gezagsrelatie. Hiermee heeft het Hof
kennelijk het oog gehad op de vaststaande feiten voor zover die inhouden dat de
aard van de als seksuele dienstverlening omschreven werkzaamheden eraan in de
weg staat dat belanghebbende het verrichten van specifieke handelingen aan haar
leden opdraagt. Een dergelijke vrijheid bij de beroepsuitoefening hoeft echter niet in
de weg te staan aan de aanwezigheid van een gezagsverhouding.”
o Er kan dus sprake zijn van een gezagsverhouding, ook als de werknemer een
bepaalde vrijheid heeft om zelf dingen in te vullen. Denk bijvoorbeeld aan een
UvA docent.

HR X/Gemeente Amsterdam:
- X/Gemeente Amsterdam: Hoe partijen hun overeenkomst zelf noemen doet er niet
toe.
- En dat geldt dus ook voor zzp’ers/opdrachtovereenkomsten: de wet bepaalt wat een
arbeidsovereenkomst is en niet partijen.
- Handhaving is het probleem.
- Hieruit volgt een 2 (of 3) fasenleer:
o Vaststelling overeengekomen rechten en plichten (Haviltex).
o Aan de hand daarvan de overeenkomst kwalificeren.
o AG de Bock (5.47): Het vaststellen van de gewijzigde inhoud van
overeenkomst na de kwalificatie.

Belangrijker nog:
- De belastingdienst handhaaft niet. Je zou dan vrij kunnen kiezen om als zelfstandiger
te werken, terwijl je dit eigenlijk niet bent. Dit is een probleem en dat brengt ook een
maatschappelijk probleem met zich mee.
- Dus wie heeft er dan nog belang? Pensioenfondsen (zie HR Stichting Thuiszorg
Rotterdam). De directeur heeft een BV en deze sluit met de Stichting een contract
waarbij de man ter beschikking wordt gesteld door de BV. Volgens de HR is er
sprake van een arbeidsovereenkomst.
o Pensioenfondsen hebben een maatschappelijk belang. Het is belangrijk dat
mensen hun premies betalen.

Waarom dan toch zoveel zzp?
- In procedures:
o Partijen brengen alleen eigen belangen naar voren.
o Maatschappelijke belangen spelen geen rol in privaatrechtelijke procedure.
o De zzp’er heeft iets ’oneerlijks’.
§ Vergelijk Groen – Schoevers of de pakketbezorgerszaken waarbij
PostNL een arbeidsovereenkomst aanbood terwijl ze al eigen busjes
hadden.
o Er wordt zwaar geleund op de vorm van het contract.

EU-recht:
- Dat kent een eigen (ruimer) werknemersbegrip: Of er sprake is van een werknemer
moet worden beoordeeld aan de hand van het Europeesrechtelijk werknemersbegrip
in de zin van artikel 45 VWEU.
- ECJ 3 July 1986, C-66/85 (Lawrie/Blum): “The essential feature of an employment
relationship, however, is that for a certain period of time a person performs services
for and under the direction of another person in return for which he receives
remuneration.”
o Hieronder valt soms de Nederlandse zzp’er.

,FNV KIEM:
Het HvJ EU gebruikt de term ‘false self-employed’ in verband met de vrije mededinging
(artikel 101 TFEU): On a proper construction of EU law, it is only when self-employed service
providers who are members of one of the contracting employees’ organisations and perform
for an employer, under a works or service contract, the same activity as that employer’s
employed workers, are ‘false self-employed’, in other words, service providers in a situation
comparable to that of those workers, that a provision of a collective labour agreement, such
as that at issue in the main proceedings, which sets minimum fees for those self-employed
service providers, does not fall within the scope of Article 101(1) TFEU.
à Werknemers mogen wel prijsafspraken maken, in een CAO.

Stageovereenkomst:
- HR 9 oktober 2015, ECLI:NL:HR 2015:3019 (Logidex): Bij de hiervoor in 3.3.2
bedoelde toetsing heeft als maatstaf te gelden of de werkzaamheden van de stagiair
naar de bedoeling van partijen zozeer zijn gericht op het uitbreiden van eigen kennis
en ervaring van de stagiair, zulks mede met het oog op de voltooiing van zijn
opleiding, dat van een overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt voor de
andere arbeid te verrichten niet kan worden gesproken (vgl. HR 29 oktober 1982,
ECLI:NL:HR:1982:AC0442, NJ 1983/230 (Hesseling/ Ombudsman)).
- Daaruit volgt dat het erop aankomt of het verrichten van de werkzaamheden van de
stagiair in overwegende mate in het belang is van de opleiding die deze volgt.
- Belang van de opleiding: dus niet opdoen van werkervaring.
- Als het gaat om werk (werkervaring), zonder dat het leeraspect centraal staat, is
juridisch gezien sprake van een arbeidsovereenkomst en heeft betrokkene aanspraak
op het wettelijk minimumloon. Ook een inwerkperiode zal niet als stage worden
aangemerkt.

De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is uitgangspunt:
- Dat volgt uit:
o Artikel 7:610a BW (rechtsvermoeden).
o Artikel 7:668a BW (tijdelijke arbeidsovereenkomst).
o Artikel 7:690 BW (uitzendovereenkomst).
o Europees recht (zie bijvoorbeeld Richtlijn 99/70).

Arbeidsmarkt?
- Er is helemaal geen ‘markt’, want vraag en aanbod en prijs hebben te weinig
onderlinge relatie.
- Prijs van de arbeid wordt bepaald door wet (wet minimumloon), cao en eigen
“onderhandelingskracht”.
- Grote maatschappelijke belangen verbonden aan arbeid, dus sterk gereguleerde
markt.
- Regulering vooral door sociale partners.
- Sociaal akkoord gesloten in de SER.
- Staat in regeerakkoord.

Publiek belang van de arbeidsovereenkomst:
- De voorheffing van loonbelasting is nodig voor het heffen van de belastingen in
Nederland.
- Zelfstandigen nemen minder initiatief om een scholing te volgen.
- Sociale zekerheid.
- Medezeggenschap.
- Maar ook vanwege de organisatie van de samenleving: Economische ordening,
rechtvaardigheid, gelijkwaardige inkomensverdeling.
- Dus: Het handhaven arbeidsovereenkomst is van groot belang.

,Kern Borstlap/ MLT SER/ Regeerakkoord 2022:
- Er wordt voorgenomen om financiële incentives om voor bepaald contract
(zzp/oproep/flex) te kiezen, weg te nemen. Zelfstandigen worden dus ontmoedigd
door de financiële voordelen weg te nemen.
- Gelijke beloning voor uitzendkrachten en de mensen in dienst.
- Aantrekkelijker maken van arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
- Betere bescherming bieden aan alle ‘contractsvormen’.
- Hoofd bieden aan nieuwe vormen van arbeid en nieuwe “werkgeversvormen”.

Wat doen arbeidsplatforms?
- Arbeidsplatforms bemiddelen tussen vraag en aanbod van werk.
- Ze proberen de toegang tot diensten te verbeteren.
- Bij grote hoeveelheid transacties en tegen lagere kosten. Dit gaat deels ten laste van
werknemers, bijvoorbeeld dat de wachttijd niet wordt doorbetaald.
- En geen ondergeschiktheid? Want door data en ‘nudging’ is dat niet nodig.
o Het platform van Uber wordt gezien als een werkgeverschap.

Digitalisering:
- Kost banen en levert andere op (SER 2016).
- Biedt dus kansen, maar leidt tot onvrede in de samenleving en toename van
ongelijkheid.
- Nu is vooral de middenklasse ‘aan de beurt’.
- Die wordt voor een deel ‘naar beneden gedrukt’.
- SER 10/2016 werkende combinatie. De markt voor persoonlijke dienstverlening is
een omvangrijke en groeiende markt. Te verwachten valt dat de vraag naar deze
diensten ook in Nederland verder zal toenemen.

Deliveroo, Hof Amsterdam:
- Ondergeschikt? Ja want er is sprake van een eenzijdige vaststelling van de
voorwaarden. Daarbij is er onvoldoende feitelijke vrijheid om te weigeren.
- Geen sprake van ondernemerschap.
- Bij Deliveroo was er sprake van een arbeidsovereenkomst. Dat komt door de wijze
waarop wordt gewerkt.

Werkgroep week 1

Casus 1
Als Rick, die leeft van een erfenis, wat door een winkelstraat slentert, ziet hij achter de
toonbank van een antiekwinkel zijn oude bekende Albert staan. Ze praten wat en Albert, die
eigenaar van de winkel blijkt, vraagt of Rick voor hem even de zaken kan waarnemen omdat
hij een boodschap moet doen. Het werk wijst zichzelf: de handelswaar is geprijsd en tegen
die prijs moet de waar worden verkocht. De betalingen, voor zover in baar geld, moeten in de
kassa worden gedaan. De verkopen moeten in een logboek worden opgeschreven. Als
Albert na een uur weer terugkomt, blijkt Rick goede zaken te hebben gedaan, er schuilt
kennelijk een goede verkoper in hem. Albert vraagt of Rick over twee dagen een middag de
winkel wil beheren. Dat spreken ze af en ook die waarneming verloopt naar tevredenheid.
Het waarnemen blijkt voor herhaling vatbaar en zo ontstaat een redelijk vast patroon van
waarnemen door Rick, zonder enige andere afspraak tussen Rik en Albert dan over het
tijdstip van waarnemen. Overigens is het Rick ook al snel duidelijk dat Albert van de winkel
nauwelijks kan leven. De omzet is laag. Albert heeft geen andere middelen van bestaan. Na
zes maanden krijgen Albert en Rick ruzie, waarna Albert Rick meldt dat hij hem “nooit meer
wil zien”. Rick blijkt over de laatste vijf maanden gemiddeld iedere week 12 uur de winkel te
hebben beheerd. Rick vordert in rechte van Albert salaris en tewerkstelling, stellend dat hij
een arbeidsovereenkomst heeft.

,Vraag: Wat vindt u van de stelling van Rick? Om te kijken of er sprake is van een
arbeidsovereenkomst moeten we kijken naar de elementen zoals deze zijn neergelegd in
artikel 7:610 BW:
- Arbeid: Rick beheert de winkel en hij verkoopt zaken.
- Loon: Rick krijgt geen loon en het lijkt meer een vriendendienst.
- Gezag: Tussen Rick en Albert wordt enkel een afspraak gemaakt over wanneer Rick
komt beheren. Daarbij zegt Albert dat Rick een logboek bij moet houden en tegen
welke prijs iets moet worden verkocht.
Nu er geen sprake is van loon, is er niet voldaan aan de drie elementen van artikel 7:610 BW
en is hier geen sprake van een arbeidsovereenkomst. Daar komt bij dat Rick eerder had
moeten aangeven dat hij verwacht dat hij loon krijgt en niet pas na vijf maanden. Maar
wellicht durft Rick niet te beginnen over het loon omdat hij er juist afhankelijk van is. Hoe
langer je wacht, des te meer het lijkt op een vriendendienst. Daarbij lijkt Rick te weten dat
Albert geen geld heeft en hem dus ook niet kan betalen. Het komt dus aan op alle
omstandigheden van het geval. In deze casus blijkt geen sprake te zijn van een
arbeidsovereenkomst.

Casus 2
Laurens sluit op 1 juli 2020 een arbeidscontract met uitzendbureau 'Start nu'. Hij wordt
tewerkgesteld bij scholengemeenschap Curia voor de duur van 2 maanden om een zieke
werknemer te vervangen in de functie van facilitair medewerker. Na 2 maanden is het
arbeidscontract met Start nu verlengd en dat gebeurt vervolgens elke keer na het einde van
een periode van 2 maanden.
In januari 2022 volgt het payrollbedrijf Flexpay uitzendbureau Start nu op. Laurens tekent
een arbeidscontract voor onbepaalde tijd met Flexpay waarin staat dat Flexpay de werkgever
is en Curia de opdrachtgever. Flexpay betaalt het loon. In Laurens' overeenkomst staat dat
de CAO voor Uitzendkrachten van toepassing is.
Laurens heeft nooit contact met Flexpay. Hij krijgt op een dag te veel loon betaald en doet
daarvan per e-mail melding bij Flexpay, maar hoort daar niets op. Wel organiseert Flexpay
jaarlijks een “Werknemersbedankdag” met op het programma een optreden van een
bekende Nederlander. Dit jaar is dat Frans Bauer. Ook Laurens wordt hiervoor uitgenodigd.

Vraag 1: Wie is volgens u de (juridische) werkgever van Laurens en waarom? Geef
argumenten voor Curia en voor Flexpay. Voor welke kiest u en waarom? In deze casus gaat
het over een uitzendovereenkomst ex artikel 7:690 BW. Er moet zijn voldaan aan drie
vereisten:
- Allereerst moet er voldaan zijn aan de allocatiefunctie. Dit houdt in dat er sprake moet
zijn van bijvoorbeeld een uitzendbureau dat in het kader van de uitoefening van het
beroep of bedrijf, werknemers ter beschikking stelt aan een derde. Het gaat om de
leiding en toezicht door een derde. In de casus is gegeven dat ‘Start nu’ een
uitzendbureau is en Flexpay is een payrollbedrijf.
- Daarbij moet de werknemer, Laurens, onder leiding en toezicht staan van de inlener,
namelijk Curia. Hiervoor gelden dezelfde maatstaven die bij de gezagsverhouding
bestaan als bedoeld in artikel 7:610 BW.
o Argumenten voor Curia: Laurens heeft nooit contact met Flexpay en ze
reageren ook niet op zijn mail. De opdrachtgever is Curia.
o Argumenten voor Flexpay: Flexpay betaalt Laurens het loon. Ook heeft
Laurens een arbeidscontract voor onbepaalde tijd getekend met Flexpay.
Daarbij hebben ze elk jaar een ‘Werknemersbedankdag’ waarvoor Laurens
ook is uitgenodigd. Dit geeft voldoende aanleiding om te kunnen concluderen
dat Flexpay de werkgever is gebleven.
- Derde en uitzendbureau hebben een opdrachtovereenkomst ex artikel 7:400 BW.

De soortgelijke vraag of Flexpay als werkgever optreedt van Laurens, staat ook in HR ABN
Amro/ Mahli. Mahli wordt in dit arrest als schoonmaker te werk gesteld bij ABN Amro en ABN

,Amro stelt voor dat de schoonmaker achter de computer gaat. De betaling gaat via ‘De
Gast’. Mahli is ooit begonnen als uitzendkracht, maar hij vond dat hij werknemer was
‘geworden’ van ABN Amro. De HR (r.o. 3.4) overweegt dat de rechtszekerheid zich er tegen
verzet om de uitzendovereenkomst geruisloos om te zetten in een arbeidsovereenkomst. De
uitzendovereenkomst past namelijk in deze situatie. Voor beide partijen is het niet duidelijk
op welk moment dit is vertrokken.

Vraag 2: Stel, de afgelopen maand heeft Laurens geen loon ontvangen van Flexpay. Wie
kan Laurens aanspreken? Op grond van artikel 7:616 BW is Flexpay als werkgever verplicht
om het loon aan Laurens te betalen. Daarbij is de opdrachtgever, in dit geval Curia,
hoofdelijk aansprakelijk om de verschuldigde beloning aan Laurens te voldoen ex artikel
7:616a lid 1 BW. Dit is om te voorkomen dat werkgevers zich verschuilen achter een
rechtspersoon (artikel 7:616b BW).

Casus 3
Peter Vlakschaaf rondde in april 2022 zijn studie mechanics & engineering af en schreef zich
begin mei in bij Engineering Recruitment & Consultancy (Engineering), een bureau voor
technici in de offshore-industrie. Begin juni 2022 ontstaat een tijdelijke vacature bij EXC
Installation (EXC). In verband met een uitvallende machine op een boorplatform heeft EXC
een storingsoplosser nodig. Peter sluit een arbeidsovereenkomst met Engineering waarin is
opgenomen dat deze wordt aangegaan "voor de duur van de storing, naar verwachting twee
maanden." In de arbeidsovereenkomst wordt de functie van Peter omschreven als “Rotating
Equipment Technician”. Het overeengekomen salaris bedraagt € 2.877 bruto op
maandbasis. In de arbeidsovereenkomst is een proeftijd van een maand opgenomen.

Vraag: Is tussen Peter en Engineering sprake van een uitzendovereenkomst? Waar hangt
dat naar uw mening van af? Bij een uitzendovereenkomst gaat het om het tegen vergoeding
ter beschikking stellen van arbeidskrachten aan een derde. De definitie is neergelegd in
artikel 7:690 BW. Er zijn hier drie partijen betrokken. Dit is de werknemer, de inlener en de
uitlener. De werknemer is Peter, de uitlener is Engineering en de inlener is EXC.
- Allereerst moet er voldaan zijn aan de allocatiefunctie. Dit houdt in dat er sprake moet
zijn van bijvoorbeeld een uitzendbureau dat in het kader van de uitoefening van het
beroep of bedrijf, werknemers ter beschikking stelt aan een derde. De vraag is in
deze casus of Engineering een uitzendbureau is en daadwerkelijk als taak heeft om
personeel ter beschikking te stellen. De casus geeft hier geen informatie over.
- Een tweede voorwaarde dat geldt voor een uitzendovereenkomst is dat de
werknemer onder leiding en toezicht staat van de inlener, de derde. In deze casus is
het de vraag of EXC leiding geeft aan Peter. De casus zegt er niet veel over, maar ik
neem aan dat EXC instructies zal geven omtrent de kapotte machine.
- Daarbij bestaat er een arbeidsovereenkomst tussen de werknemer, Peter, en de
werkgever, Engineering ex artikel 7:610 BW. Om van een uitzendovereenkomst ex
artikel 7:690 BW te kunnen spreken, moet er zijn voldaan aan de algemene criteria
van artikel 7:610 BW. Er is hier salaris overeengekomen, dus er is sprake van loon.
Daarnaast wordt er arbeid verricht, want Peter gaat aan de kapotte machine werken.
Tot slot is het bij een uitzendovereenkomst het geval dat de werkgever een
toekomend gezagsrecht heeft, waarvan de feitelijke uitoefening wordt overgelaten
aan een derde. EXC zal hier dus de feitelijke leiding hebben over Peter.
- Tussen de uitlener en inlener moet sprake zijn van een overeenkomst van opdracht
ex artikel 7:400 BW.

Als er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst, dan geldt artikel 7:691 BW niet. De
ketenregeling geldt in dat geval gedurende de eerste zes maanden niet. Daarbij volgt uit lid 2
dat een uitzendwerkgever kan bedingen om de arbeidsovereenkomst op te zeggen.

Casus 4

, Leonie is een pakketbezorger bij Postal Delivery Network (hierna: PDN). Tijdens haar
werkzaamheden is ze verplicht te werken met een apparaat genaamd XIE-J dat haar
instructies geeft en haar prestaties in de gaten houdt. Zij diende dit apparaat (t.w.v. € 800,-)
zelf aan te schaffen, net als haar bestelbus. Ze hoeft geen PDN-uniform te dragen of spullen
te gebruiken met het PDN logo erop. De pakketjes moeten iedere dag bezorgd worden
tussen 07:30 en 21:00 uur, maar het staat Leonie vrij zelf te beslissen op welk moment van
de dag zij de pakketjes bezorgt of welke route zij rijdt.
Leonie zou graag wat meer tijd met haar gezin willen doorbrengen. Om die reden benadert
ze PDN met de vraag of ze een week (doorbetaalde) vakantie zou mogen opnemen. Ze krijgt
te horen dat het haar krachtens haar contract altijd vrij staat opdrachten te weigeren, zodat
ze een paar dagen niet hoeft te werken. Deze dagen zijn dan echter niet uitbetaald, daar zij
geen arbeidsovereenkomst heeft en dus geen recht heeft op betaalde vrije dagen. Zij heeft
namelijk, gezien de titel van haar overeenkomst een ‘overeenkomst van opdracht’ gesloten.
Leonie brengt daar tegenin dat zij de inkomsten niet kan missen; de beloning per afgeleverd
pakketje is immers niet onderhandelbaar en is zo weinig dat zij nog steeds moeite heeft met
het afbetalen van haar bestelbus en XIE-J apparaat. PDN heeft een alternatieve oplossing
en wijst Leonie op de vervangingsclausule in haar contract. Het staat haar vrij vervangers te
regelen, mits die vervangers vooraf zijn gemeld bij PDN (ze hoeven niet uit de pool van PDN
te komen), dezelfde basisskills hebben als Leonie en tijdens hun werkzaamheden
gebruikmaken van een XIE-J apparaat. Leonie kan de vervanger een lagere beloning
betalen dan dat zij zelf krijgt, zodat ze toch nog geld ontvangt tijdens haar vrije periode voor
de arbeid verricht door de vervanger. Leonie heeft nog nooit een vervanger ingeschakeld en
voelt niet veel voor deze oplossing.

Vraag: Als Leonie u vraagt wat ze het best kan doen, wat raadt u haar dan aan? Om te
kijken of er sprake is van een arbeidsovereenkomst moeten we kijken naar de elementen
zoals deze zijn neergelegd in artikel 7:610 BW:
- Arbeid: Leonie verricht werkzaamheden, namelijk het bezorgen van pakketjes.
- Loon: Leonie krijgt loon per afgeleverd pakketje.
- Gezag: Leonie moet een apparaat kopen dat haar instructies geeft en haar prestaties
in de gaten houdt. Het lijkt erop dat de werkgever geen gezag uitoefent door dit
apparaat. Het staat Leonie vrij om te kiezen wanneer ze de pakketjes bezorgd en
welke route ze rijdt. In deze casus volgt dat er een vervangingsclausule in haar
contract staat. Leonie mag vervangers regelen, maar daar zitten wel voorwaarden
aan verbonden. Dit moet ze namelijk melden, de vervanger moet dezelfde basisskills
hebben en ze moeten ook gebruiken maken van een bepaald apparaat.
- Uber en Deliveroo: Uit deze zaken blijkt dat werkgevers hun gezag ook kunnen
uitoefenen door een systeem. Door middel van een systeem verstrek je alsnog
opdrachten.
o Bij Deliveroo hadden de bezorgers weliswaar een grote vrijheid ten aanzien
van het verrichten van de arbeid, toch was er sprake van een
arbeidsovereenkomst. De overige elementen zagen op de wijze van
loonbetaling, het uitgeoefende gezag en de zekere tijd. Bij de Deliveroo-zaak
werd er gebruik gemaakt van een SSB-systeem, waardoor Deliveroo een
grote mate van invloed mogelijk maakte op de werkwijze van de bezorgers.
o Ook bij Uber wordt gewerkt met de Uberapp. Uber bepaalt eenzijdig de
voorwaarden en de chauffeurs moeten deze voorwaarden eerst accepteren
voordat ze mogen rijden. De app bepaalt welke chauffeur een rit krijgt
aangeboden. Uber stelt de tarieven daarbij zelf vast. Ook krijgen de
chauffeurs een rating op de app wat van groot belang kan zijn van de
voortzetting van hun werkzaamheden. Al met al leidt het systeem van Uber
ertoe dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Uit de Deliveroo-zaak volgen ook enkele overige omstandigheden die voor de aanwezigheid
van een arbeidsovereenkomst pleiten. Zo volgt hier dat Leonie erg weinig vergoeding krijgt

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iristaling. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.06  20x  sold
  • (0)
  Add to cart