Samenvatting Alle leerdoelen uitgewerkt van afpf blok 2 'samenleving'
2 views 0 purchase
Course
Gezondheid & Samenleving (GVE1.KT1220)
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
Alle leerdoelen zijn uitgewerkt voor AFPF blok 2 "samenleving". Aan de hand van deze samenvatting heb ik altijd een 8+ weten te halen voor mijn kennistoetsen.
AFPF BLOK 2
Casus 1
De structuur en functies beschrijven van arteriën, venen en capillairen
en de verschillen samenvatten tussen deze verschillende soorten
bloedvaten.
o Functie Arterien vervoeren bloed vanuit het hart
o Structuur arterien de wand bestaat uit drie weefsellagen;
- Tunica adventitia (buitenlaag van bindweefsel)
- Tunica media (middenlaag van glad spierweefsel en elastisch
weefsel)
- Tunica intima (binnenlaag van plaveiselepitheel genaamd
endotheel)
De systemische bloeddruk wordt bepald door de weerstand
van deze kleine slagaderen tgen de bleodstroom, deze kleine
slagaderen heten daarom ook weerstandsvaten.
o Funtie venen vervoeren bloed onder lage druk terug naar het hart
o Structuur venen de wand bestaat uit drie dunne weefsellagen;
- Tunica adventitia (buitenlaag van bindweefsel)
- Tunica media (middenlaag van glad spierweefsel en elastisch
weefsel)
- Tunica intima (binnenlaag van plaveiselepitheel genaamd
endotheel)
De venen hebben kleppen die voorkomen dat het bloed terug
stroomt. Er zijn vooral veel kleppen waar het bloed nog een
lange afstand moet afleggen tegen de zwaarte kracht in.
Venen heten capaciteitsvaten omdat ze rekbaar zijn en dus
een groot deel van de bloedvoorraad kunnen bevatten
o Functie capillairen de kleinste arteriolen en venulen vertakken zich
tot vaten, haarvaten of capillairen.
o Structuur capillairen de wand bestaat uit;
- Een laag endotheelcellen op een dun membraan (waardoor water-
en andere kleine moleculen passeren. Bloedcellen en grote
moleculendringen niet door de capillaire wand)
o Verschil:
- De arterien hebben een dikkere wand dan de venen, zodat zij de
hoge druk van arterieel bloed kunnen verdragen.
- De venen hebben een dunnere wand, dus vallen bij een snijwond
dicht en stroomt er langzaam bloed uit. De arterien blijven hierbij wel
open liggen en dus spuit er onder hoge druk bloed uit.
, De belangrijkste factoren benoemen die de diameter van bloedvaten
reguleren.
o De gladde spierweefsels in de tunica media worden opgewekt door
zenuwen van het autonoom zenuwstelsel. Deze zenuwen ontstaan aan
het vasomotorisch centrum in de medulla oblongata en veranderen de
diameter van de bloedvaten. (vooral arteriolen)
o De diameten van de grote slagaders zoals de aorta, bevatten
voornamelijk elastische weefsels zodat ze op passieve wijze uitzetten
en samentrekken.
De mechanismen verklaren waarmee de uitwisseling van voedingsstoffen,
gassen en afvalproducten tussen het bloed en de weefsels plaatsvindt.
o .
Uitleggen welk effect de hydrostatische en osmotische druk hebben op
de waterverplaatsing tussen capillairen en weefsels.
o De twee krachten die de algehele vochtbeweging door de capillaire
wand bepalen zijn;
- Hydrostatische druk (bleoddruk, die vocht uit de bloedbaan perst)
- Osmotische druk (van het bleod, die vocht aantrekt en in stand
gehouden wordt door de aanwezige plasma-eiwitten, in het
bijzonder albumine)
o In het arteriele uiteinde van een capillair is de hydrostatische druk
hoger dan de osmotische druk. Hierdoor wordt er per saldo dus vocht
uit het capilair de weefselruimte in gedrukt
o In het veneuze uiteinde van een capillair is de bloedstroom juist lager,
de hydrostatische druk is gedaald. De osmotische druk is gelijk
gebleven maar door de daling van de hydrostatische druk is t hoger. En
dus stroomt er vocht terug de capillair in.
, De structuur van het hart en de positie ervan in de thorax beschrijven.
o Het hart is een kegelvormig, hol en een gespierd orgaan
o Het hart ligt in de thoraxholte in het mediastium
o Het ligt schuin, iets links van het midden, en bestaat uit een basis aan
de bovenkant en een apex (hartpunt) aan de onderkant.
o Organen rond het hart;
- Inferior de apex rust op het centrum tendineum van het
diafragma
- Superior de grote bleodvaten, met name de aorta, vena cava
superior, truncun pulmonalis en de venae pulmonalis
- Posterior de oesophagus trachea, linker en rechter stambrochus,
aorta descendens, vena cava inferior en thoracale wervels
- Lateraar de longen; de linkerlong overlapt de linkerkant van het
hart
- Anterior het sternum, de ribben en de intercostale
, o Structuur van de hartwand de wand bestaat uit drie lagen;
- Pericard
> Bestaat uit zakjes;
Buitenste zakje bestaat uit stevig bindweefsel
(pericardium fibrosum) (bindweefsel en niet-elastische
samenstelling)
Binnenste zakje bestaat uit een dubbelbladige sereuze
laag (pericardium serosum) (platte epitheelcellen)
- Myocard
> Bestaat uit gespecialiseerd dwarsgestreept hartspierweefsel
(komt alleen voor in het hart)
> Het heeft strepen zoals de skeletspieren maar staat niet
onder invloed van het willekeurig zenuwstelsel
> Het myocard wordt ondersteund door een netwerk van kleine
vezels in de hele hartspier. Dit is het fibreus skelet van het
hart.
- Endocard
> Dun, glad membraan bedekt de kamers en kleppen van het
harten maakt een soepele doorstroming van bloed mogelijk
> Platte endotheelcellen
o Structuur van de binnenkant;
- Het hart wordt verdeeld in een linker- en rechterhelft door een
septum een tussenschot van myocard dat met endocart is
bedekt.
- Het interatriale septum sluit zich na de geboorte, hierdoor kan het
bloed niet langer van de ene helft naar de andere helft
- Elke harthelft wordt door een atrioventriculaire klep (bestaat uit
dubbele endocardplooien, versterkt door fibreus weefsel) verdeeld
in het bovenste atrium (boezem) en de ventrikel (kamer) eronder
> De kleppen sluiten en openen passief door druk verschil
> Rechter klep tricuspidalisklep
> Linker klep mitralisklep
> Chordae tendineae peesdraden die voorkomen dat de
kleppen doorbuigen naar boven, het atrium in
> Musculi papillares spierige uitstulpingen waar de chordae
tendineae aan vast zit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller miloudikkerboom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.79. You're not tied to anything after your purchase.