Gezondheid, Samenleving & Organisatie van Zorg (GVE1.KT12320)
Summary
Samenvatting Uitgewerkte leerdoelen AFPF blok 3 'organisatie van zorg'
1 view 0 purchase
Course
Gezondheid, Samenleving & Organisatie van Zorg (GVE1.KT12320)
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
Alle leerdoelen zijn uitgewerkt voor AFPF blok 3 "Organisatie van zorg". Aan de hand van deze samenvatting heb ik altijd een 8+ weten te halen voor mijn kennistoetsen.
Gezondheid, Samenleving & Organisatie van Zorg (GVE1.KT12320)
All documents for this subject (15)
Seller
Follow
miloudikkerboom
Content preview
AFPF BLOK 3
Casus 1
De fysiologie van de reuk samenvatten.
o De neus is het reukorgaan (olfactie). Gespecialiseerde receptoren dei
geur opvangen zitten in het dak van de neus in het gebied van de
lamina cribrosa en de bovenste corchae. Deze receptoren worden
gestimuleerd via door de lucht vervoerde geur. De hieruit
voortvloeiende zenuwsignalen worden door de twee nervi olfactorii naar
de hersenen gestuurd. Zodra de zenuwimpulsen daar zijn aangekomen
worden ze als geur ervaren.
De structuur van de trachea beschrijven en koppelen aan de functies van
de trachea.
o De structuur van de trachea is;
- De trachea (luchtpijp) is een verlengstuk van de larynx en loopt
verder naar beneden tot ongeveer de hoogte van de vijfde
rugwervel, hier wordt ie opgesplitst in een rechter en linker primaire
bronchus (een naar elke long)
- De wand bestaat uit drie weefsellagen en wordt opengehouden door
kraakbeenringen. Het kraakbeen is omgeven door gladspierweefsel
en bindweefsel. In totaal zijn er drie weefsellagen;
Buitenste laag fibreus en elastisch weefsel
Middelste laag kraakbeen en gladde spieren
Binnenste laag ciliderepitheel met trilharen
o De functies van de trachea zijn;
- Ondersteuning en doorgankelijkheid
De structuur van kraakbeen en elastisch weefsel zorgt ervoor
dat de luchtweg niet knikt of blokeert als het hoofd en de nek
bewegen. Het kraakbeen voorkomt dat de trachea inzakt als
de druk erbinnen lager is dan de intrathoracale druk,
bijvoorbeeld aan het eind van een geforceerde adem
- Mucociliair transport
Dit is het synchroon en regelmatig bewegen van de trilharen
van het slijmvlies dat slijm met aanhangende deeltjes
omhoog naar de larynx drijft, waar het wordt doorgeslikt of
opgehoest
- Hoestreflex
Zenuwuiteinden in de larynx, trachea en broncien zijn
gevoelig voor irritatie. De buik-en ademhalingspieren
spannen aan en dan wordt de lucht plotseling onder druk
losgelaten waardoor slijm en lichaamsvreemd materiaal uit
de mond gedreven worden.
- Opwarming, bevochteging en filtering
Het in de neus begonnen proces gaat door, gewoonlijk al
verzadigd en inmiddels op lichaamstempratuur als zij de
trachea bereikt
, De structuur en veranderende functies van de diverse niveaus van de
luchtweg uitleggen.
o
De locatie en globale anatomie van de longen beschrijven.
o Er zijn twee longen, elk aan een zijde van de middenlijn van de
borstholte. Dit bestaat uit een top, een basis, een costaal oppervlak en
een mediaal oppervlak.
o Het mediale oppervlak van elke long ligt direct tegenover de andere,
aan de overkant van de ruimte tussen de longen, de mediastinum. Ze
zijn allebei hol en nemen een ruwweg driehoekig gebied in dat de
longpoort (hilus) heet.
- De primaire bronchus, de arteria pulmonalis die de long van bloed
voorziet, de twee venae pulmonalis die zorgen voor de afvoer, de
arteriae en venae brochiales, lymfevaten en zenuwen komen naar
binnen en verlaten de longen via de hilus.
o De rechterlong is onderverdeel in drie kwabben (bovenste, middelste
en onderste). De linkerlong is kleiner omdat het hart ruimte links van de
middenlijn inneemt, hierom heeft de linkerlong maar twee kwabben
(onderste en bovenste). De afscheiding tussen de kwabben heten
fissuren.
De functies van de pleura beschrijven.
o De pleura is een gesloten zak van sereus membraam (een voor elke
long) die een kleine hoeveelheid sereuze vloeistof bevat. De long wordt
in deze zak geduwd en op deze manier omgeven door twee lagen: een
die aan de long vastzit en een aan de wand van de borstholte.
- De pleura visceralis of pulmonalis
Deze bekleedt de long en bedekt elke kwab
- De pleura parientalis
Deze bekleed de binnenkant van de borstwand en het
thoracale oppervlak van het diafragma
, - De pleuraholte
Dit is een potentiele ruimte en bevat geen lucht. De twee
lagen worden gescheiden door een dun laagje sereuze
vloeistof (pleurale vloeistof), zodat ze over elkaar heen
kunnen glijden en er geen wrijving onstaat tijdens de
ademhaling
De pulmonale bloedtoevoer beschrijven.
o De truncus pulmonalis splitst zich in een rechter en een linker arteria
pulmonalis, die gedeoxygeneerd bloed naar elke long vervoert.
Eenmaal in de longen splitst iedere longslagader zich in vele takjes, die
uiteindelijk eindigen in een dicht netwerk van capillairen rond de alveoli.
De wanden en haarvaten bestaan elk uit een laag afgeplatte
epitheelcellen. De uitwisseling van gassen tussen lucht in de alveoli en
bloed in de capillairen vindt plaats via deze twee cellen, die allebei een
zeer dunne basale membraan hebben.
o De longcapillairen komen samen in een netwerk van pulmonaire
venulen, die op hun beurt twee longvenen vormen en geoxideerd bloed
van iedere long naar de linkerboezem van het hart terugvoeren.
De mechanische gebeurtenissen beschrijven en vergelijken die
plaatsvinden tijdens inspiratie en expiratie.
o De gemiddelde ademfrequentie is 12-15 ademhalingen per minuut.
Elke ademhaling bestaat uit drie fases; inspiratie, expiratie en pauze.
o Inspiratie
- Door gelijktijdige aanspanning van de externe tussenribspieren en
het diafragma wordt de borstkas vergroot. Aangezien de pariëtale
pleura stevig aan het diafragma en de binnenkant van de ribbenkast
vastzit wordt hij dus ook naar buiten getrokken. Dit trekt ook de
pleura visceralis naar buiten, aangezien de twee pleura
samengehouden worden door het dunne laagje pleurale vloeistof.
Ook het longweefsel wordt naar boven en buiten getrokken samen
met de ribben en naar beneden samen met het diafragma
- Dit zorgt ervoor dat de longen worden vergroot en de druk binnenin
de alveoli en de luchtwegen daalt, hierdoor stroomt er lucht naar
binnen om het te stabiliseren.
- Dit is een actief proces
o Expiratie
- Ontspanning van de externe tussenribspieren en het diafragma. Dit
resulteert in een neerwaartse en inwaartse beweging van de
ribbenkast en het elastisch terugveren van de longen. Terwijl dit
gebeurt, stijgt de druk in de longen en wordt de lucht uit de longen
geduwd.
- Dit is een passief proces
, Den definitie geven van de termen compliantie, elasticiteit en
luchtwegweerstand.
o Compliantie
- De uitzetbaarheid van de longen, dit wil zeggen de inspanning die
nodig is om de alveoli op te blazen. Als de rekbaarheid (compliant)
gering is, is er meer inspanning nodig om de longen op te blazen.
o Elasticiteit
- Is het vermogen van de long om na elke ademhaling weer zijn
oorspronkelijke vorm aan te nemen. Dit neemt af wanneer het
bindweefsel in de longen zijn elasticiteit verliest.
o Luchtwegweerstand
- Als dit toeneemt, is er meer ademinspanning nodig om de longen te
vullen.
De voornaamste longvolumes en longcapaciteiten beschrijven
o Terugvolume (TV)
- De hoeveelheid lucht die in de longen stroomt tijdens iedere
ademhalingscyclus (ong. 500 mL in rust)
o Inspiratoir reservevolume (IRV)
- Dit is de extra hoeveelheid die tijdens maximale inspiratie door de
longen opgenomen kan worden
o Inspiratoir longcapiciteit (IC)
- Dit is de hoeveelheid lucht die tijdens maximale inspanning
ingeademd kan worden (TV + IRV)
o Funtionele residuale capiciteit (FRC)
- Dit is de hoeveelheid lucht die aan het einde van een rustige
expiratie achterblijft in de luchtwegen en de alveoli
o Expiratoir reservevolume (ERV)
- Dit is de grootste hoeveelheid lucht die uit de longen gedreven kan
worden tijdens maximale expiratie
o Residuaal volume (RV)
- De hoeveelheid lucht die achterblijft in de longen na een
gedwongen expiratie
o Vitale longcapaciteit (VC)
- Maximale hoeveelheid wat in en uit de longen kan stromen
(ademvolume + IRV + ERV)
o Totale longcapaciteit (TLC)
- Dit is de maximale hoeveelheid lucht dat de longen kunnen bevatten
(ca. 6 liter)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller miloudikkerboom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.74. You're not tied to anything after your purchase.