Dr. m.e.m. van doorn & &tab;dr. d. smeijers
All classes
Subjects
angststoornis
ptss
acuut stress systeem
autisme
hyper arousal
joint attention
stemmingsstoornis
theory of mind
psychotische stoornis
gedragsproblematiek
adhd
netwerk anal
ontwikkelingspsychopathologie
Written for
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Pedagogische Wetenschappen
Sociale en emotionele problemen (SOWPWB2290)
All documents for this subject (17)
Seller
Follow
miloubussing
Content preview
Sociaal-emotionele problemen – Hoorcollege I
Introductie
Afwijkend gedrag
Gedrag is afwijkend als het op een bepaald moment:
wel vertoond wordt, terwijl het niet in overeenstemming is met wat volgens onze
opvattingen gemiddeld en idealiter bij die ontwikkelingsfase en de daarbij behorende
ontwikkelingstaken behoort
OF
niet vertoond wordt, terwijl dat volgens diezelfde opvattingen en/of ontwikkelingsfase
wél zou moeten
wanneer gedrag wel of niet als afwijkend wordt beschouwd, hangt af van
verschillende factoren:
- Tijdsperiode wat we vroeger als normaal gedrag beschouwden, beschouwen
we nu als afwijkend gedrag, en andersom
- Cultuur
Gedrag als stoornis
Gedrag is een stoornis als het afwijkend gedrag is dat:
- Langdurig en niet meer situatie gebonden persisteert (=aanhoudt)
- De overgang naar nieuwe ontwikkelingsfasen en –taken blokkeert
- Voor de persoon en zijn/haar omgeving aanzienlijk lijden oplevert
- Meestal in bepaalde combinaties van gedragingen/symptomen voorkomt en in
andere niet
Ontwikkelingspsychopathologie
- Verband tussen ontwikkeling en psychopathologie
- wanneer gaat niet-pathologie over in pathologie? wanneer slaat niet-
afwijkend gedrag om in wel afwijkend gedrag
- men kan bewegen tussen pathologisch en niet-pathologisch
- Verband tussen een vroege stoornis met de latere ontwikkeling
- Verband tussen een gebeurtenis in de vroege ontwikkeling met een latere
stoornis
- Verband tussen een vroege stoornis met een latere stoornis
- Effect van een stoornis op het verloop van de huidige ontwikkeling
- Effect van ontwikkeling op de uitingsvorm van een stoornis
1
, - Niet enkel kijkend naar het afwijkende gedrag, maar ook kijkend naar het niet-
afwijkende en dus normale gedrag hoe beter je de normale ontwikkeling
begrijpt, hoe beter je begrijpt wanneer er sprake is van afwijkende ontwikkeling,
en andersom
Epidemiologie
Centrale vraag: hoeveel kinderen/individuen in de populatie hebben deze problemen?
↳ Prevalentie: bestaande gevallen met een bepaald ziektebeeld in een bepaalde
periode
- Jaarlijkse prevalentie stoornissen: 5%
- 36.7% van de kinderen onder de 16 jaar voldoen aan criteria voor diagnose
- Meer dan 75% van volwassenen met diagnose had al een diagnose in de
kindertijd
Kijkend naar:
- Incidentie: aantal nieuwe gevallen
- Verhouding jongens-meisjes
- Verdeling over levensloop welke verschillen zien we tussen de verschillende
leeftijdsfasen?
- Beginleeftijd
Etiologie
Etiologie factoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van afwijkend gedrag:
Predisponerende factoren kunnen een kind vatbaar maken
↳ IQ, temperament, hechting, problemen in het gezin, pathologie van de ouders
etc.
In standhoudende factoren kunnen psychologische problemen in
standhouden
↳ (sociale) omgeving van het kind, (zorg)systeem, sociale netwerk, gezin
specifieke factoren, behandelsysteem (hoe vormgegeven en mate van steun)
etc.
Uitlokkende factoren factoren voorafgaand aan psychologische problemen
↳ Traumatische gebeurtenissen etc.
↳ Tussen al deze factoren is overlap rol van een factor verschilt per context en
individu
Anderzijds zijn er ook een rol spelen die de ontwikkeling van afwijkend gedrag
remmen/voorkomen:
Beschermende factoren
- Kunnen de ontwikkeling van psychologische problemen voorkomen
- Kunnen het effect van risicofactoren verminderen
- Karakteriseren kinderen met veerkracht (resilience) vaak ook veel
beschermende factoren aanwezig
2
,Van belang:
- Je kan zelden spreken van causaliteit, ondanks dat factoren een rol spelen bij
het wel/niet ontwikkeling van afwijkend gedrag (psychopathologie)
- Je kan zelden 1 factor verantwoordelijk houden voor de ontwikkeling van
afwijkend gedrag complex samenspel / interactie tussen meerdere factoren
↳ echter kunnen de factoren onderling wel verschillen in de mate waarin ze een
rol spelen de ene factor speelt een grotere rol dan de ander
- Het is altijd een interactie tussen het individu en de omgeving kun je nooit los
zien van elkaar
Classificeren van probleemgedrag
Classificeren van probleemgedrag begint o.a. door naar het symptoomniveau te kijken
↳ Symptoom= de kleinst beschrijfbare onderzoekseenheid in de
geneeskunde/psychopathologie en te beschouwen als ziekteteken:
- Hoofdsymptomen= deze hebben voor de diagnose een directe oriënterende
functie
- Bijsymptomen= maken het beeld van de stoornis volledig zonder uit zichzelf
direct richtinggevend te zijn voor de diagnose
Syndroom= een groep van (dikwijls) tezamen optredende symptomen
Stoornis= afwijkend gedrag, langdurig, niet situatie gebonden, klinisch
significant lijden, belemmering op sociale, beroepsmatige of andere belangrijke
levensgebieden en meestal in bepaalde combinaties van
gedragingen/symptomen
Doel van classificeren:
- Het faciliteert expert kennis + ontwikkeling van epidemiologische informatie
- Efficiëntie geeft een samenvatting
- Bevordert communicatie tussen professionals onderzoek doen naar vanuit
verklarings- en behandeling theorieën in de wetenschappelijke literatuur
opzetten van een evidence-based behandeling
↳ Sluit daardoor ook gelijk beter aan bij wetenschappelijke literatuur
Van belang:
- Classificeren is niet hetzelfde als diagnosticeren classificeren is het checken
van criteria: voldoet iemand aan de criteria van een stoornis
3
, - Doel: clinici ondersteunen bij het classificeren als onderdeel van een
diagnostische beschrijving die moet leiden tot een individu gericht behandelplan
vormt samen de diagnose
↳ Classificatie is dus een onderdeel van diagnose
- Classificatie is geen verklaring voor gedrag iemand is niet somber, omdat die
een depressieve stoornis heeft, maar omdat die persoon heel veel negatieve
gebeurtenissen heeft meegemaakt
Classificeren van probleemgedrag kan middels:
Categoriaal
- DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders)
meest gebruikt in Nederland
- ICD-10 (International Classification of Diseases)
- DC 0-3R (Diagnostic Classification 0-3)
Dimensioneel
- Aseba schalen (Achenbach’s System for Empirically Based Assessment)
- SDQ (Strengths and Difficulties Questionnaire)
- RDoC (Research Domain Criteria)
Systeembenadering
DSM-5
Opgebouwd in verschillende assen:
AS I: Klinische stoornis stoornissen van voorbijgaande aard
AS II: Persoonlijkheidsstoornissen + zwakzinnigheid stoornissen van niet
voorbijgaande aard
AS III: Somatische aandoeningen
AS IV: Psychosociale + omgevingsproblemen
AS V: Algehele beoordeling van het functioneren uitgedrukt in een GAF-score; hoe
hoger iemand scoort, hoe beter iemand functioneert
↳ De vijf assen geven samen een totaalbeeld van de situatie van een individu en het
niveau van functioneren
DSM-5 classificatie op basis van:
- Klinische blik
- Semi-gestructureerde interviews uitvragen van criteria per stoornis, bestaat
zowel voor AS I als AS II
- Observaties
- Meerdere bronnen kind, ouder, school
etc.
De context / het systeem
Binnen de ontwikkelingspsychopathologie:
Individuen en hun gedrag kunnen niet los worden
gezien van de context waarin zij zich
ontwikkelen
4
,↳ Sprake van samenspel tussen kind karakteristieken, familie factoren, het
professionele netwerk en het behandelsysteem
↳ effect van de behandeling hangt ook af van de omgeving
Bestudeer daarom:
- De geschiedenis van het individu
- De relationele context (ouders, peers)
- De schoolcontext, buurt, cultuur ect Ecologische systeem theorie -
Stemming Bronfenbrenner
Stemming is onderdeel van ons allemaal natuurlijke variatie:
- Per dag
- Per leeftijdsfase
Manier om stemming te onderzoeken: Experience sampling method (ESM) manier
waarop je variatie in stemming in kaart kan brengen
↳ werkt vaak a.d.h.v. een app die deelnemers op hun telefoon hebben staan a.d.h.v.
meerdere reminders per dag vullen zij een vragenlijst in die de stemming van de
deelnemer bepaald op het moment van afname
Stemming is afwijkend als:
- het context onafhankelijk is
- het kwantitatieve of kwalitatieve norm overschrijdt
- het disproportioneel is
- het onderscheiden kan worden van een emotie
- er sprake is van toename van ernst over verloop van tijd
- het andere terreinen verstoort: denken, gedrag dus het gedrag verstoort
functioneren
- het niet te beïnvloeden is machteloosheid, waardeloosheid en hopeloosheid
m.b.t. bijv. de toekomst
↳ Van belang om naar de context te kijken er zijn bijv. ook bepaalde contexten
waarin een afwijkende stemming juist normaal is, zoals in een periode van rouw
- Depressieve stoornis door een: middel/medicatie, somatische aandoening
geïnitieerd door een middel of medische aandoening
5
, Stoornis voldoet wel aan de kenmerken, maar niet passend bij de andere categorieën:
- Andere gespecificeerde depressieve stoornis
- Ongespecificeerde depressieve stoornis
↳ Over het algemeen worden depressieve stoornissen gekenmerkt door een sombere
stemming
Bipolaire stoornissen, ook wel manisch depressief:
- Bipolaire-I-stoornis
- Bipolaire-II-stoornis
- Cyclothyme stoornis
- Bipolaire stoornis door een: middel/medicatie, somatische aandoening
- Andere gespecificeerde bipolaire stoornis
- Ongespecificeerde bipolaire stemmingsstoornis
↳ over het algemeen worden bipolaire stoornissen gekenmerkt door sombere
stemmingen wisselen zich af met manische/hypo manische stemmingen
Prevalentie
Samen met angststoornissen komen stemmingsstoornissen het meeste voor
Depressie (en angst) NJI + CBS, 2020):
- ± 4% van de jongeren tussen 12 – 18 jaar
- ± 7% van de jongeren tussen 16 – 20 jaar
- ± 9% van jongvolwassenen tussen 18 – 35 jaar
Stemming leeftijd & geslacht
Toename van stemmingsproblematiek met de leeftijd:
- Vanaf 9 jaar betrouwbaar rapporteren over interne ervaringen (gevoelens etc.)
- Meer negatieve attributies door:
- Relatie tussen falen en ontmoediging sterker
- Vergelijking tussen jezelf en anderen concreet operationeel denken 7-
11 jaar
- Verwerven van objectconstantie
- Eind basisschool: besef dat dood permanent is
Meisjes/vrouwen kampen meer met stemmingsproblemen dan jongens/mannen:
- Hormonaal:
- bij meisjes meer behoefte aan verbondenheid
- toename kwetsbaarheid voor verstoringen in interpersoonlijke relaties
- Fysiek:
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller miloubussing. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.