100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting college 3 Externe Verslaggeving $8.15   Add to cart

Summary

Samenvatting college 3 Externe Verslaggeving

 25 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Betreft een samenvatting van het vak externe verslaggeving van de Master Accountancy aan de Nyenrode Business Universiteit. Geschreven op basis van het handboek externe verslaggeving van EY 2023. Betreft college 3: Financiële instrumenten in de jaarrekening: (de)recognition, measurement, presentat...

[Show more]

Preview 4 out of 34  pages

  • No
  • Hoofdstuk 30
  • September 7, 2023
  • 34
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Financiële instrumenten in de jaarrekening: (de)recognition, measurement, presentation,
disclosure en hedging (IFRS en belangrijkste verschillen met Dutch-GAAP)

RJ 290 – Financiële instrumenten

Financiële instrumenten omvatten zowel primaire instrumenten zoals vorderingen, schulden en
aandelen, als afgeleide instrumenten (ook wel derivaten genaamd) zoals financiële opties, futures,
termijncontracten, renteswaps en valutaswaps.

In Richtlijn 940 en IAS 32 is de volgende definitie van een financieel instrument opgenomen:
‘Een financieel instrument is een overeenkomst die leidt tot een financieel actief bij een partij
en een financiële verplichting of een eigen-vermogensinstrument bij een andere partij’.

Opnemen op de balans ‘recognition’ en niet langer opnemen in de balans ‘derecognition’
RJ en IFRS bepalen dat een onderneming een financieel instrument op de balans opneemt zodra zij
partij wordt in de contractuele bepalingen van het financiële instrument.

RJ vermeldt dat een financieel instrument niet langer in de balans dient te worden opgenomen indien
een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of
nagenoeg alle risico’s met betrekking tot de positie aan een derde zijn overgedragen.

Daarnaast zijn in Richtlijn enkele algemene criteria opgenomen als uitwerking van het economische
realiteitsbeginsel. RJ bepaalt dat een op de balans opgenomen actief of post van het vreemd
vermogen (passief) op de balans dient te blijven indien een transactie niet leidt tot een belangrijke
verandering in de economische realiteit met betrekking tot dit actief of passief. Bij de beoordeling of
sprake is van een belangrijke verandering in de economische realiteit, dient daarbij te worden
uitgegaan van die economische voordelen en risico’s die zich naar waarschijnlijkheid in de praktijk
zullen voordoen, en niet van voordelen en risico’s waarvan redelijkerwijze niet te verwachten is dat zij
zich zullen voordoen.

IFRS 9 gaat veel gedetailleerder dan de Richtlijnen in op ‘derecognition’ van financiële instrumenten.
In IFRS is een scheiding aangebracht tussen economische voordelen en risico’s (‘risks and rewards’)
en beschikkingsmacht (‘control’). IFRS geeft aan dat de evaluatie van overdracht van ‘risks and
rewards’ voorafgaat aan de evaluatie van overdracht van ‘control’.

Eerst wordt beoordeeld of de deelneming of een zogenoemde SPE (‘special purpose entity’) moet
worden geconsolideerd. Als een financieel actief wordt overgedragen aan een entiteit die moet
worden geconsolideerd, blijft uiteindelijk het financiële actief in de geconsolideerde balans opgenomen
en is ten behoeve van de geconsolideerde jaarrekening een verdere analyse niet relevant. Indien dat
niet zo is, vindt een verdere analyse plaats.

IFRS 9 geeft aan dat bij overdracht van financiële activa dient te worden beoordeeld of de regels voor
‘derecognition’ moeten worden toegepast op een deel of op het geheel van het financieel actief.
Daarna dient te worden beoordeeld of nagenoeg alle risico’s en opbrengsten (economische
voordelen) behouden zijn. Indien nagenoeg alle risico’s en opbrengsten zijn behouden, dienen de
activa niet van de balans te worden gehaald. Indien nagenoeg alle risico’s en opbrengsten zijn
overgedragen worden de activa van de balans gehaald. Indien de risico’s en opbrengsten niet
nagenoeg geheel zijn overgedragen en ook niet nagenoeg geheel zijn behouden, dient te worden
bepaald of beschikkingsmacht (‘control’) is overgedragen. Als beschikkingsmacht is overgedragen
worden de activa van de balans gehaald. Als beschikkingsmacht is behouden, dan worden de activa
op de balans gehouden voor zover de onderneming nog blootstaat aan veranderingen in de waarde
van het actief.

Passiva verdwijnt van de balans als de in het contract vastgelegde verbintenis wordt nagekomen,
wordt ontbonden dan wel afloopt. Ook kan passiva verdwijnen als deze omgezet wordt in eigen
vermogen (‘debt fot equity swap’), de schuldeiser mag hierbij niet tevens aandeelhouder zijn.

,IFRS bevat hiernaast bepalingen over hoe omgegaan dient te worden met vervanging van de ene
verplichting door de andere. Onder IFRS dient de verplichting niet langer opgenomen te worden indien
de voorwaarden van de nieuwe verplichting substantieel verschillend zijn. IFRS beschouwt de
verplichtingen als substantieel verschillend indien de contante waarde van de nieuwe kasstromen
minstens 10% afwijkt van de contante waarde van de kasstromen onder de oorspronkelijke
verplichting. Indien de voorwaarden substantieel verschillend zijn, dient de oude verplichting niet meer
te worden opgenomen en wordt er een nieuwe verplichting opgenomen. De gerelateerde
transactiekosten worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Indien de voorwaarden niet
substantieel verschillend zijn, wordt het verschil van de contante waarde van de oude verplichting
tegenover de nieuwe verplichting in de winst- en verliesrekening verwerkt.

De Richtlijnen bevatten de algemene bepaling dat de verwerking de economische realiteit dient te
volgen. Een op de balans opgenomen actief of post van het vreemd vermogen dient op de balans te
blijven indien een transactie niet leidt tot een belangrijke verandering in de economische realiteit met
betrekking tot dit actief of deze post van het vreemd vermogen.

,Verschillen Dutch GAAP – IFRS
Onder de Richtlijnen moet worden gekeken of er sprake is van een wijziging in de economische
realiteit. Zowel onder IFRS als onder de Richtlijnen moet worden gekeken in hoeverre economische
voordelen en risico’s van het instrument overgaan. Er is echter een verschil. IFRS 9 geeft meer
gedetailleerde regels over ‘derecognition’ van financiële instrumenten. Bij de bepaling of een actief
van de balans af mag, wordt in eerste instantie gekeken naar economische risico’s en voordelen
(‘risks and rewards’), zoals onder de Richtlijnen, en in tweede instantie naar de beschikkingsmacht
(‘control’), in afwijking van de Richtlijnen. Een actief blijft op de balans als alle of nagenoeg alle
economische risico’s zijn behouden en een actief gaat van de balans af als alle of nagenoeg alle
economische risico’s zijn overgedragen. Als deze uiterste situaties zich niet voordoen, gaat een actief
onder IFRS van de balans af als de beschikkingsmacht is overgedragen. Onder de Richtlijnen speelt
beschikkingsmacht als zodanig geen rol; het actief kan dan mogelijk gedeeltelijk van de balans af voor
zover risico’s zijn overgedragen. Verder kent IFRS gedetailleerde bepalingen omtrent wijzigingen in
financiële verplichtingen. De Richtlijnen volgen in deze ook het economische realiteitsbeginsel.

Datum van verwerking van een aan- of verkooptransactie in de balans
Een aankoop of verkoop volgens standaardmarktconventies dient per categorie financiële activa
stelselmatig in de balans te worden opgenomen of niet langer opgenomen hetzij op de
transactiedatum, hetzij op de leveringsdatum.




Salderen
De Richtlijnen en IFRS geven aan dat er omstandigheden zijn waaronder financiële activa en
financiële verplichtingen worden gesaldeerd. Verrekening heeft tot gevolg dat, onder bepaalde
voorwaarden, schulden en vorderingen tot hun gemeenschappelijk beloop tenietgaan; zij verdwijnen
uit het vermogen van de onderneming. Juridisch is geen sprake meer van een schuld en een
vordering. Salderen is het tegen elkaar laten wegvallen van posten in de jaarrekening. Juridisch is nog
wel sprake van een vordering en een schuld.

, De hoofdregel voor saldering onder IFRS en de Richtlijnen is in principe gelijk. Saldering van een
financieel actief en een financiële verplichting is uitsluitend toegestaan, en dan ook verplicht, indien en
voor zover
• De onderneming over een deugdelijk juridisch instrument beschikt om het financiële actief en
de financiële verplichting gesaldeerd af te wikkelen; en
• De onderneming het stellige voornemen heeft het saldo als zodanig netto of simultaan af te
wikkelen.

Presentatie en classificatie als eigen of vreemd vermogen
De hoofdregel in Richtlijn (voor de geconsolideerde jaarrekening) en IAS is dat de economische
realiteit van de contractuele bepalingen en niet de juridische vorm van een financieel instrument de
classificatie in de balans bepaalt ‘substance over form’. De classificatie van een instrument wordt
bepaald op basis van een beoordeling van de economische realiteit op het moment dat het instrument
voor het eerst in de balans wordt opgenomen. De classificatie mag op een later moment niet worden
gewijzigd.

Het onderscheid tussen een financiële verplichting en een eigen-vermogensinstrument is het al
dan niet bestaan van een contractuele verplichting van de ene partij om liquide middelen of een ander
financieel actief over te dragen aan een andere partij, of om ander financieel instrument te ruilen met
de houder onder voorwaarden die potentieel nadelig zijn voor de emittent. Als een dergelijke
verplichting bestaat, is het een financiële verplichting. Indien geen sprake is van een dergelijke
verplichting, is sprake van een eigen-vermogensinstrument.

De IFRS stelt dat preferente aandelen bij jaarlijks vastgestelde dividend die afhankelijk is van de winst,
altijd sprake is van vreemd vermogen.

Bij een verplichting die terugbetaald wordt in eigen aandelen is er altijd sprake van eigen vermogen
als dit een vast aantal aandelen betreft en sprake van vreemd vermogen als in een variabel aantal
aandelen betreft.

De classificatie is ook relevant voor de winst- en verliesrekening. Een uitkering aan de
aandeelhouders van financiële instrument die geclassificeerd zijn als eigen-vermogensinstrumenten
worden als dividend opgenomen, een onttrekking aan het eigen vermogen. Bij uitkeringen aan
aandeelhouders van financiële instrumenten die als vreemd-vermogensinstrumenten zijn
geclassificeerd, worden verwerkt als onderdeel van de winstbepaling.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amber170501. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.15. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78252 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.15  1x  sold
  • (0)
  Add to cart