Betreft een samenvatting van het vak Externe Verslaggeving van de Master Accountancy aan de Nyenrode Business Universiteit. Geschreven op basis van het handboek externe verslaggeving EY 2023. Betreft een samenvatting van college 8a - pensioenen in de jaarrekening
271.3 Pensioenen
Hoofdstuk 18
Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Accountancy
Externe verslaggeving
All documents for this subject (57)
Seller
Follow
amber170501
Content preview
Pensioenen in de jaarrekening
RJ 271 – IAS 19 – Pensioenen
Pensioentoezeggingen omvatten de gedurende het dienstverband van de (voormalige) werknemer
toegekende (‘verdiende’) aanspraken op periodieke of eenmalige uitkering(en) die van het leven
afhankelijk zijn. De uitkering(en) gaan in op de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden.
Verschillen tussen Dutch GAAP en internationale regelgeving
De verwerking van pensioenen in de jaarrekening is geregeld in Richtlijn 271 Personeelsbeloningen
en IAS 19 ‘Employee Benefits’.
De regelgeving voor de toerekening van pensioenkosten aan de achtereenvolgende boekjaren wijkt in
Nederland nadrukkelijk af van IFRS en US GAAP. In de Richtlijn wordt uitgegaan van een benadering
waarbij primair wordt gekeken naar de wijze waarop het Nederlandse pensioenstelsel is ingericht en
functioneert in de praktijk. De belangrijkste kenmerken hiervan zijn de algemene verplichting vanuit de
Pensioenwet om onvoorwaardelijke aanspraken buiten de reikwijdte van de entiteit af te financieren,
en een strikte scheiding tussen de verantwoordelijkheden en verplichtingen van respectievelijk de
werkgever(s), de deelnemers en de pensioenuitvoerder (pensioenfonds en/of
levensverzekeringsmaatschappij). De RJ heeft daarbij geconcludeerd dat, bezien vanuit het
gezichtspunt van de rapporterende entiteit, een verplichtingenbenadering zoals opgenomen in Richtlijn
252 Voorzieningen, niet in de balans opgenomen verplichtingen en niet in de balans opgenomen
activa beter past dan de risicobenadering, waarop IAS 19 is gebaseerd.
Bij de ‘risicobenadering’ van IAS 19 wordt op basis van de (contractuele) feiten en omstandigheden
vastgesteld of, en zo ja, in welke mate de entiteit risico loopt om in de toekomst bijdragen
(kasuitstromen) te storten die, bezien op dat moment, (mede) betrekking hebben op het verleden. Als
onderdeel van de pensioenkosten van het boekjaar wordt geanticipeerd op die toekomstige
kasuitstromen (premiebetalingen) door het opnemen van het aandeel in toekomstige kasstromen dat
toerekenbaar is aan dit boekjaar.
Richtlijn 271 biedt alle rechtspersonen de optie om in hun jaarrekening voor pensioenen en andere
uitgestelde beloningen de onder US GAAP, IFRS of EU-IFRS van toepassing zijnde standaarden toe
te passen, de toepassing dient integraal en consistent plaats te vinden.
,Pensioen is een arbeidsvoorwaarde welke in de arbeidsverhouding tussen werkgever en werknemer
wordt vormgegeven in een pensioenovereenkomst. De wet onderscheidt drie hoofdvormen:
Regelingen die waarschijnlijk als toegezegd-pensioenregeling kwalificeren:
Een uitkeringsovereenkomst die voorziet in een vastgestelde periode pensioenuitkering
(eindloon of middelloon);
Een kapitaalovereenkomst waarbij een vastgesteld kapitaal uiterlijk op de pensioendatum
(eenmalig) wordt omgezet in een periodieke pensioenuitkering.
Regeling die waarschijnlijk als toegezegde-bijdrageregeling kwalificeert:
Een premieovereenkomst waarbij een totaalbedrag aan vastgestelde premies uiterlijk op de
pensioendatum (eenmalig) wordt omgezet in een periodieke pensioenuitkering.
Toegezegde-bijdrageregelingen kennen veelal een relatief eenvoudig systeem: de werkgever betaalt
zijn jaarlijkse bijdrage en heeft daarmee primair aan zijn pensioenverplichting richting de werknemer
voldaan. Daarentegen zal bij toegezegd-pensioenregelingen de rapporterende entiteit veelal een zeer
langdurige betrokkenheid hebben bij de pensioenregeling via de opbouw van pensioenrechten
gedurende het actieve dienstverband van de werknemers en bijdragen aan indexatie van uitkeringen
nadat de werknemer met pensioen is gegaan. Uitgaande van een aanvang als deelnemer van de
pensioenregeling zo rond de 25-jarige leeftijd en een uitkeringsduur die onder de huidige
levensverwachtingen gemiddeld tot circa 85-jarige leeftijd zal duren, is sprake van een gemiddelde
totale periode van circa 60 jaar. Daarmee is duidelijk dat de toerekening van de totale aan de
uitvoering van de toegezegde-pensioenregeling verbonden (werkgevers)lasten aan de betreffende
boekjaren en de waardering van de pensioenverplichting de grootste vraagstukken zijn.
In de praktijk wordt een vierde vorm onderscheiden, de ‘collectief defined contribution-regeling’ (CDC).
Juridisch is een CDC meestal een uitkeringsovereenkomst (toegezegd-pensioenregeling), doch vanuit
het perspectief van de rechtspersoon/werkgever zijn de afspraken in de regeling van zodanige aard
dat economisch bezien sprake is van een premieovereenkomst (toegezegde-bijdrageregeling). De
achterliggende gedachte bij een CDC-regeling is dat de rechtspersoon jaarlijks een premie
beschikbaar stelt, waarbij de deelnemers, als collectief, vanuit deze beschikbare middelen een
toegezegd-pensioenregeling trachten te financieren. Indien de middelen voor de uitvoering van de
regeling tekortschieten kan de rechtspersoon niet aangesproken worden, maar wordt het tekort door
de deelnemers collectief gedragen door de pensioenaanspraken te korten.
Indien een in Nederland werkzame rechtspersoon in rechte afdwingbare pensioentoezeggingen doet
aan het personeel, moeten deze verplichtingen worden ondergebracht bij:
Een bedrijfstakpensioenfonds;
Een ondernemingspensioenfonds of algemeen pensioenfonds; of
Een levensverzekeringsmaatschappij.
Een bedrijfstakpensioenregeling is een regeling, anders dan nationale regelingen zoals AOW,
waarbij het opbouwen van pensioenvermogen in het fonds geschiedt teneinde pensioenen uit te keren
aan (voormalig) personeel van meer dan een rechtspersoon die niet onder gemeenschappelijke
leiding staan en waarbij de premies en uitkeringen worden bepaald zonder onderscheid te maken naar
de aan de regeling deelnemende rechtspersoon. Er is derhalve sprake van een collectieve regeling en
van collectieve solidariteit.
Een ondernemingspensioenfonds is essentieel verschillend van een bedrijfstakregeling doordat de
entiteiten die deelnemen aan het ondernemingspensioenfonds juist wel onder gemeenschappelijke
leiding staan: een ondernemingspensioenregeling is een regeling waarbij het opbouwen van
pensioenvermogen in het fonds geschiedt teneinde pensioenen uit te keren aan (voormalig) personeel
van een of meer ondernemingen die onder gemeenschappelijke leiding staan.
Daarnaast bestaat de mogelijkheid de pensioenregeling onder te brengen bij een
levensverzekeringsmaatschappij (rechtstreeks verzekerde regeling).
, Bij de toekenning van pensioenaanspraken of bijdragen is vrijwel altijd sprake van een dienstverband
van een werknemer bij een werkgever. De arbeidsovereenkomst/pensioenovereenkomst en/of CAO
omvatten dan de afspraken tussen werkgever en werknemer aangaande de mate van toekenning van
de pensioenaanspraken c.q. bijdragen. De afgesproken relatie is feitelijk een relatie tussen de
geleverde arbeidsprestaties van de werknemer en de beloning door de werkgever via hetzij directe
betalingen (salaris, overwerkvergoeding, bonus) dan wel uitgestelde beloningen zoals pensioen (via
de toegekende aanspraken c.q. pensioenpremies). De afgesproken relatie van prestatie en
tegenprestatie wordt in de praktijk vaak aangeduid met de Engelse term ‘vesting’: de werknemer
verkrijgt het recht op pensioenaanspraak c.q. premie door het leveren van de arbeidsprestatie.
Pensioenpremie: het bedrag dat jaarlijks door de werkgever en werknemers (of door de werkgever
alleen) wordt betaald voor het nakomen van de afspraken voor uitgestelde beloningen. De
pensioenpremies worden betaald aan een pensioenfonds of een verzekeraar.
Pensioenaanspraak: het recht van de verzekerde (werknemer) op een uitkering van een bepaald
afgesproken bedrag dat meestal in termijnen wordt uitbetaald (het pensioen), deze aanspraak kan
geïndexeerd zijn, vaak afhankelijk van het beschikbaar zijn van middelen daartoe. De verzekerde weet
in beginsel waar hij aan toe is doordat het bedrag van de toekomstige pensioenuitkering bekend is
(alhoewel door de ontwikkelingen in de rentestand de beschikbare vermogens van pensioenfondsen
wel onder druk zijn komen te staan en kortingen op uitkeringen al zijn opgetreden en mogelijk ook in
de nabije toekomst nog noodzakelijk zullen blijken te zijn). Een regeling waarin een aanspraak op
pensioen door de werkgever wordt toegezegd is een toegezegd pensioenregeling (defined benefit-
regeling).
In geval van een toegekende bijdrage heeft de werknemer alleen een recht op een bepaald jaarlijks
bedrag aan pensioenpremie en doet de werkgever geen toezegging op een bepaald bedrag van een
(periodieke) pensioenuitkering. Het toegekende recht op een jaarlijkse pensioenpremie wordt
internationaal als een ‘defined contribution-regeling) aangeduid.
Bij veel DC-regelingen worden de premies gedurende de deelnemingsperiode op een ‘spaarrekening’
opgenomen en verhoogd met beleggingsrendementen. Op moment van pensionering wordt uit het
totale bedrag aan premies en beleggingsresultaten een pensioen (jaarlijkse uitkering) gekocht bij een
pensioenfonds of een verzekeraar. Het bedrag aan jaarlijkse pensioenuitkering is onzeker vanwege de
onzekere beleggingsuitkomsten; de verzekerde (werknemer) weet dus niet waar hij/zij aan toe is (dat
wil zeggen niet tijdens de werkzame periode maar slechts op datum pensionering).
In de balans wordt een verplichting opgenomen indien en voor zover de werkgever op balansdatum
juridische of feitelijke verplichtingen heeft aan de pensioenuitvoerder (pensioenfonds,
verzekeringsmaatschappij), dan wel aan de werknemers. Deze verplichtingen worden aangeduid als
verplichtingen aan de pensioenuitvoerder. Daarnaast kan sprake zijn van toezeggingen aan
werknemers die (nog) niet zijn ondergebracht bij een pensioenuitvoerder. Deze worden hierna
aangeduid als verplichtingen aan de werknemer.
Naast een juridische verplichting kan sprake zijn van een feitelijke verplichting. Een feitelijke
verplichting doet zich voor wanneer de rechtspersoon in de communicatie met de deelnemers aan
een pensioenregeling gerechtvaardigde verwachtingen heeft gewekt die verder gaan dan in de
pensioenovereenkomst, het pensioenreglement en de uitvoeringsovereenkomst zijn vastgelegd. Van
een feitelijke verplichting is eveneens sprake wanneer de rechtspersoon het stellige voornemen heeft
om een bestaande pensioenregeling te verbeteren of aan te vullen op basis van een per balansdatum
concreet uitgewerkt plan.
Richtlijn 271
In Richtlijn 271 is gekozen voor een fundamenteel andere benadering in vergelijking met IAS 19
waarbij primair wordt gekeken naar de wijze waarop het Nederlandse pensioenstelsel is ingericht en
functioneert in de praktijk: RJ 271 is gebaseerd op de verplichtingenbenadering. Het belangrijkste
kenmerk hiervan is de algemene verplichting vanuit de Pensioenwet om onvoorwaardelijke
aanspraken af te financieren bij een van de onderneming afgescheiden entiteit, en een strikte
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amber170501. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.15. You're not tied to anything after your purchase.