100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Anatomie (Sem 2) (Z25753) $8.57
Add to cart

Summary

Samenvatting - Anatomie (Sem 2) (Z25753)

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In deze samenvatting vind je alles wat te kennen moet zijn voor het vak Anatomie op Thomas More Hogeschool in Turnhout. Deze samenvatting werd in het studiejaar van geschreven. Het vak werd gegeven door Jurre Geentjes.

Preview 6 out of 61  pages

  • September 7, 2023
  • 61
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Anatomie S2


1. Artrologie voet


Art. talocruralis Bovenste spronggewricht (eigenlijk enkelgewricht)


Gewrichten tussen de voetwortelbeenderen onderling
Artt. intertarseae
= onderste spronggewricht


Gewrichten tussen voetwortel en metatarsalen
Artt. tarsometatarseae
o Lijn van Lisfranc

Gewrichten tussen metatarsalen onderling
Artt. Intermetatarseae
= 4 banden
Artt. Metatarsophalangeae Gewrichten tussen metatarsalen en phalangen


Gewrichten tussen de kootjes onderling
Artt. Interphalangeae pedis
o Lijken sterk op de gewrichten in de hand


De bewegingen in de voet gebeuren rond de drie hoofdassen die loodrecht op elkaar staan:

- Frontale as: dorsiflexie (flexie, tenen naar scheenbeen) &
plantairflexie (extensie, tippen staan)

- As in het verlengde van het been: adductie & abductie

- Lengte-as: pronatie (de laterale rand gaat omhoog) & supinatie (de mediale rand
gaat omhoog)

Inversie = adductie in combinatie met supinatie en plantairflexie

Eversie = abductie in combinatie met dorsiflexie en pronatie

, Art. talocruralis

= Het enkelgewricht
= Het bovenste spronggewricht

Os talus + ossa cruris (tibia + fibula)

Het is een scharniergericht met collaterale banden.

Gewrichtsvlakken van de talus articuleren in de malleolaire vork. Het
gewrichtskapsel zit vast aan de kraakbenige omranding van de
gewrichtsvlakken met enkele synoviale plooien.

Banden

Lig. Mediale = ligamentum deltoideum
- Ontspringt waaiervormig op de malleolus van de tibia en waaraan 4 delen kunnen
onderscheiden worden. Deze verlopen van de binnenenkel naar de voetwortel.

1. Pars tibionavicularis: hecht aan op naviculare
Vertrekt vanop




2. Pars tibiotalaris anterior: hecht aan op de voorrand van de talus
tibia




3. Pars tibiocalcanea: hecht aan het sustentaculum tali

4. Pars tibiotalaris posterior: hecht vast aan het tuberculum
mediale van de processus posterior tali

Bij een inversie letsel scheuren de mediale banden.
Bij een eversie letsel scheuren de laterale banden.

Laterale ligamenten

3 banden:

1. Lig. Talofibulare anterius: loopt van de fibulaire malleolus naar voor op de talus
2. Lig. Calcaneofibulare: loopt schuin naar achter op de calcaneus
3. Lig. Talofibulare posterius: loopt naar het tuberculum laterale van de processus
posterior tali




1 2 3

,Artt. Intertarseae

Artt. = articulationes

Tussen de zeven voetwortelbeenderen bestaan verschillende
gewrichten die de beweeglijkheid van de voet verzekeren.

Onderste sprongegewricht bestaat uit 2 delen:

1. Art. subtalaris = achterste deel van de talus
2. Art. talocalcaneonavicularis = voorste deel van de talus

Het voetgewelf

De voetzool steunt op 3 punten:
- Achteraan op tuber calcanei
- Vooraal op caput van metatarsaal I
- Vooraal op caput van metatarsaal V

Tussen deze punten is het voetgewelf gespannen. Twee bogen worden gevormd:
1. Arcus pedus longitudinales:
Verloopt van tuber calcanei. De mediale boog loopt uit in MT I en is 1,5cm
hoog. De laterale boog loop uit op MT V en is veel lager (0,5cm)

2. Arcus pedis transversa:
De boog tussen MT I en MT V

,Het voetgewelf wordt vooral ligamentair ondersteund. Banden vermoeien immers niet en
hebben een grotere weerstand tegen rek dan spieren.
Indien ze echter laxiteit vertonen is dit moeilijk te herstellen.

De betrokken banden:
- Lig. Calcaneonaviculare plantare (= spring ligament)
- Lig. Plantare longum
- Aponeurosis plantaris, die beide bogen ondersteunt

Lig. Calcaneonaviculare plantare
= spring ligament

Verloopt van dorsaal van de voet van het sustenaculum tali (= mediale
verhevenheid op calcaneus) naar het naviculare. Het is tevens bedekt met
een dikke laag kraakbeen.

Lig. Plantare longum

Een brede band die van tuber calcanei
ontspringt, naar het cuboid verloopt en distaal
uitstraalt op basis van de metatarsalen.

Aponeurosis plantaris

Een stevig peesblad dat beide bogen
ondersteunt .

Naast de bandne apparaat vormen ook spieren een minder sterke, maar belangrijke
ondersteuning, omdat ze de drukverdeling kunnen regelen. Vooral de korte voetspieren en
pezen van de lange spieren zijn hierin van belang.

,De stand van de voet

Bij het levend individu kan de stand van de voet worden nagegaan door een voetafdruk.

Pes rectus
De gezonde voet vertoont 5 teenvelden, een voorste en achterste zoonveld
met een laterale verbindingsstrook.

Pes planus
= Platvoet
Bij een gewelfdoorzakking ziet men een verbreding van de
verbindingstrook. Die gaat meestal gepaard met inversie.

Pes cavus
= holvoet
Een hoger gewelf (door o.a. het dragen van hakken) toont zich als een
volledige scheiding van voor en achterdeel.

, 2. Myologie voet & onderbeen

Wat is het verschil tussen een spier en een ligament?
ð Een ligament trekt passief samen. Een spier kan je actief samentrekken en optrainen.

a. Kuitmusculatuur

Posterieure groep
Diepe laag: (kan je niet zien)
o M. popliteus => in kniekuil
o M. flexor digitorum longus
o M. tibialis posterior Bevinden zich in de diepste spierloge van het onderbeen
o M. flexor hallucis longus samen met n. tibialis

Oppervlakkige laag:
o M. gastrocnemius
o M. soleus
o M. plantaris

Laterale groep
o M. peroneus longus
o M. peroneus brevis

Voorste groep
o M. tibialis anterior
o M. extensor hallucis longus
o M. extensor digitorum longus

Kuitmusculatuur – oppervlakkige laag

Vormt samen met m. triceps surae die met de tendo calcaneus (achillespees) als zeer sterke
gemeenschappelijke eindpees aanhecht op tuber calcanei.

Gemeenschappelijke functie : plantair flexie en inversie van de voet

M. triceps surae:
- M. gastrocnemius
- M. soleus
- M. plantaris

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mayenneleermakers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.57
  • (0)
Add to cart
Added