In deze samenvatting vind je alles wat te kennen moet zijn voor het vak Voedings- & bewegingsleer. Deze samenvatting werd in het studiejaar van geschreven. Het vak werd gegeven door Reinhoud Cornelissen.
• De student benoemt bronnen, structuur en eigenschappen van macronutriënten en brengt deze
in verband met hun rol in het menselijk lichaam.
• De student herkent bronnen van de voornaamste micronutriënten en legt hun functie in eigen
woorden uit.
• De student berekent de nutriënten- en energiebehoefte en maakt een voedingsbalans voor een
volwassen individu.
• De student plaatst voedingsmiddelen in het recentste voedingsvoorlichtingsmodel en past dit toe
op een voedingspatroon.
• De student licht de verschillende basisbegrippen en Vlaamse richtlijnen rond beweging en
sedentair gedrag toe in functie van gezondheid.
• De student legt het energieverbruik bij een fysieke (in)actieve levensstijl van een volwassen
individu uit.
• De student maakt een energiebalans op voor een volwassen individu.
VOEDINGSLEER
Definities
Voedsel
= Alles wat gegeten en gedronken kan worden voor als na bewerking.
Voeding
= Proces van kiezen en nuttigen, het verwerken ervan door ons lichaam en het
effect hiervan op onze gezondheid.
Nutriënten of voedingsstoffen
= Chemische stoffen die uit het voedsel worden opgenomen en noodzakelijk
zijn voor nutritionele ondersteuning van het lichaam.
Zorgen voor energie en aanmaak van lichaamseigen stoffen met oog op
optimale groei, onderhoud en herstel van het lichaam.
Optimale voeding
= Voeding die alle noodzakelijke nutriënten bevat, in een juiste hoeveelheid om
ons lichaam optimaal te laten functioneren.
Nutriënt
= Chemisch definieerbaar bestanddeel van een voedingsmiddel
- D Heel veel chemische stoffen (nog niet allemaal geïdentificeerd)
- D. Van nature aanwezig of worden toegevoegd (via verwerking, verpakking)
Verwerking : pesticide, meststoffen, bewaarmiddelen, …
Nature : tomaat die gepland werd en is gegroeid
,Voedingstoffen of nutriënten
3 onderverdelingen
1. Essentiële voedingsstoffen
= Nodig om te kunnen overleven
Vb. eiwitten, koolhydraten, …
2. Non-nutriënten of bioactieve stoffen
= Hebben geen nadelig effect op het lichaam
= Groeiend bewijs van gunstig effect op de gezondheid
Vb. rode wijn
3. Xenobiotica en natuurlijk voorkomende toxines
= Vreemde stoffen
FAVV zorgt dat de voedselveiligheid gegarandeerd is.
4. Mogelijk potentieel toxisch effect op lichaam
Voedselveiligheid
Natuurlijke toxines
= toxines in voeding door micro-organismen
Vb. Schimmel op voeding
Inleiding van voedingsstoffen
Onderscheiden op basis van:
- Structuur
o Koolhydraten (voedingsvezels)
o Lipiden
o Eiwitten of proteïnen
o Water
o Mineralen en sporenelementen
o Vitamines
- Essentiële vs niet essentiële voedingstoffen
= Nutriënten die we nodig hebben voor fysiologische processen en die
ons lichaam zelf niet kunnen aanmaken, moeten we halen uit de
voeding
- Behoeften (hoeveelheid)
o Macronutriënten (g)
o Micronutriënten (mg of microgram)
- Energielevering
o Koolhydraten, vetten, proteïnen
§ Alcohol levert ook energie (= geen essentiële voedingstof)
,Functies van voedingsstoffen
Voornaamste functie van deze voedingsstoffen:
- Bouwstoffen
o Voor de groei van nieuwe cellen en weefsels
o Voor de opbouw van het skelet en gebit
o Herstel en wederopbouw
Lichaam vooral uit water en eiwitten, bot uit calcium
(70% v.h. lichaam is water)
- Energieleverende stoffen
o Ze worden in het lichaam afgebroken waarbij warmte en energie vrijkomen
o Warmte = nodig voor lichaamstemperatuur
o Energie = arbeid leveren
Energetische waarde v.e. voedingsstof = kJ of kcal
- Regulerende stoffen (= beschermstoffen)
o Talrijke nutriënten dienen als hulpstof om stofwisselingsreacties mogelijk te
maken.
Behoefte aan voedingsstoffen
Te weinig aan één of meer voedingsstoffen
ð Deficiëntieverschijnselen en ziekten
Vb. Te kort aan ijzer = moe
Vitamine C tekort = scheurbuik (te weinig fruit)
Te veel aan één of meer voedingsstoffen
ð Kan toxisch zijn en gezondheid in gedrang brengen
Vb. Te veel aan suiker = diabetes type 2
Te veel energie = obesitas
Te veel aan cholesterol = dichtslibben van aders
Te veel water = disbalans tussen natrium en water. Cellen gaan krimpen en
sterven.
Hoe bepalen van juiste behoefte aan voedingsstoffen?
- Voedingsaanbevelingen
o Instanties op nationaal & internationaal vlak:
BE: Hoge gezondheidsraad
(VOEDINGSAANBEVELINGEN VOOR DE BELGISCHE VOLWASSEN BEVOLKING
MET EEN FOCUS OP VOEDINGSMIDDELEN – 2019)
EU: EFSA (European Food and Safety Autority)
W: F.A.O. & W.H.O.
,Behoeften zijn niet eenvoudig te bepalen omdat ze afhankelijk zijn van individuele kenmerken.
Voorbeeld:
- De gemiddelde behoefte vormt de basis
o AR = Average Requirement
= gemiddelde behoefte
niveau van dagelijkse inname dat voldoende wordt geacht om de
behoefte te dekken van ca 50 % van de gezonde personen in een
populatie, is vaak in meer of mindere mate een schatting (estimated)
o Voor vastelling van de prevalentie van inadequate inname bij groepen en
individuen.
o Voor de beoordeling van consumptiecijfers van gezonde groepen
- RDA = Recommended Daily Allowances
= PRI = Population Reference intake
= ADH = Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid
= niveau van dagelijkse inname dat voldoende wordt geacht voor
dekking van de behoeften van vrijwel alle (97,5 %) gezonde individuen
in de populatie, houdt rekening met individuele variaties in behoeften
en beschikbaarheid
- Niveau van dagelijkse inname dat voldoende wordt geacht voor dekking van de
beheoften van vrijwel alle gezonde individuen in de populatie, houdt rekening met
individuele variaties in behoeften en beschikbaarheid.
= afgeleid van de gemiddelde behoefte + 2 standaarddeviaties
Voedingswaarde en nutriëntdensiteit
De voedingswaarde van een voedingsmiddel wordt bepaald door:
- De voedingswaarde = het gehalte aan voedingsstoffen plus de stofwisseling tussen
energie en nutriëntdensiteit.
Vb: Cheeseburger = best veel energie is uit te drukken in kcal. Maar weinig mineralen,
nutriënten die een mens nodig heeft.
Zelfgemaakte burger = volledig andere samenstelling. Volkoren broodje (meer minderalen
en vitaminen)
- De gebruikshoeveelheid
, Nutriëntdensiteit
= hoge nitriëntenenergieverhouding
- Nutriëntdense voedingsmiddelen zijn: (zelfgemaakte burger)
o Voedingsmiddelen die een substantiële bijdrage leveren aan de vitaminen en
mineralenvoorziening en tegelijkertijd wienig calorieën leveren zoals:
Volkorenproducten, groenten & fruit, magere en halfvolle zuivelproducten,
peulvruchten, mager vlees en gevogelte, eieren, noten en zaden
- Voedingsmiddelen met een lage nutriëntdensiteit leveren veel energie en weinig tot
geen micronutriënten. Vooral producten uit de restgroep behoren hiertoe.
Cheeseburger
Andere benamingen:
- Gluciden (glucus => zoet)
- Sachariden
- Suikers wijst op een bepaalde groep v. KH => mono- en disachariden
ð Glucose EN fructose hebben dezelfde samenstelling MAAR anders met elkaar
verbonden
(KUNNEN TEKENEN)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mayenneleermakers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.62. You're not tied to anything after your purchase.