Hoorcollege 1; 13/09
Ontwikkelingspsychologie = het identificeren en beschrijven van veranderingen in
verschillende ontwikkelingsdomeinen en de processen achter deze veranderingen
- ontwikkeling van de levensloop, dus ook wel levenslooppsychologie
- multidisciplinair (je kijkt vanuit verschillende dimensies naar ontwikkeling)
Waarom is ontwikkelingspsychologie belangrijk voor orthopedagoog/onderwijswetenschapper?
● Toepassing kennis van ontwikkeling in opvoeding, onderwijs en bepalen beleid.
● Vroegsignalering van atypische ontwikkeling.
● Begrijpen ontstaan en beloop van atypische ontwikkeling.
Ontwikkeling is:
● verandering.
○ Verandering is alleen ontwikkeling als het relatief blijvend of onomkeerbaar is
en als er sprake is van een reeks veranderingen.
● multidirectioneel, vooruitgang en achteruitgang.
○ vooruitgang: vb. leren lopen
○ achteruitgang: vb. slechter geheugen tijdens ouderdom
● continu proces (levenslang)
● multi-gedetermineerd: je genen en omgeving hebben er invloed op.
● multidimensioneel: het speelt zich af op verschillende terreinen:
○ fysieke, cognitieve, motorische, sociale en emotionele terrein
■ Deze terreinen staan met elkaar in verband en beïnvloeden elkaar.
Determinanten van de levensloop → normatieve ontwikkelingsstappen (=voorspelbare
stappen, geldt voor iedereen)
● Normatief leeftijdsgebonden invloeden
➔ gebeurtenissen zijn sterk gebonden aan leeftijd en zijn daardoor
voorspelbaar.
Dit zijn biologische invloeden, ongeacht aan waar het kind opgroeit.
- vb. puberteit
● Normatief historische invloeden
➔ invloeden gebonden aan de geschiedenis > gebeurtenissen zijn ervaren door
mensen van dezelfde generatie/cohort
- vb. Tweede Wereldoorlog
● Niet normatieve invloeden (persoonsgebonden)
➔ onvoorspelbare invloeden, voor een beperkt aantal mensen
- vb. meisje dat haar ouders verliest > invloed op dit meisje haar
ontwikkeling
Ontwikkeling is een uniek proces, maar toch kan je de ontwikkeling van een kind wel deels
voorspellen in kansen. Dit kan onder andere door de normatieve invloeden en de stabiliteit in
ontwikkelingspaden (kind nu verlegen? later dan ook)
,Basisthema’s:
● nature - nurture
● continu - discontinu
○ continue ontwikkeling: geleidelijk en kwantitatief (hetzelfde)
○ discontinue ontwikkeling: abrupt en kwalitatief (vb. kruipen naar lopen)
● kritieke of gevoelige periode van ontwikkeling
○ kritieke periode: als je in een bepaalde periode een vaardigheid niet leert, is
de kans groot dat je dit nooit leert
○ gevoelige periode: in een bepaalde periode is het leren van een vaardigheid
of ervaring optimaal, maar dit kan later ook nog
● Algemene ontwikkeling vs. domeinspecifieke ontwikkeling
○ algemeen: het idee dat ontwikkeling invloed heeft op verschillende domeinen
○ specifiek: het idee dat ontwikkeling op een specifiek gebied plaatsvindt en
weinig invloed heeft op andere domeinen
Theorie = een logisch en samenhangend geheel van begrippen en relaties. Met theorie kan
je de ontwikkeling beschrijven, verklaren en voorspellen.
Nut van theorie;
- begrijpen
- basis voor praktijk (weten wat we doen)
- behoefte aan wetenschappelijke bevestiging > het belang van replicatie
5 theoretische perspectieven m.b.t. ontwikkeling
Psychodynamisch perspectief
➔ ontwikkeling wordt van binnenuit gestuurd.
➔ gedrag wordt gemotiveerd door onbewuste krachten, herinneringen en conflicten.
Men is hier nauwelijks bewust van en heeft hier nauwelijks controle over.
(vb. trust issues door slechte jeugd)
● psychoanalytische theorie Freud: onbewuste krachten zijn bepalend voor iemands
persoonlijkheid en gedrag
● psychoanalytische theorie Erikson: ontwikkeling wordt beïnvloed door ons eigen
gedrag, door interacties met anderen en door het kijken naar het gedrag van anderen
in onze maatschappij.
Behavioristisch perspectief
➔ focus op externe krachten
➔ nadruk op de rol van leren door menselijk gedrag
● klassieke conditionering (Watson): organisme leert op een bepaalde manier te
reageren op een neutrale stimulus, die dit respons normaal gesproken niet uitlokt
- vb. pavlov effect, little albert experiment (watson)
● operante conditionering (Skinner): respons kan worden versterkt of verzwakt door
associatie met positieve of negatieve consequenties
● sociaal cognitieve leertheorie (Bandura): leren door het gedrag van een ander te
observeren:
○ aandacht: je neemt het gedrag waar
○ retentie: je ken het gedrag je later nog herinneren
○ reproductie: je kan het gedrag dat je eerder zag reproduceren
, ○ motivatie: afhankelijk van positieve of negatieve reacties op het gedrag van
een ander, neem je het gedrag wel of niet over
Cognitief perspectief
➔ focus op mentale activiteit, meer aandacht voor innerlijke processen.
Mensen van verschillende leeftijden reageren anders op dezelfde vraag.
(vb. reactie op regen door verschillende leeftijdsgroepen)
● cognitieve ontwikkelingstheorie van Piaget:
○ kinderen zijn actief op zoek naar nieuwe informatie
● Informatieverwerkingstheorie:
○ focust zich op de manier waardoor info door het cognitieve systeem verwerkt
wordt
Contextueel perspectief
➔ brede visie op ontwikkeling (kijken naar invloed van omgeving op kind)
● sociaal culturele theorie van Vygotsky:
○ ziet het verloop van cognitieve ontwikkeling als het resultaat van sociale
interacties tussen leden van een cultuur
- ouders beïnvloeden het kind, maar het kind beïnvloedt ook de ouders.
(vb. strenger optreden van ouders bij een slecht luisterend kind)
● Bio-ecologisch model van Bronfenbrenner:
- ontwikkeling van het individu wordt beïnvloed door interacties binnen en
tussen verschillende systemen
○ microsysteem: directe contacten die het kind beïnvloeden (gezinsleden,
vrienden, docenten)
○ mesosysteem: interacties tussen de nauwe contacten van het kind (ouders
met school)
○ exosysteem: mensen die ver van het kind afstaan (slechte werksfeer moeder
> moeder gedraagt zich anders > effect op kind)
○ macrosysteem: situatie in de samenleving (inflatie, politiek, discriminatie) en
cultuur/nationaliteit
○ (chronosysteem): ontwikkelingen en verschuivingen in de tijd (veranderende
relatie met ouders in verloop van tijd, kleuter-volwassene)
● Dynamische systeemtheorie;
- ziet de ontwikkeling van een kind als een dynamisch systeem. Alles
ontwikkelt zich tegelijk en hangt nauw samen met de ervaringen die het kind
opdoet. (vb. bal vangen hang af van groote handen kind, de gooijer etc.)
■ ontwikkeling is een dynamisch proces (continu in verandering)
■ ontwikkeling is niet-lineair, als iets veranderd dan heeft het voor
iedereen een ander gevolg
■ ontwikkeling is een iteratief proces (vorige toestand, is de
beginperiode van de volgende)
■ ontwikkeling is zelforganiserend (nieuwe gedragingen ontstaan
spontaan door interactie met verschillende subsystemen)
Evolutionair perspectief:
, ➔ gedrag komt voort uit de genetische erfenis van onze voorouders (Darwin)
● ethologie: kijkt naar de invloed van biologische kenmerken op gedrag en naar de
evolutionaire rol van gedrag in processen van adaptatie en overleving
● evolutionaire psychologie:
○ biologische predisposities: gedrag wordt vanuit de evolutie-theorie verklaard
○ kijkt naar alle kritische componenten van psychologisch functioneren die
evolutionaire ontwikkelingen weerspiegelen en helpen bij het voortzetten van
de soort. Het houdt dus rekening met innerlijke, cognitieve processen en kijkt
verder dan alleen gedrag.
● genetische erfenis voorouders:
○ behavioristische genetica:
➔ verschillen van mensen verklaren d.m.v. genen
● tweelingstudies: kenmerken tussen 1 en 2 eiige tweelingen
vergelijken
● adoptiestudies:
○ overeenkomst met biologische ouders → genen
○ overeenkomst adoptieouders → omgeving
Leer de meningen over de theorieën!
fasetheorieën: Freud, Erikson en Piaget en ze zijn discontinue.
Onderzoeksmethoden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eileenhilberdink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.