Personen- en familierecht leerdoelen week 1
Leerdoelen
Verklaren waarom de uitspraak in de Marckx-zaak van belang is
geweest voor het Nederlandse recht.
Het was een baanbrekend arrest dat de opmaat heeft gevormd tot een hele
stroom aan jurisprudentie waarin nationale rechtsregels in strijd met artikel 8
EVRM zijn bevonden.
Casus: een Belgische dame was ongehuwd en had een dochter. Mevrouw vond
dat zij als ongehuwde moeder ten onrecht werd gediscrimineerd door de
Belgische wetgeving. Volgens de Belgische wetgeving van dat moment was een
ongehuwde moeder namelijk, anders dan een gehuwde moeder, in juridisch
opzicht niet meteen de moeder van haar kind. Zij moest om dat te
bewerkstelligen haar dochter eerst erkennen en om ook een band tussen haar
familieleden en haar dochter te bevestigen moest ze haar dochter erna ook nog
adopteren. Hiermee werd de dochter achtergesteld als het kinderen van
gehuwden waarvan de band wel automatisch bij de geboorte werd gevestigd. De
bedoeling van de Belgische wetgeving was dat mensen eerst zouden gaan
trouwen voordat zij aan kinderen begonnen. Moeder ging naar het EHRM en
kreeg gelijk, namelijk dat het in strijd was met artikel 8 EVRM.
Familylife moet niet op een statische manier maar op een dynamische manier
worden geïnterpreteerd.
Niet alleen negatieve (dat de staat zich niet mag inmengen in de grondrechten
van de burgers), maar ook positieve(staat is juist tot handelen verplicht)
verplichtingen uit artikel 8 EVRM.
Ook betrekkingen tussen andere verwanten (i.c. grootouders en kleinkinderen)
vallen onder het begrip family life. Het gaat dus echt om gezins- EN familieleden.
Onderbouwen wanneer in het familierecht tussen twee personen sprake
is van family life.
Familylife bestaat o.a. tussen:
Echtgenoten
Moeder en kind (direct door geboorte)
Juridisch vader (door bijv. huwelijk of erkenning) en kind;
En verder onder omstandigheden tussen:
Biologische vader en kind (mits er sprake is van bijkomende
omstandigheden)
Grootouders en kleinkind
Pleegouders en kind
Kortom: familylife is een autonoom begrip waarin talrijke betrekkingen van
juridische, biologische en feitelijke aard hun plaats vinden.
Globaal aangeven welke rechten en plichten kunnen voortvloeien aan
een relatie die als family life kan worden bestempeld.
,Rechten en plichten familylife:
Het recht op contact (zorgverdeling/omgang)
Het recht op informatie
Gezamenlijk gezag
Recht van ouder en kind op verzorging en opvoeding van het kind door de
ouder
Aanspraak van het kind op levensonderhoud
Aanspraken betreffende een geslachtsnaam
De begrippen family life, familierechtelijke betrekkingen,
bloedverwantschap en
aanverwantschap met elkaar vergelijken en uitleggen in welk opzicht
deze begrippen van elkaar verschillen.
Familylife
- = een nauwe, persoonlijke betrekking.
- Gaat niet alleen tussen ouders en kinderen, maar ook tussen grootouders,
andere bloedverwanten of niet-bloedverwanten.
Familierechtelijke betrekkingen art. 1:197 BW
- kind en ouder: gaat om de juridische ouders
- = hetzelfde als bloedverwantschap.
Bloedverwantschap art. 1:3 lid 1 BW
- juridisch bloedverwantschap.
- = hetzelfde als familierechtelijke betrekkingen.
Aanverwantschap art. 1:3 lid 2 BW
- = bloedverwanten van je partner, schoonfamilie.
Aangeven in hoeverre minderjarigen in het Nederlandse recht bekwaam
zijn tot het verrichten van rechtshandelingen.
Hoofdregel: art. 3:32 BW, tenzij de wet anders bepaalt:
1. Alle minderjarigen staan onder gezag
2. Minderjarigen zijn voorwaardelijk handelingsbekwaam (1:234 lid1 BW)
namelijk:
- met (veronderstelde) toestemming van wettelijk vertegenwoordiger lid 3
- voor zover de wet niet anders bepaalt: t.a.v.
o Maken testament
o Sluiten aok
o Sluiten geneeskundige behandelingsovk
o Verzoek handlichting
o Verzoek benoeming bijzondere curator
o Informele rechtsingang
Handlichting 1:235 BW: bij de leeftijd van 16 jaar. Lid 2: hebben ouders een
vetorecht.
Positieve verplichtingen: staat is tot handelen verplicht
Negatieve verplichtingen: onthoud je van inmenging
, Uitleggen wat de gevolgen zijn van de voorwaardelijke
handelingsbekwaamheid van minderjarigen.
Voorwaardelijk handelingsbekwaam art. 1:234 lid 1 BW
- = handelingsbekwaam, mits (als):
- met (veronderstelde) toestemming van wettelijk vertegenwoordiger (die
gezag uitoefenen) (zie ook lid 3= dat soms toestemming niet nodig is.
Denk aan rechtshandeling waarvan in het maatschappelijke verkeer
gebruikelijk is dat minderjarige deze verricht)
- voor zover de wet niet anders bepaalt.
- een rechtshandeling van een onbekwame kan worden vernietigd 3:32 BW. Heeft
terugwerkende kracht.
De wet bepaalt WEL anders t.a.v.:
- het maken van een testament
- sluiten van een aok
- sluiten van een geneeskundige behandelingsovk (een arts zou wel anders
kunnen beslissen n.a.v. goed hulpverlenersschap. Denk aan ingreep op het
terrein van plastische chirurgie.
- verzoek handlichting 1:235
- verzoek benoeming bijzondere curator 1:250 BW
- informele rechtsingang 1:3:77g
Kennisclips
Bronnen
De wet (boek 1 en Rv)
Internationale verdragen (EVRM en IVRK)
Jurisprudentie (Uit Nederland en Straatsburg)
Familylife
Als er tussen 2 personen sprake is van een band als familylife (8 EVRM) kan dat
rechten en plichten met zich meebrengen vb: recht op omgang.
Artikel 8 – Recht op eerbieding van privé, familie- en gezinsleven.
1. Een ieder heeft recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en
gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de
uitoefening van dit recht, dan voor zover bij wet is voorzien en in een
democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van
(beperkingscriteria):
- de nationale veiligheid
- de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land
- het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten
- de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of
- voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
(Voor inmenging moet een wettelijke basis zijn en er moet een noodzaak
aanwezig zijn!)
Als een grondrecht botst met een ‘’gewoon’’ recht moeten deze tegen elkaar
worden afgewogen.
Doorwerking EVRM in Nederlandse rechtsorden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zjeex. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.