PSYCHODIAGNOSTIEK
TAAK 2: DE VLIEGER GAAT NIET OP …
Leerdoelen:
1) Wat is validiteit? Soorten?
2) Hoe meet je validiteit?
3) Wat heeft invloed op validiteit?
Kaplan H5 – Validity
Defining validity
Validiteit = meet de test wat het hoort te meten?
Aspects of validity
Face validity
Als het lijkt alsof een meting valide is, als de items relevant zijn binnen die test. Hier kijk je dus gewoon of
de items logisch bij het doel horen (logica!). Maar dit heeft dus niks met bewijs te maken.
Content-related evidence for validity
Als de inhoud van de test niet relevant is voor hetgeen je wil meten. Vb de score op je
geschiedenisexamen moet te maken hebben met de kennis die jij op school hebt geleerd bij geschiedenis.
Deze is ook nog steeds eerder logisch ipv statistisch! Je gaat dus kijken of een test goed opgesteld is.
vb gaan de vragen ook echt over de leerstof? Kijken ze ook of de vragen niet te moeilijk opgesteld zijn, of
moeilijk te begrijpen zijn (makkelijk te lezen?). Dit bepalen kan via factoranalyse of via verschillende
experts die elk hun oordeel geven. logisch + intuitief!
Construct underrepresentation = als de test geen belangrijke componenten bevat en dus niet relevant
is. vb als een wiskundetest alleen over algebra gaat en niet over meetkunde.
Construct-irrelevant variance = scores worden beïnvloed door externe factoren. Vb angst, ziekte,
langzaam lezen, …
Criterion-related evidence for validity
Heeft te maken met hoe goed een test samengaat met een bepaald criterium. Een hoge correlatie is
het beste. Een criterium is dan een standaard waarmee je de test vergelijkt. Vb als je een test wilt
gebruiken om te voorspellen welke verloofde koppels een goed huwelijk gaan hebben en welke gaan
scheiden. Succes binnen het huwelijk is dan je criterium, maar dit weet je dus niet op dat moment zelf.
Deze is dus eigenlijk tijdelijk, is een stand-in voor de meting die je echt wil weten. Premarital tests zijn dus
een stand-in voor het schatten van hoe succesvol hun huwelijk zal zijn.
Predictive and concurrent evidence
Predicitive validity evidence = testen zijn dus eigenlijk voorspellend. Je hebt een predictor variable
(premarital tests/SAT) en een criterion (succesvol huwelijk/GPA). Het doel van de test is dus om het
slagen op het criterion te voorspellen. Hier ligt het criterium in de toekomst!
Concurrent validity evidence = de metingen en de criterion metingen gebeuren op hetzelfde
moment omdat de test het criterion moet verklaren. Vb een test over leerproblemen en
schoolprestaties als criterion. De test moet verklaren waarom die persoon het moeilijk heeft op school. Dit
kan ook wanneer een persoon zelf niet weet hoe hij zal reageren op zo’n criterion measure. Vb als je niet
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller psyum. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.