Componenten membraan
De basiselementen van een membraan zijn fosfolipide, cholesterol en glycoproteïne.
- Cholesterol verstevigt de membraan en maakt ze tegelijkertijd soepel. Het zorgt er tevens voor dat
de membraan vloeibaar blijft. Daarnaast verlaagt cholesterol het vriespunt en voorkomt zo als een
soort antivries bevriezing van de membraan.
- Glycoproteïnen zorgen voor cel-cel-interacties, bescherming tegen uitwendig milieu en aantrekking
watermoleculen.
Perifeer eiwit
Deze zitten niet zelf aan de membraan vast, maar zijn (losjes) gebonden door middel van
non-covalente interactie met andere membraaneiwitten, of door binding aan de kopgoep
van fosfolipiden.
Vloeibaarheid membraan
- Temperatuur (externe factor) bepaalt de vloeibaarheid van een membraan
- Met lange ketens, en ketens met onverzadigde bindingen kunnen de lipiden minder makkelijk dicht
op elkaar gepakt liggen.
- Cholesterol hindert bij normale temperatuur de beweging van de lipiden.
langere vetzuurketens, meer onverzadigde bindingen en minder cholesterol --> vloeibaarheid
verhogen
Aantal onverzadigde bindingen
Hoeveelheid cholesterol
Lange vetzuurstaarten
, Manieren waarop eiwitten op een bepaalde plaats in de membraan worden gehouden
- Aanwezigheid diffusie-barrières
- Binding aan extracellulaire matrix
- Binding aan eiwitten van een andere cel
- Binding aan de celcortex
Soorten transport
Hydrofiele moleculen, dus ook water, verplaatsen zich afhankelijk
van de concentratiegradiënt door de membraan met behulp van
transporteiwitten.
Transport – Na/K-ATPase-pomp
Stappen:
1. Na+ van binnen de cel bindt aan speciale bindingsplaatsen op het eiwit.
2. De binding van Na+ zorgt voor een vormverandering in het eiwit, zodat het fungeert als een
APTase. Het vormt een bindingsplaats voor ATP.
3. Zodra de fosfaatgroep is gebonden, verandert het eiwit weer van vorm en Na+ wordt naar buiten
getransporteerd.
4. Tegelijk zijn er bindingsplaatsen voor K+ ontstaan.
5. Zodra K+ is gebonden, ondergaat het eiwit weer een vormverandering en de fosfaatgroep laat los.
6. Het eiwit vervormt weer naar de oorspronkelijke vorm, waardoor K+ naar binnen worden
getransporteerd.
Opnemen glucose
Glucose wordt via het darmepitheel vanuit het lumen van de darm
getransporteerd naar de extracellulaire vloeistof. De epitheelcel neemt het
glucose op via een Na/glucose-symport-transportmechanisme, en staat het
weer af via vergemakkelijkt transport.
Om glucose te kunnen transporteren wordt energie verbruikt. Door het
symport-mechanisme neemt de Na+-concentratie in de epitheelcel toe. De cel
corrigeert hiervoor door de Na weer naar buiten te transporteren via de
Na/K-ATPase-pomp. Dit transport kost ATP.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurheling. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.