100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting geschiedenis C1 $3.23
Add to cart

Summary

Samenvatting geschiedenis C1

2 reviews
 232 views  13 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting geschiedenis C1

Last document update: 7 year ago

Preview 6 out of 14  pages

  • Yes
  • June 28, 2017
  • June 28, 2017
  • 14
  • 2016/2017
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: marionvanschooten • 6 year ago

review-writer-avatar

By: ryanneflex • 7 year ago

avatar-seller
1795  Opheffing VOC  Koloniën Nederland:
 Bevolking kolonies wordt gedwongen voor Nederland te werken (cultuurstelsel).
 Aanklacht: Max Havelaar.
 Kolonialisme wordt imperialisme.
 Binnenlanden kolonies en Afrika veroverd.
 Bekeren tot christendom.

Politiek  Ismen (stroming):
 Liberalisme.
 Nationalisme.
 Socialisme  Communisme.

Oorzaken WO1:
 Frans-Duitse oorlog (Franse wraak).
 Strijd om koloniën.
 Nationalisme (i.c.m. wapenwedloop).
 Bondgenootschappen  Triple Entente. Centralen.

Im Westen nichts neues  Westelijk (loopgraven)front zit op slot. Grote aanvallen leveren
weinig tot niets op.

28 juni 1914  Schoot de Bosnisch-Servische terrorist Gavrilo Princip in Sarejova de
Oostenrijks-Hongaarse troonopvolger Franz Ferdinand en diens echtgenote dood.
Aanleiding: Begin Eerste Wereldoorlog. Het fatale openingsdrama van de 20ste eeuw. Princip
gaf aan het startschot te geven voor de Eerste wereldoorlog.

De aanleiding voor Franz Ferdinand zijn bezoek aan Bosnië hadden een aanzienlijk
symbolisch gewicht  Kwam ter inspectie van legeroefeningen waarin de Oostenrijkse
militairen zich zo realistisch mogelijk voorbereidden op een inval in Servië.

28 juni was de nationale feestdag van der Serviërs  De verloren Slag op het Merelveld werd
herdacht .

Ultranationalistische gezelschap Eenheid of Dood  Zwarte hand.

Die mutterkatastrophe: Zo is de Eerste Wereldoorlog beschreven door Golo Mann. Een groot
deel van de politieke geschiedenis kan herleid worden tot de Eerste Wereldoorlog.

De oorlog veroorzaakte een langdurig en ingrijpende destabilisering van de politieke,
economische en strategische verhoudingen in Europa.
Rusland kon de organisatorische inspanningen van de oorlog niet aan en werd in 1917
weggevaagd door een revolutie.
Oostenrijk-Hongarije viel aan het einde van de Eerste Wereldoorlog uiteen in een reeks
instabiele kleine staten.
In Versailles werd het vredesverdrag getekend.

,Duitsland verloor de Eerste Wereldoorlog en voelde zicht ernstig vernederd door het
vredesverdrag.
Italië had met weinig succes gevochten en voelde zich tekort gedaan door het vredesverdrag.
Engeland en Frankrijk hadden gewonnen, maar waren door de oorlog ernstig aangeslagen.
De Verenigde Staten profiteerde van de oorlog  De economische voorsprong nam nog
verder toe.

1929  Economische crisis  Gevolg van de oorlog. ch Zwarte donderdag. Amerika stopt
steunt Duitsland. Wereldwijde crisis.

1914 julicrisis  Oorlogsverklaring van Oostenrijk-Hongarije aan Servië.

Eerste kanselier van het keizerrijk  Otto van Bismarck  Hij sloot een verdrag met
Rusland om te voorkomen dat ze zich zouden verbinden met Frankrijk  Na zijn dood
volgende Keizer Wilhelm de tweede hem op  Het verdrag met Rusland werd niet langer
verlengd en Frankrijk en Rusland sloten eind 1983 een militaire alliantie  Werd opgevolgd
door Bethmann-Hollweg.

Schlieffenplan  In hoog tempo twee eenfrontsoorlogen voeren (Frankrijk via neutraal
België en Rusland). Duitsland verklaarde de oorlog aan Rusland en Frankrijk. Von Moltke
was opperbevelhebber.
Engeland sloot in 1902 een verdrag met Japan ter beperking van de Russische ambities in het
Verre Oosten.

Etente Cordiale  Engels-Franse overeenstemming in 1904. In 1907 werd het een Triple
Entente, omdat Rusland erbij kwam. Later komt Italië hierbij.

The Dreadnought  Geavanceerd slagschip.

Burgers waren enthousiast over de komende oorlog. Fransen noemden het ‘union sacrée en
Duitsers ‘burgfrieden’.

Frontschweine  Hoe de Duitse soldaten zichzelf noemden.

Strenge censuur  Er mocht geen beeldmateriaal gemaakt worden in de Eerste Wereldoorlog.

Gevolgen tekort grote voorraden:
- Bonkaarten.
- Twee vleesbomen dagen.
- Bierproductie werd met driekwart verminderd.

Inspectie op contrabande door Engeland  Inspectie van alle goederen die de Duitse
oorlogsinspanning konden helpen. Hindenburg (de chef van de Duitse generale staf) beeldjes
werden gebruikt om de inspectie te omzeilen.

,Oorzaak Russische revolutie 1917:
- De voedseldistributie nam in toenemende mate af.
- Binnen communisten hevige strijd  Burgeroorlog tussen Roden en Witten.
Bolsjewieken o.l.v. Lenin winnen.
- Tsaar afgezet.
- Vrede van Brest-Litovsk met Duitsland.

Concrete oorlogsdoelen Duitsland:
- September programm  Ambitieus eisenpakket  Frankrijk zou blijvend verzwakt
moeten worden.
- Bezetting Franse Kanaalkust van Duinkerken tot Boulogne.
- België wordt een Duitse vazalstaat.
- Nederland (en Nederlands-Indië) komt onder Duitse controle te staan.
- Rusland moet flink naar het Oosten worden gedreven.
- Omvangrijk handelsgebied dat door de Duitse economie wordt gedomineerd.
- Koloniaal imperium in Afrika.

Concrete oorlogsdoelen Frankrijk:
- Teruggave Elzas Lotharingen (D’Alsace)
- Duitsland neemt afstand grondgebied ten westen van de Rijn.
- Rijnland zelfstandig staatje gedomineerd door Frankrijk.

Correcte oorlogsdoelen Rusland:
- Annexatie aan hun westgrens.
- Begerig Constantinopel en de Dardanellen.

Engeland had geen concrete doelen, maar wilde de Duitse koloniën annexeren en profiteren
van de opdeling van het Ottomaanse Rijk.
1916 sloten Engeland en Frankrijk een overeenkomst over de verdeling van het Ottomaanse
Rijk. Frankrijk zou Zuidoostelijk Turkije en Syrië krijgen en Engeland Mesopotamië en
Palestina.

Gotha: Bommenwerper die de beste was vanaf het voorjaar van 1917.

Stormtroepen: Kleine, zelfstandige opererende eenheden, uitgerust met mortieren,
handgranaten en machinegeweren.

Hypermoderne slagschepen: Meest indrukkende symbolen van de wapenwedloop tussen
Engeland en Duitsland.

1917  Duitsland kondigde de onbeperkte onderzeeboot oorloog af. Op verzoek van
president Wilson verklaarde Amerika de oorlog aan Duitsland.

The great fuck-up: Aanval bij de Somme die volledig mislukt en waarbij 1 miljoen Engelsen
dood gaan.

,Het grossraum: Koloniaal gebied dat Duitsland had veroverd.

Friedenssturm: Laatste wanhopige poging van de Duitsers.

Slag bij Somme en Verdun: Zinloze slachting van soldaten.

Wapenstilstand: 11 november 1918 om 11 uur. Er was een nieuwe Duitse regering gekomen.
Dit zou leiden tot verraad.

Vredesconferentie  De belangrijke beslissingen werden genomen door de grote vier
(Wilson  Amerika, George  Engeland, Clemenceau  Frankrijk en Orlando  Italië).
Duitsland, Sovjet-Unie en verliezende partijen van Europa stonden buiten kaart.

Realpolitik: Politiek op basis van militaire machtsverhoudingen.

Idealpolitik: Politiek op basis van ideologische opvattingen.

League of Nations: Volkenbond.

Midden oosten:
 Sykes-Picotverdrag (1916)  Verdeling invloedssferen in het Midden-Oosten tussen
Frankrijk en Engeland. Ondertussen echter andere beloften gemaakt aan Arabische
volkeren.
 Ottomaanse Rijk valt uiteen  Turkse Republiek als nieuwe grote staat. Ataturk
moderniseert, scheiding Kerk en staat.

Weimar republiek  Opvolger van het Duitse keizerrijk:
 Kan afbetalingen aan Engeland en Frankrijk van WO1 niet meer betalen.
 Geld bijdrukken.
 1923: Ruhrgebied bezet door Frankrijk.
 Economisch enorme gevolgen: hyperinflatie.

Roaring 20’s:
- Amerika wereldleider  Ondersteunt Duitsland (Dawes-plan). Great Gatsby’-tijd.

Italië:
 Na WO1 veel (politieke) onrust.
 Extreem-links en –rechts vallen elkaar aan.
 Mussolini weet extreem-rechts te verzamelen (Zwarthemden).
 1922: Mussolini grijpt de politieke macht met zijn ‘Mars op Rome’.
 Geen absolute macht, wordt gesteund door o.a. industriëlen.

Fascisme  Totalitair regime.
 Verwijzing naar Romeinse rijk.
 Altijd een militair outfit aan.

,Kenmerken fascisme volgens Van Rossem (blz 58):
1. Een zo hecht mogelijke gemeenschap  Hyper nationalisme.
2. Nationale solidariteit  Sociale rechtvaardigheid.
3. Het hele volk mobiliseren en permanent gemobiliseerd houden  Klaarstomen/paraat
zijn voor oorlog/strijd.
4. Totalitair  Systeem waarbij de macht bij één partij of persoon ligt.
5. Territoriale expansie  Uitbreiden van territorium. Gebiedsuitbreiding.

Duitse volk is ontevreden:
 Grote geldproblemen  Spaargeld in rook op gegaan. Enorme werkeloosheid.
 Adolf Hitler belooft beterschap.

Adolf Hitler  Soldaat uit verloren Eerste Wereldoorlog.
 Weg met Dictaat van Versailles.
 Duitsland weer groot en sterk.
 Werk voor iedereen.
 Dolkstootlegende  Verraden door politiek.
 Celstraf na mislukte aanslag (München), schrijft dan Mein Kampf (mijn strijd).

George Ritter  Had veel invloed op Hitler. Hij liet zichzelf door zijn aanhangers Führer
noemen en men begroette elkaar met Heil.

1913 Hitler vertrok naar München. Dat wordt gezien als zijn eerste politieke daad. Een keuze
tegen het multinationale Oostenrijk-Hongarije.

Hitler werd propaganda chef van de DAP. Later werd dit de NSDAP (National Sozialistische
Deutsche Arbeiter Partei). In 1912 werd hij leider van de partij.
Wederopbouw Duitsland:
- Woningbouw en infrastructuur (Autobahn).
- Herbewapening.
- Meer banen.

NSDAP  Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij.
 Totalitaire partij.
 Nationaal-socialisme = Fascisme + rassenleer.
 Stoottroepen (SA).
 Hitler maakt grote indruk tijdens toespraken.
 Politieke macht partij groeit met de jaren  1928: 2,6 % stemmen, 1930: 18,3%, juli
1932: 37%, november 1932: 33%.
 Hitler moet politieke winst zien te grijpen  Eist Bondskanselier te worden.

Verkiezingen 1933  Adolf Hitler heeft al veel macht in Duitsland.

, NSDAP ‘wint’ verkiezingen 1933:
 Maakte zijn beloftes waar.
 Opnieuw opbouwen leger Duitsland.
 Werk voor iedereen (bijvoorbeeld wegenbouw).
 Stoppen met betalingen aan Frankrijk en Engeland
 Direct eerste maatregelen richting dictatuur.

1934  Kristallnacht. Aanval op Joden.

Lenin: Bracht de communisten aan de macht en vond de Russische revolutie navolging.

Entfernung: Uitmoorden van de Joden.

Vier deelconflicten Tweede Wereldoorlog:
1. Oorlogsverklaring Engeland en Frankrijk aan Duitsland.
2. Ambitie van Italië om van de Middellandse Zee een mare nostrum te maken.
3. Strijd tussen Duitsland en de Sovjet-Unie.
4. Conflict tussen Amerika en Japan op de Stille Oceaan.

Dawes plan: De betalingen van Duitsland voor de eerste 5 jaar reduceren.

Molotov-Ribbentrop-pact: Niet-aanvalsverdrag vanuit Duitsland met de Sovjet-Unie. Zo
kan Duitsland zich volledig richten op West-Europa.

AS-mogendheden: De slechteriken. Duitsland, Italië en Japan.

Seelöwe: Landing op de Engelse kust.

Battle of Britain: Duitsland wil Engeland aanvallen en veroveren. Revolutie in de
oorlogvoering, omdat het voor het eerst met vliegtuigen voorkwam.

Atlantic Gap: Een gebied van 600km breed waar de u-boten vrij spel hadden.

Barbarossa  Aanval Duitsland op Sovjet-Unie (lebensraum – veroveren) 1941, omdat de
Battle of Britain mislukte:
1. Legergroep Noord richtte zich op de verovering van Leningrad.
2. Legergroep Centrum richtte zich op Moskou.
3. Legergroep Zuid richtte zich op Kiev en Oekraïne.

Sitzkrieg-phony war: september 1939 – mei 1940.

1942  Duitse opmars komt langzamerhand tot stilstand  Stalingrad & Leningrad zijn
enorm belegerd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LarissaW95. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23  13x  sold
  • (2)
Add to cart
Added