Inleiding in de arbeids- en organisatiepsychologie
Leerdoelen
Nadat je deze cursus hebt bestudeerd
- heb je een indruk gekregen van het brede werkveld van de arbeids- en
organisatiepsychologie
- heb je inzicht in de verschillende rollen die psychologen vervullen binnen het werkveld van de
arbeids-, organisatie- en personeelspsychologie
- kun je de theorieën en modellen toelichten die voor het uitvoeren van de verschillende rollen
van belang zijn
- beschik je over de belangrijkste vaardigheden die een psycholoog binnen het A&O-
psychologisch werkveld dient te ontwikkelen
- ben je in staat een evaluatie te maken van verschillende diagnose-instrumenten en
interventiemethoden die psychologen binnen het werkveld hanteren
- ben je in staat A&O-psychologische theorieën en thema’s toe te passen op de actualiteit
- heb je stapsgewijs en met behulp van overzichtelijke casuïstiek de eerste ervaring opgedaan
met diagnose en interventie in het werkveld
Leerdoelen
Na het bestuderen van dit thema, kun je op het gebied van individuele verschillen in intelligentie en
persoonlijkheid
- het traditioneel model van cognitieve vermogen van Binet & Simon beschrijven
- onderscheid maken tussen vloeibare en gekristalliseerde intelligentie
- de vier benaderingen van intelligentie beschrijven
- beschrijven wat er aan bewijs voor het bestaan van emotionele intelligentie uit onderzoek
naar voren is gekomen en hoe dat wordt gemeten
- de persoonlijkheidsdimensies van de Big Five beschrijven en hun relaties met aspecten van
effectiviteit van organisaties duiden
- sociaal-cognitieve benaderingen van individuele verschillen tussen mensen beschrijven
- de waarde van intelligentietests voor de praktijk kritisch bespreken
Daarnaast kun je op het gebied van personeelsselectie
- het ontwerp- en validatieproces bij personeelsselectie beschrijven
- vertellen wat een functieanalyse is en waarom veel organisaties deze niet uitvoeren
- competenties definiëren en het belang van een competentieanalyse benoemen
- verschillende bronnen voor een functieanalyse noemen en beschrijven
- de begrippen validiteit en betrouwbaarheid van meetmethoden beschrijven
Tot slot kun je op het gebied van selectiemethodes
, - aangeven welke selectie-instrumenten bij een assessmentonderzoek kunnen worden gebruikt
- aangeven wat het verschil is tussen een competentiegericht en een situationeel
sollicitatiegesprek
- aangeven welke selectiemethodes over het algemeen het meest valide en het meest
acceptabel zijn voor kandidaten
- vertellen hoe gedragsindicatoren in competentieprofielen worden gebruikt
- aangeven wat kandidaten over het algemeen als (redelijk) positief ervaren aan de
verschillende selectiemethodes
- de evaluatiecriteria van een assessmentprocedure benoemen
- uitleggen wat SJT’s zijn en waarom deze doorgaans populair zijn
- de rol van technologie bij selectieprocedures van personeel benoemen en procedures met en
zonder gebruik van technologie met elkaar vergelijken
Hoofdstuk 2, Individuele verschillen
2.1 Intelligentietests
De twee Franse psychologen, Alfred Binet en Theodore Simon, hebben een concept ontwikkeld dat
tegenwoordig de allereerste valide intelligentietest wordt genoemd en vormt de basis voor
hedendaagse intelligentietests.
Een veelgebruikte indeling in intelligentiefactoren is die tussen vloeibare intelligentie en
gekristalliseerde intelligentie. Vloeibare intelligentie betreft het vermogen om na te denken, daarin
ook ‘beweeglijk’ te zijn (denk aan het oplossen van puzzels) en het vermogen tot abstract redeneren.
Piekprestaties hierin zie je in de leeftijd van 30-40 jaar. Dit weerspiegelt meer de genetische
component van intelligentie. Gekristalliseerde intelligentie betreft het vermogen om te leren van
ervaringen. Ook tekstbegrip en woordenschat vallen hieronder. Dit type intelligentie wordt sterker
naarmate we ouder worden.
Praktische intelligentie heeft betrekking op het vermogen problemen uit de praktijk op te lossen aan
de hand van informatie die niet noodzakelijkerwijs in de formulering van het probleem is vervat.
Correleert slechts matig met traditionele IQ-tests.
De term ‘algemene intelligentie’ werd voor het eerst gebruikt door Spearman, hij noemde intelligentie
een general factor; de g-factor of general mental ability (GMA). Dat wil zeggen dat de tests die
algemene intelligentie meten allemaal aan elkaar gerelateerd zijn: mensen behalen in dergelijke tests
over het algemeen vergelijkbare scores. Veel onderzoekers beschouwen de g-factor als de beste en
meest stabiel gevalideerde meting van alle individuele verschillen die de psychologie te bieden heeft,
hij is dus behoorlijk betrouwbaar en kan vrij nauwkeurig worden gemeten.
Samenvatting: Traditionele tests van cognitief vermogen en intelligentie worden gewoonlijk op
gestandaardiseerde wijze afgenomen. Op deze wijze kunnen verschillen tussen individuen worden
bepaald, aangezien wordt aangenomen dat alle individuen evenveel kans hebben gekregen om de
vragen correct te beantwoorden, omdat ze allemaal de test onder dezelfde omstandigheden hebben
ingevuld. Algemene intelligentie (‘g’) wordt in verband gebracht met prestaties bij uiteenlopende
werkgerelateerde taken. Het gaat hierbij niet om aangeboren vermogens van mensen om bepaalde
mentale bewerkingen uit te voeren, maar om persoonlijke en situationele factoren.
Enerzijds bestaat het idee dat het uiteindelijk geen of weinig verschil uitmaakt uit welke cultuur
iemand komt of welke etnische afkomst iemand heeft. De test meet nog steeds dezelfde intelligentie.
Anderzijds blijkt dat een cognitieve vaardigheidstest mogelijk niet voor elke etnische groep een
,eerlijke beoordeling geeft van het potentieel, ondanks het feit dat ze zijn gestandaardiseerd. Kortom
er zijn consistente verschillen in de testscores voor algemene vermogens die door verschillende
subgroepen worden behaald. Deze kunnen zich om verschillende redenen voordoen en zijn mogelijk
niet gerelateerd aan toekomstige arbeidsprestaties.
2.2 Hedendaagse benadering van intelligentie
Howard Gardner ontwikkelde zijn theorie van meervoudige intelligentie op basis van onderzoek naar
begaafdheid en hersenschade. Hij stelde dat er meer dan een enkele algemene intelligentiefactor is
en deed meer beroep op menselijke intuïtief. Gardner beschreef 9 typen intelligentie op basis van
menselijke vermogens:
- Linguïstisch: het vermogen om jezelf effectief te uiten met taal
- Ruimtelijk: het vermogen om mentale beelden te creëren en te manipuleren om bepaalde
problemen op te lossen en je te oriënteren in de ruimte
- Muzikaal: het vermogen om toonhoogtes en ritmes te herkennen en toe te passen en zo een
instrument te bespelen, te zingen of te componeren
- Logisch-mathematisch: het vermogen om patronen waar te nemen, conclusies te trekken uit
gegevens en logisch te redeneren
- Kinesthetisch: het vermogen om mentale vermogens te gebruiken om de eigen
lichaamsbewegingen te coördineren, zoals bij sport, dans of chirurgie
- Interpersoonlijk: het vermogen om de gevoelens en bedoelingen van anderen op te vangen
en te begrijpen
- Intrapersoonlijk: het vermogen om te reflecteren en eigen gevoelens en motieven te begrijpen
- Natuurgerichtheid: het vermogen om objecten in de natuurlijke wereld te herkennen en te
categoriseren
- Existentieel: het vermogen om je eigen positie in het menselijk bestaan te bepalen, zoals je
houding ten opzichte van leven en dood
De bovenstaande intelligenties opereren tegelijkertijd en vullen elkaar aan wanneer iemand
vaardigheden ontwikkelt of problemen oplost.
De triarchische intelligentietheorie van Robert Sternberg bevat 3 aan elkaar gerelateerde
subtheorie die elk iets zeggen over een vorm van intelligentie:
- De analytische deeltheorie: analytische intelligentie omvat abstracte probleemoplossing
(puzzels) en de denkstrategieën die iemand daarbij gebruikt, zoals het controleren en
coderen van informatie. Het verwijst ook naar de processen die je gebruikt voor het
verzamelen en opslaan van nieuwe kennis: ons lerend vermogen. Deze vaardigheid wordt
door de meeste intelligentietests gemeten.
- De creatieve deeltheorie: creatieve intelligentie (experimentele intelligentie) omvat het
vermogen om creatief te denken en jezelf aan nieuwe situaties aan te passen.
- De praktische deeltheorie: praktische intelligentie is het vermogen om alledaagse taken te
begrijpen en uit te voeren.
De drielagentheorie van cognitieve vermogens (John Carroll) is gebaseerd op een heranalyse van
meer dan 450 datasets van testresultaten van cognitieve vermogens. Stratum III lijkt het meest op ‘g’.
Stratum II verdeelt het in brede vermogens zoals vloeiende intelligentie. Stratum I specificeert die
vermogens nog verder in specifieke vermogens zoals beeldherkenning en taalbeheersing.
, Goleman definieerde emotionele intelligentie als: ‘het vermogen om jezelf te motiveren en vol te
houden in het geval van tegenslag; om impulsen te beheersen en niet direct toe te geven aan
bevrediging; om je stemmingen te beheersen en te voorkomen dat je vermogen tot denken door
hevige emoties wordt verstoord; om je in te leven in anderen en hoopvol te blijven’.
De kern van Golmans model is gebaseerd op competentieanalyse in verschillende organisaties en
heeft direct betrekking op de werkvloer. Goleman noemt 4 domeinen waarin de competenties
waargenomen kunnen worden:
- Zelfbewustzijn
- Zelfmanagement
- Sociaal bewustzijn
- Relatiemanagement
Joseph en Newman stellen dat er sprake is van emotie perceptie, emotie-inzicht en emotieregulatie
enerzijds en arbeidsprestaties anderzijds. Het is uiteindelijk de emotieregulatie (het beïnvloeden
welke emoties iemand heeft, wanneer deze emoties voorkomen en hoe deze emoties worden ervaren
en geuit) die van invloed zijn op de arbeidsprestaties. In theorie is dit gerelateerd via het genereren
van een affectieve toestand (stemming) die gunstig is voor de arbeidsprestaties (zoals plezier en
enthousiasme).
Samenvatting: Het bestaan van emotionele intelligentie als nieuw construct afzonderlijk van andere
vastgestelde constructies is een onderwerp van felle discussie geweest. Hoewel wordt geaccepteerd
dat EI veel facetten heeft, is er nog controverse over wat deze facetten zijn. Vooralsnog is EI geen
valide concept. Daarom kan het eigenlijk niet wetenschappelijk (als persoonskenmerk of selectie-
instrument) worden gebruikt. Emotionele intelligentie wordt door velen gezien als een spannend
concept, omdat het, meer dan andere intelligentie modellen, betrekking heeft op gedachten, emoties
en sociaal bewustzijn. Dat EI voorspellingen lijkt te kunnen doen over de mate van toekomstig succes
in het werk staat zeer ter discussie.
2.3 Persoonlijkheidsleer
Persoonlijkheidskenmerken vertegenwoordigen neigingen of voorkeuren om je in en specifieke
situatie op een bepaalde manier te gedragen. Het Big Five-model bestaat uit:
- Extraversie (versus introversie): warm, sociaal, assertief, actief (energiek), gericht op
uitdagingen en het ervaren van positieve emoties.
- Neuroticisme of stressbestendigheid (versus emotionele stabiliteit): gespannen, depressief,
gericht op zichzelf, impulsief en kwetsbaar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller imkeaa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.17. You're not tied to anything after your purchase.