Samenvatting Feniks VWO overzicht van de geschiedenis, ISBN: 9789006464917 Geschiedenis
All for this textbook (1)
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Geschiedenis
5
All documents for this subject (4852)
Seller
Follow
hvj06
Content preview
Leerdoelen h3:
1. Je kunt beschrijven hoe West-Europa zich na de val van het Romeinse Rijk bestuurlijk
ontwikkelde
Germaanse stammen die niet waren geromaniseerd trokken in grote aantallen de romeinse
provincies in en er ontstond een grote volksverhuizing. Er was geen centraal bestuur meer.
Vele sloegen hierdoor op de vlucht. Hierdoor ontstond het feodalisme
2. Je weet wat het feodale stelsel is en hoe en waarom het ontstond
Het leenstelsel betekent dat de graven de baas waren in een gebied. Deze graven gaven
grond aan arme boeren om op te ploegen in ruil dat de boeren de meester altijd trouw
blijven. Her ontstond na de val van het Romeinse Rijk, omdat mensen daarna bang waren
om aangevallen te worden dus als je dan in protectie bij een graaf kon werken, werd dat
zeer gewaardeerd. Zo hadden ze ook genoeg eten, want na de val waren er vele voedsel
tekorten.
3. Je weet wie Karel de Grote was en je kunt aan de hand van zijn bestuur het feodalisme
beschrijven
Karel de Grote was een keizer van een groot rijk die hij verdeelde onder 400 graafschappen.
Deze graafschappen moesten het bestuur van de koning handhaven en werden om de
zoveel tijd gecontroleerd door zendgraven.
4. Je kunt beschrijven hoe het erfelijk koningschap ontstond
Na de dood van een leenman, wilde hij zijn nalatenschap aan zijn zoon geven, alleen dit zag
de koning niet altijd zitten. Dit was een probleem voor de koning, want als hij dit weigerde
kon hij in conflict komen met de leenman. Anderzijds kon hij ook zijn controle verliezen als
zijn zoon het gezag kreeg over dat gebied. Hij koos voor de erfelijke nalatenschap.
5. Je kunt de zwakke kanten van het feodale stelsel beschrijven en je kent de oorzaken
ervan
Zoals ik net al aangaf was het erfelijke leenmanschap een probleem in het stelsel. Hiernaast
werd de band tussen de leenman en leenheer steeds minder persoonlijk. Zo gingen de
leenmannen zelf ook achterleenmannen benoemen.
6. Je weet welke ontwikkeling het Oost-Romeinse Rijk in de Middeleeuwen doormaakte
Het Rijk wist zich tijdens de Volksverhuizing te handhaven. Keizer Justinianus wist het
Romeinse Rijk te herstellen en hij bouwde het op met een efficiënt bestuur. Gedurende de
Middeleeuwen kwam het Rijk tot grote culturele en economische bloei. Constantinopol (de
hoofdstad) lag zeer gunstig aan allerlei handelsroutes en doorgangen van de Middellandse
en de Zwarte zee.
7. Je kunt aangeven waarom West-Europa na de ineenstorting van het Romeinse Rijk
grotendeels terugviel op het autarkische systeem
,Door de Germaanse invallen liepen steden leeg en kreeg de maatschappij een autarkisch
karakter. De landbouwproductie daalde sterk en veel kleine boeren konden zich niet
handhaven. Ze plaatste zich onder de bescherming van de naburige grootgrondbezitter,
maar moesten daarvoor wel hun eigen akkers en vrijheid prijsgeven. Grootgrondbezitters
organiseerden hun landgoeden in domeinen. Zo’n domein was grotendeels zelfvoorzienend
(autarkie)
8. Je kunt uitleggen hoe autarkie en hofstelsel samenhangen
Deze horigen kregen bescherming van een lokale heer, in ruil hiervoor gaven zij hem een
deel van de oogst, bewerkten ze zijn akkers en voerden ze verschillende herendiensten uit.
Horigen mochten het lansgoed niet verlaten zonder toestemming van de heer. Hier zie je
dus een overeenkomst met de autarkie.
9. Je kent het verschil tussen de slavernij in de Griekse en Romeinse Oudheid en horigheid
in de Middeleeuwen
De horigen zijn zelf zo geworden en als slaaf in de Oudheid had je geen andere keus. Ook
had je in de Middeleeuwen meer recht als horigen dan een slaaf.
10. Je kunt voorbeelden geven van resten van de romeinse beschaving in de vroege
middeleeuwen
In sommige landen zijn religie en bestuur sterk met elkaar verweven en wordt bijvoorbeeld
de wetgeving door religieuze opvattingen beïnvloed.
Een geleerde genaamd Alcuinus werd door Karel de Grote naar aken gehaald om daar als
docent voor de kinderen van de keizer te fungeren. Hij schreef een leerplan met daarin
onder andere 7 vakken. Het trivium(taalvakken en grammatica ) en het
quadrivium( rekenvakken ). Sommige horen nog steeds bij het hedendaagse leerpakket.
11. Je weet hoe het christendom zich in de vroege middeleeuwen ontwikkelde uit de
Romeinse cultuur en zich vervolgens langzaam over Europa verspreidde
De christelijke wereld was opgebouwd in bisdommen, die weer bestuurd werden door
bisschoppen. Bisschoppen kwamen vaak uit de romeinse aristocratie en waren in West-
Europa dus de laatste vertegenwoordigers van de romeinse cultuur en bestuurstradities. Een
bisschop bestuurd zijn bisdom en zo werden dus de romeinse tradities overgegeven door de
bisschoppen. Clovis was vervolgens de eerste koning die overging tot het christendom. Paus
Gregorius 1 de grote heeft veel gedaan voor de verspreiding van het christendom. Op zijn
initiatief vertrokken de eerste missionarissen naar Engeland en Ierland en daarop volgend
vertrokken de eerste Engelse en Ierse monniken eropuit om het christendom in de rest van
Europa te verspreiden.
12. je kent het belang van de overgang van Clovis naar het christendom.
,Clovis zag de voordelen van een bondgenootschap met de kerk in. Bovendien had de paus in
de vroege middeleeuwen moeite zijn plek af te staan.
13. de rol van de kerk beschrijven
- bij het behoud van de klassieke cultuur
De paus zond missionarissen uit door heel Europa om mensen zich tot christen te laten
bekeren. Zo groeide hun invloed door toename in bekeringen, hierdoor kon de kerk beroep
doen op de koning voor militaire steun als dat nodig was.
- bij het terugdringen van de slavernij
De kerk streef naar afschaffing slavernij.
- in het feodale stelsel
De monniken en nonnen namen kinderen uit arme gezinnen op. In kloosters kregen zij dan
les in lezen en schrijven.
- in het onderwijs
De kerk doceerde kinderen van arme families zodat zij later het christendom via schrift
konden verspreiden.
14. verloop ontmoeting tussen de Europees-christelijke cultuur en de islam
Vele slagen. Moslimlegers wilden via Spanje verder Europa binnendringen. Zo werd er veel
gevochten in het zuiden van Europa. Het ging in eerste instanties bij die slagen niet om
religie maar om de eigen machtspositie. De Frankische leider Karel Martel wilde vooral zijn
gebied behouden en de islamitische leider Abd el-Raham wilde zijn gebied uitbreiden.
15 + 17: Je kunt beschrijven hoe de Europees-christelijke samenleving in aanraking kwam
met de islamitische wetenschap & Je weet op welke gebieden de islamitische cultuur de
kennis uit de Griekse oudheid verder ontwikkelde.
De oud-Griekse teksten kwamen in Spanje aan en werden daar vanuit het Arabisch vertaald
naar het latijn. Zo weet men de oude verhalen over de Grieken. Door middel van het
onderzoek van de islamitische geleerden heeft de zeevaart een grote impuls gehad. De
anatomie en de astronomie waren de 2 wetenschappen die het meest onderzocht waren.
Ook hun medische kennis stond eens stuk hoger dan die van de Europeanen.
16. het belang van de ontwikkelingen van de islam in het Midden-Oosten en voor Afrika.
De godsdienst te verspreiden en te beschermen.
Begrippen:
, Agrarisch-autarkische samenleving: Samenleving met vooral landbouw, weinig
steden en handel, en weinig specialisatie in nijverheid. De nadruk ligt op landbouw.
Deze samenleving is zelfvoorzienend.
Agrarisch-urbane samenleving: Samenleving waarin de meeste mensen van de
landbouw leven, maar waar ook kleine steden met voornamelijk handel en nijverheid
zijn.
Autarkie: zelfvoorzienend, weinig afhankelijk
Feodalisme: Bestuurssysteem dat berust op de verhouding tussen de leenheer en
zijn leenmannen.
Hofstelsel: economisch systeem van een door vrijen en horigen bewerkt landgoed.
Horigen/horigheid: Boeren die aan het domein van een heer gebonden zijn.
Islam: Letterlijk: onderwerping. De religie die is gesticht door de profeet Mohammed,
met Allah als enige god.
Jaartallen:
476: De laatste keizer van het Romeinse rijk wordt afgezet.
496: Clovis neemt christelijke geloof aan.
610: Eerste openbaring aan Mohammed.
622: Hedsjra van Mohammed.
632: Mohammed sterft.
690: Willibrord begint kerstening in West-Europa.
716: Bonifatius komt Willibrord bijstaan.
732: slag bij Poitiers.
750: Omayyaden ten val gebracht door Abassieden.
800: Karel de Grote wordt tot keizer gekroond.
840: Aanvallen van de Noormannen nemen toe
863: Dorestad raakt in verval.
911: Rollo de Noorman krijgt Normandië als leen van de Franse koning.
Kenmerkende aspecten:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hvj06. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.71. You're not tied to anything after your purchase.