Samenvatting SUMMA selectie: Algemene Farmacologie
56 views 1 purchase
Course
Selectie
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Algemene farmacologie
Ik heb zelf samenvattingen gekocht die op stuvia stonden, maar helaas waren deze niet gedetailleerd en uitgebreid genoeg. Ik besloot toen zelf een samenvatting te maken die wel uitgebreid was voor beide boeken die nodig zijn voor de selectie. Met deze samenvatting heb ik de selectie de eerste keer ...
Algemene Farmacologie Topic 3 (ENGLISH) Nervous System
All for this textbook (1)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
SUMMA
Selectie
All documents for this subject (22)
Seller
Follow
summa2023
Content preview
Algemene farmacologie
Hoofdstuk 1: Inleiding
Het wetenschapsgebied farmacologie
Farmacologie: leer der geneesmiddelen → kijkt naar gevolg van het toedienen van
een chemische verbinding aan een levend organisme
Farmaca: de verbindingen/geneesmiddelen
Farmacon: de biologische actieve stof
Geneesmiddel: farmacon in zijn farmaceutische vorm
Historie van de farmacologie
3 fasen:
1. Magisch-sacrale
2. Primitief-empirische
3. Analytisch-empirische
Farmacognosie: wetenschap die zich bezighoudt met de isolatie en identificatie van
chemische verbindingen die bestanddeel zijn van therapeutisch toegepaste
natuurlijke preparaten.
Aspecten van de farmacologie
Farmacon wordt voornamelijk via het lichaam over het lichaam verdeeld
1. Eerst worden opgenomen in het bloed of direct in de bloedbaan worden toegediend→
Absorptie
2. Farmacon zal zich verdelen over de lichaamsvloeistoffen en de weefsels →
Distributie
Het kan gebonden worden aan plasma-eiwitten: invloed op hoeveelheid farmacon
beschikbaar is voor biologische effect
3. Op plaats van werking aangekomen gaan de farmacon moleculen een interactie aan
met macromoleculen. Macromoleculen vormen de aangrijpingspunten (receptoren,
ionkanalen en enzymen) van de farmacon moleculen.
4. Biochemische reactie resulterend in fysiologische verandering
5. Eliminatie van farmacon door nier en lever dat farmacotherapeutische effect
beëindigd → Metabolisme en Eliminatie
Farmacodynamiek: werkingsmechanisme van farmaca en leer van de werking van
farmaca → houdt zich bezig met de precieze aard en het precieze mechanisme van
de farmacologische respons en is gebaseerd op onderzoek naar de biologische en
fysiologische effecten van farmaca ⇒ Wat doet geneesmiddel met lichaam
Farmacokinetiek: bestudeert de veranderingen van de farmacon concentraties in het
lichaam in relatie tot tijd → ADME ⇒ Wat doet lichaam met geneesmiddel
ADME + dosis → bepalen de grootte en het tijdsverloop van de concentratie van
farmacon moleculen bij de aangrijpingspunten en daarmee de intensiteit en
werkingsduur van het farmacologisch effect
, Farmaca en hun ontwikkeling
Chemische naam: nauwkeurige omschrijving van de chemische samenstelling en de
rangschikking van atomen of atomaire groepen
Soort/stof/generieke naam: officiële, internationaal aanvaarde en aanbevolen naam;
afgeleid aan chemische naam en geschreven met een kleine letter
Commercieel verkrijgbare farmaca hebben ook een merknaam (handelsnaam).
Octrooi ® ‘registered’ gebruikte naam duidt een bepaalde handelsverpakking
(spécialité) aan. Merknaam is met hoofdletter geschreven.
Farmacon kan op verschillende wijzen in een farmaceutische vorm worden verwekt
dat kan leiden tot verschillen in de intensiteit van het effect en in werkingsduur vooral
ten gevolge van verschillen in absorptie.
Loco Preparaten (vervangende preparaten die niet door de oorspronkelijke producent
bereid worden) hebben als eis dat zij dezelfde mate van absorptie geven als merk
product (biologisch gelijkwaardigheid) → gebruik van stofnaam moet altijd
Planten: morfine, digitalis en psychofarmaca
Schimmels: penicilline G
Organen: insuline en vitamine D
Verbeteren farmacokinetische fase: verhogen van absorptie, verlengen van
werkingsduur, selectief toedienen of opnemen in bepaalde weefsels of organen)
Verbeteren farmacodynamische fase: verminderen van de nevenwerkingen via
verhoogde selectiviteit en specificiteit van de gewenste werking
Screening: onderzoek naar de biologische activiteiten van chemische verbindingen
In vitro onderzoek: nagaan of de chemische verbindingen aan specifieke
receptormoleculen binden
In vivo onderzoek:
1. Fysiologische benadering: bij gezonde proefdieren een biologisch effect veroorzaken
zoals BP verlagen
2. Farmacologische benadering: bewerkstelligen van effecten die overeenkomen met
het profiel van reeds bekende farmaca
3. Pathologische benadering: terugdringen van symptomen bij zieke of ziek gemaakte
proefdieren
Kijken of chemische verbinding werking heeft → receptoren en structuur onderzoek
→ dierexperimenten naar acute toxiciteit, werkingsmechanisme, ADME,
, halfwaardetijd en plasma-eiwitbinding → toedieningsvormen → betere
dierexperimenten → mensen onderzoek
Humaan farmacologisch onderzoek
1. Fase 1: lage doses en kleine groep gezonde proefpersonen.
Dosering geleidelijk opgevoerd tot effecten waargenomen worden
ADME onderzocht
2. Fase 2: vergelijken met placebo in een groep die ziekte heeft
nevenwerking en toxicity
3. Fase 3: grotere schaal
double blinding en statistische analyse
indicatiegebied vastgesteld
4. Fase 4: post-marketing surveillance
Toepassingen van Farmaca
Therapeutische toepassingen: gestreefd naar normalisering van verstoorde functies
van cellen door middel van de inwerking van farmaca
Farmacon: pas echt een geneesmiddel als het werkelijk de oorzaak van de ziekte
wegneemt → causale therapie
Symptomatische therapie: symptomen weghalen zoals pijn
Substitutietherapie: deficiënties compenseren zoals insuline bij DM
Preventie door normale cel functie verstoren zoals anticonceptie
Hulpmiddel zoals anaesthesia of opsporen (diagnostica)
Iatrogene aandoeningen: door de arts/medicijn veroorzaakte aandoening
Nevenwerking door te hoge of standaarddosis
Grootte dosis afhankelijk van aard farmacon, patiënt karakteristieken en
toedieningsvorm, wijze en frequentie) (+ gevoeligheid)
Hoofdstuk 2: Absorptie en toedieningswegen
De keuze van toedieningsvorm hangt af van:
Gewenste plek van werking (lokaal of systemisch)
Hoogte van de dosis
Het gewenste starttijdstip en duur van de werking
Comedicatie
Farmaceutische aspecten (zoals stabiliteit)
Economische factoren
Bio Farmaceutische aspecten van farmaceutische preparaten
Membranen → barrières voor farmacon
Paracellular transport
Tussen cellen via poriën gevuld met water
Beperkt → voor zeer kleine moleculen en wateroplosbare moleculen
Diffusie tussen de cellen hangt af van: grootte en lading van het olecuul en de
mogelijkheid om via andere wegen opgenomen te worden. Laatste hangt af van de
lipofilie van de stof
Transcellulair transport: passief, carrier gemedieerd en pinocytose
1. Passief transport:
passieve diffusie door een lipofiele membraan kan beschreven worden met de eerste
diffusiewet van Fick → getransporteerde hoeveelheid stof per tijdseenheid is
afhankelijk van de diffusiecoefficient, verdelingscoëfficiënt van de stof tussen de
membraan en de waterfase en, het oppervlak van de membraan, dikte van
membraan, en concentratieverschil van de stof in de waterfasen aan beide kanten
van het membraan
Hogere concentratie en oppervlak is meer transport
Verdelingscoëfficiënt (P): geeft aan in welke mate een stof zich verdeelt over een
waterfase en een aangrenzende lipiden fase → grootheid waarin de lipofilie wordt
uitgedrukt is de verdelingscoëfficiënt P (logP)
, logP= 0 → concentraties van de stof in de lipofiele fase (celwand) en waterige fase
(lumen) zijn gelijk
logP= -2 → voordeel in waterige en zal niet door celwand opgenomen worden
lopP= 3 → snelle permeatie in cel wand maar zal niet snel in waterfase begeven aan
andere kant ⇒ doordringing geremd door een te hoge lipofilie
Transport is dus optimaal bij bepaalde lipofilie van stof
Oplosbaarheid is te voorspellen uit de lipofilie van de verbinding: de mate van
oplosbaarheid in een organisch oplosmiddel
Farmaca zijn ioniseerbare verbindingen
Ongeladen farmaca kunnen door de membraan diffunderen
Mate waarin een stof in geladen vorm voorkomt is afhankelijk van zijn zuurgraad pKa
en omgevings pH
pKa salicylzuur is 3
pH van 3: evenveel komt voor in de geladen en ongeladen vorm
pH van 2 (maag): meer van de zure ongeladen vorm
pH van 5 (duodenum): meer van geladen vorm (negatief)
Transport van geladen vorm heeft lagere P waarde dus bijna geen transport door een
lipofiele membraan
Henderson-Hasselbalch: de pKa van een zure ioniseerbare verbinding HA is gelijk
aan de pH waarbij de concentraties niet-geïoniseerd en geioniseerd gelijk zijn (0)
pKa: laat zien hoe de ionisatie ligt bij heersende pH
Sterke zuren hebben lage pKa → neiging om te ioniseren
Sterke base heeft hoge pKa → neiging om niet te ioniseren
Hoe hoger de pKa hoe hoger de neiging om te ioniseren
Meeste farmaca zijn zwakke basen
Meeste opname in darm ondanks alles
Dus voor passieve diffusie: voldoende lipofilie, heersende pH in darm ongeladen zijn
→ beide richtingen
Transport verloopt lineair met de aangeboden concentratie
2. Carrier Gemedieerd transport
Afbraakproducten van glucose en eiwitten zijn hydrofiel dus geen passieve diffusie
maar carrier → membraangebonden eiwitten
Komen uitsluitend voor in dunne darm → substraat specifiek
Actief transport: gepolariseerd → een richting maar
Kan ook tegen de concentratiegradiënt in → kost energie; ATP naar ADP
substraten voor dezelfde carrier hebben competitie met elkaar + carriers kunnen
verzadigdheid
Carrier mediated verloopt via de Michaelis-Menten kinetiek: bij hoger aanbod van
substraat gaat verzadiging optreden en gaat het transport verlopen met een aan een
maximum gebonden snelheid
Pro drug: hogere biologische beschikbaarheid
Celmembraan is samengesteld uit een lipidenlaag met eiwitten die in de bilaag
drijven
Eiwitten verankerd in de bilaag vormen de glycocalyx
Speciale vorm voor klein aantal verbindingen die ook in ons voedsel voorkomen die
we maar in kleine hoeveelheid nodig hebben: in de maag wordt een dragereiwit
uitgescheiden dat koppelt met substraat → combinatie bindt aan receptor waardoor
een vacuole vormt (carrier gemedieerde endocytose) of er gebeurd transcytose
voor cobalamine (B12) en ijzer via dragereiwit intrinsic factor en transferrine
ook voor bacteriën, virussen en immunoglobulins
Gefaciliteerde diffusie: voor enkel sterke hydrofiele verbindingen; diffusie van hoog
naar laag maar toch hulp met carrier
Transporter aanwezig in wand van de cel die van hoge naar lage concentratie gaat
en zo een substraat meeneemt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller summa2023. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.