100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Begrippenlijst toelatingstoets pabo - aardrijkskunde $5.35   Add to cart

Other

Begrippenlijst toelatingstoets pabo - aardrijkskunde

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

begrippenlijst aardrijkskunde voor toelatingstoets Pabo

Preview 3 out of 21  pages

  • September 11, 2023
  • 21
  • 2023/2024
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Begrippenlijst aardrijkskunde
Begrip Betekenis
Aardas Denkbeeldige as waar de aarde om draait.

De aarde draait om 24 uur om haar as.

De as staat niet recht maar schuin, onder
een hoek van ongeveer 76,5 graden.
Aardbeving Schok die bij het bewegen van de
aardplaten ontstaat. Bij plaattektoniek
ontstaat wrijvingskracht. Als die te groot
wordt, schiet een deel van een aardplaat
schoksgewijs door.
Aardkorst Buitenste vaste laag van de aarde. De
oceaankorst is slechts 5 km dik en de
continentskorst is gemiddeld 25 km dik (en
ongeveer 75 km dik bij een gebergte)
Aardplaattektoniek Bewegen van delen van de aardkorst, die
aardplaten genoemd worden. 200 miljoen
jaar geleden lagen alle aardplaten tegen
elkaar aan. De VS en Europa bewegen
ongeveer 10-15 cm per jaar uit elkaar.
Afzettingsgesteente Het afzetten van gesteente is een
verzamelnaam voor processen waarbij
deeltjes bezinken of mineralen neerslaan uit
water of een andere oplossing.
Benedenloop van een rivier Het eind van een rivier. De benedenloop
van de Rijn is in Nederland.
Bovenloop van een rivier Het eerste deel van een rivier. De bovenloop
van de Rijn is in Zwitserland.
Breedte Je spreekt van een verandering in breedte
als je van noord naar zuid of omgekeerd
gaat. Dicht bij de Noordpool spreek je van
hoge breedte. Dicht bij de evenaar van lage
breedte.
Breuklijn Een scheur tussen twee aardplaten of een
scheur op een aardplaat. Bijvoorbeeld de
San Andreasbreuklijn, resp. de breuken bij
horsten en slenken.
Continent Grote aaneengesloten landmassa. De aarde
bestaat uit zeven continenten: Europa,
Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Afrika, Azië,
Australië en Antarctica.

,Dag-nacht Periode dat het licht is en de periode dat
het donker is. De zon beschijnt precies de
helft van de aarde. Bij het gedeelte dat licht
is, is het dag. Het donkere gedeelte is de
nacht.
Dal Een lager gelegen deel in een gebergte. In
een hooggebergte zijn de meeste dalen
door een gletsjer gevormd. In Zuid-Limburg
door riviertjes zoals bijvoorbeeld het
Geuldal.
Eb Laagste waterstand bij een oceaan of zee. In
een etmaal is het twee keer eb. Het duurt
twaalf uur tot de volgende laagste
waterstand.
Endogene krachten Krachten die van binnenuit op de aarde
inwerken. Bijvoorbeeld de stroming van
magma in de mantel, het wegduiken van
aardkorst bij een trog, het omhoog komen
van een gebergte.
Erosie Uitschurende werking van sediment
(bijvoorbeeld zand, grind, keien) dat door
water, wind, ijs of zwaartekracht wordt
meegevoerd. Gletsjers en rivieren hebben
gedurende duizenden jaren diepen dalen
uitgesleten.
Etmaal Wanneer de aarde een keer om haar as is
gedraaid. Een etmaal duurt 24 uur.
Exogene krachten Krachten die van buitenaf de aardkorst
werken. Bijvoorbeeld verwering en erosie.
Fjord Gletsjerdal uit de ijstijd, dat met water is
gevuld en dar in verbinding staat met de
zee. Komt bijvoorbeeld voor aan de kust van
Noorwegen, Schotland, Canada en Nieuw-
Zeeland.
Gebergte(vorming) Ontstaan van gebieden met veel reliëf
(verschillen in hoogte). Gebergten kunnen
ontstaan door plooiing van gesteentelagen,
zoals bij de Alpen. Ook opheffing en
insnijding door erosie zorgt voor
gebergtevorming.
Geiser Natuurlijke fontein van heet water ontstaan
door vulkanische activiteit. Bij een geiser
wordt grondwater > 100 graden. Als de
waterdruk hoog is opgelopen spuit het
water uit de holten naar buiten.
Bijvoorbeeld op IJsland.

, Geografische coördinaten Aanduiding waarmee een bepaalde plek op
aarde wordt aangegeven t.o.v. de evenaar
en nulmeridiaan. Elke plek op aarde wordt
aangeduid met een breedte- en lengte
coördinaat.
Gesteente Vast materiaal waaruit de aardkorst bestaat.
Bijvoorbeeld graniet, kalksteen, marmer,
zand, klei. En ook veen, bruinkool en
steenkool.
Gesteentekringloop Kringloop waarbij de drie
hoofdgesteentesoorten in elkaar over
kunnen gaan. bijvoorbeeld
stollingsgesteente -> sedimentgesteente ->
metamorf gesteente -> stollingsgesteente.
Gletsjer(ijs) IJstong die langzaam naar het lager gelegen
dal beweegt. Het ijs van de gletsjers in de
Alphen beweegt gemiddeld 30-40 cm per
dag.
Halfrond (noordelijk en zuidelijk halfrond) Gebied op aarde ten noorden resp. ten
zuiden van de evenaar. Nederland ligt op
het noordelijk halfrond.
Horst Omhoog gekomen deel van de aardkorst
langs een breuklijn. De Vogezen en het
Zwarte Woud zijn horsten langs de
Rijnslenk.
Hot spot Hete plek in de aardmantel, die ondanks de
stroming in de magma op dezelfde plek
blijft. Boven de hot spot ontstaan door
beweging van de oceaankorst telkens een
nieuwe vulkaan. Zo ontstaan een
eilandreeks zoals Hawaii.
Jaar Wanneer de aarde een keer om de zon is
gedraaid. Een jaar duurt 365 dagen (en 6
uur, vandaar dat er om de vier jaar een
schrikkeljaar is).
Kalksteen Sedimentgesteente dat bestaat uit
kalkskeletten van zeedieren. In Nederland
komt kalksteen in Zuid-Limburg voor. Hier
heb je ook grotten.
Kegelvulkaan Vulkaan die de vorm van een kegel heeft.
De stroperige magma is afkomstig uit de
aardkorst. Bijvoorbeeld de Etna en de
Vesuvius in Italië.
Krater Opening in een vulkaan, hieruit komt lava
bij een uitbarsting.
Lava Magma dat aan het aardoppervlak is
gekomen. Bijvoorbeeld bij een vulkaan.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marithooms. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35
  • (0)
  Add to cart