Dit document bevat een samenvatting van alle behandelde stof uit het vak Image Analysis (IMAG), gegeven bij Avans Hogeschool in 's-Hertogenbosch. Het document bevat de volgende hoofdstukken:
1. Film form
2. Narratie
3. Mise-en-scene
4. Cinematografie
5. Montage
6. Geluid
IMAG SAMENVATTING
KENNISCLIP 1: FILM FORM
Film form gaat over de samenhang tussen onderdelen uit een film; Een goede film form zorgt ervoor
dat je een film als een geheel ziet. Film form zorgt ervoor dat je een samenhangend systeem krijgt. Het
verhaal en de stijl versterken elkaar.
Betekenis van film; dit bestaat uit vier niveaus:
1. Referential meaning > een letterlijke samenvatting van het verhaal
2. Explicitit meaning > wat is de boodschap van de film? (bijv. maak je dromen waar)
3. Implicitit meaning > interpretatie van de film (niet letterlijk te herleiden uit de film).
4. Symptomatic meaning > film als uitdrukking van denkwijze van een bepaalde tijd op cultuur
Vijf principes van film form; een goede film/documentaire voldoet aan deze principes
1. Functie: ieder element in de film heeft een functie
• bijv een paraplu als het regent
2. Overeenkomsten en herhaling: dit zorgt voor samenhang
• bijv. de muziek
• Camerastandpunt dat vaak herhaalt wordt
• Je zorgt dat de verwachtingen van de kijker kloppen
3. Verschillen en variatie: enkel herhaling is saai
• Je gebruikt niet elke keer precies dezelfde muziek
• De achtervolging is 2 keer een succes, maar de derde keer wordt het personage
gepakt
4. Ontwikkeling: segmentatie; begin-midden-eind
• Vergelijk het begin met het einde; wat is er in de tussentijd veranderd
5. Eenheid of onsamenhangend; alle elementen moeten kloppen met elkaar
• Een personage kan niet zomaar ineens verdwijnen of opduiken
Vijf relevante vragen:
1. Van elk element in de film kun je vragen: wat zijn de functies in de gehele vorm? Hoe wordt dit
gemotiveerd?
2. Worden bepaalde patronen of elementen in de film herhaald? Als dat zo is, hoe en welke
punten? Zijn er parallellen en motieven die ervoor zorgen dat we zaken met elkaar gaan
vergelijken?
3. Hoe worden elementen moet elkaar in contrast geplaatst?
4. Is er sprake van een bepaalde ontwikkeling in de film (vooral als je begin en einde met elkaar
vergelijkt)?
5. Is de film een geheel of wordt deze eenheid verstoord?
, KENNISCLIP 2: NARRATIE
DEEL 1
Narratie (verhaal) is een reeks van gebeurtenissen die verbonden zijn door oorzaak en gevolg en
plaatsvinden in ruimte en tijd.
Diëgese is de totale (gefantaseerde) verhaalwereld. Alle aspecten en gebeurtenissen die deel
uitmaken van de verhaalwereld van de personages. Alles dat plaatsvindt of heeft plaatsgevonden in
de verhaalwereld. Alles onscreen en offscreen.
Non-diëgestische elementen: al het materiaaal dat aan de film wordt toegevoegd maar geen deel
uitmaakt van ‘de wereld van de film’. Het is niet ‘toegankelijk’ of zichtbaar voor de personages. (bijv.
muziek, tekst)
Story: alles wat in de diëgese plaatsvindt; alle gebeurtenissen die we daadwerkelijk zien en horen,
aangevuld met alle gebeurtenissen waarvan we als kijker vermoeden dat ze hebben plaatsgevonden
(maar niet hebben gezien). Story is de reconstructie van het verhaal door de kijker met de
veronderstelde oorzaak-gevolg relaties, volgorde, duur, frequentie en plaatsen.
Bijv. als een hoofdpersoon topsporter is, zie je in de film niet zijn hele jeugd en elke wedstrijd die
hij heeft gewonnen. In plaats daarvan worden bijvoorbeeld de medailles getoond in zijn
slaapkamer.
Plot: de manier (volgorde) waarop de filmmaker het verhaal aan jou verteld. Alle gebeurtenissen in
een film die we daadwerkelijk te zien en te horen krijgen. Volgens de gepresenteerde oorzaak-gevolg
relaties, volgorde, duur, frequentie en getoonde plaatsen. Aangevuld met non-diëgetische elementen.
DEEL 2
Bron van Oorzaak-gevolg relatie:
1. Personages (karaktereigenschappen van het personage zorgt voor een bepaalde gebeurtenis)
2. Natuurverschijnselen (storm, haai, meteoor)
Tijd
1. Volgorde > wordt er gebruik gemaakt van flashbacks
2. Duur
a. Screenduur: hoe lang duurt de film?
b. Plotduur: hoe lang duren de gebeurtenissen die je in beeld ziet?
c. Storyduur: de tijd waarin de hele film zich afspeelt (incl. flashbacks)
3. Frequentie
Ruimte:
1. Plotruimte: ruimte die je echt zien in de film
2. Storyruimte: ruimte die je niet echt ziet maar waarvan je weet dat het wel deel uitmaakt van
het verhaal.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller veratenhaaf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.